Lam'eau
24/11/2019

RECENSIE – Côte de boeuf met een boerke? Connais-pas

Restaurant Lam’eau: waar de gerechten best te pruimen zijn, maar de garçon zijn drankenkennis moet bijschaven.

Beleg dat zich al de hele voormiddag in je boterhammen dringt, een reftermaaltijd die al uren van tevoren klaarstaat of een industrieel soepje met wak brood beu? Sinds maart 2016 zit aan de oever van de Dijle in hartje Mechelen restaurant Lam’eau. Een goed alternatief om voor een eerlijke prijs ’s middags gastronomische te eten. Slechts zes maanden na opening kreeg deze eetgelegenheid een aanbeveling in Gault&Millau en in 2018 kwam daar een vermelding in de Michelingids bij. De vaste kaart met alle hoofdgerechten boven de € 26 is prijzig. Maar een lunchmenu voor € 19 is schappelijk.

Bij aankomst is er niemand van het zaalpersoneel te zien. Na iets meer dan vijf minuten, die op dat moment een eeuwigheid lijken te duren, komt een kelner ons vertellen dat hij zo bij ons komt. We hangen zelf onze jassen aan de kapstok en mogen een tafeltje uitkiezen. Er zijn nog een reeks lege plekken in het restaurant. Een oma met haar kleinzoon en een jong koppel wandelen later binnen, maar ook zij zullen de ruimte niet volledig opvullen. Toch creëren de brandende kaarsen op tafel en de gedimde stookketellampen een gezellige sfeer.

Campari

Als aperitief neem ik een Campari, puur met ijs. Om mijn grootvader op zijn sterfdag te eren met zijn favoriete drank. Mijn mederecensent vraagt naar ‘een boerke’. De kelner kijkt hem stomverbaasd aan. Hij vraagt nu naar ‘een boerke Stella’. Een ober in een voormalige brouwerij hoort het verschil in bierglazen te kennen. We kiezen de tweegangen lunchmenu. Als hoofdgerecht Haspengouwse zesrib met sla en frietjes en archiducsaus. Het dessert is een appeltaartje met praliné- ijs en crumble van speculaas.

Wanneer mijn bord op tafel komt, tovert het perfect saignant gebakken stuk rood vlees spontaan een glimlach op mijn gezicht. Die grijns verdwijnt als het vlees niet altijd even mals blijkt. Aan de rand van dit Haspengouws rund hangen nog grote stukken vet. Zij zorgden er tijdens het bakproces mee voor de volle smaak van deze Sint-Truidense côte de boeuf. Een stuk uit de rug van het rund voor de liefhebber. Drie kommetjes met de verse frietjes, een slaatje met tomaat en honingmosterd dressing en de huisgemaakte Archiduc staan tussen ons in op tafel. Het vlees ligt op het bord geserveerd met een plukje waterkers. Soms hoeft het niet meer te zijn. Een geslaagd hoofdgerecht.

Crumble

Het dessert staat al voor onze neus nog voor de lege borden van het hoofdgerecht in de vaatwasser staan. We zitten nog aan ons eerste drankje. Om gezellig te lunchen geef je hier best aan dat de gerechten wat langzamer mogen komen. Tip: geef dit op tijd aan. Het zaalpersoneel zit vaak verstopt in de keuken. De appeltaart is lekker, maar niet geweldig. Gekocht in de supermarkt en daarna kort opgewarmd in de oven. Voor een etablissement met zo’n klassevolle uitstraling kan dit niet. Een vierde van het appeltaartje laat ik zwaar ontgoocheld staan. Het praliné-ijs daarentegen is wel lekker, afgewerkt met een crumble van speculaas. Deze twee smaken smelten op je tong zoals een ijspraline. Genieten.

Voor € 25 per persoon hebben we lekker geluncht. Maar neem je een hoofdgerecht vanop de vaste kaart dan zit je tussen de € 26 en € 34. Doe daar nog een voorgerecht en een koffie achteraf bij en de rekening loopt snel op. Best duur dus voor een doordeweekse lunch. Haar vermelding in Gault&Millau en Michelin is terecht, al geef ik een maximale score van 12/20. Een verzorgde brasserie met gerechten die doorgaans de standaard in het genre halen, maar geen verfijnde haute cuisine in deze zaak. Wij komen graag terug om een andere menu uit te proberen. Tot in de pruimentijd.

Tekst & foto: © Jimi Claeys