19/12/2019

Studeren in het buitenland: ‘Als ik Japans sprak begonnen ze in het Engels tegen mij omdat ze dachten dat ik het niet kon’

Studenten Sander Geens (20) en Alice Paris (23) studeerden een periode in Zuid-Afrika en Japan. Hoe zagen de lessen eruit, hoe werd er omgegaan met de cultuurverschillen en welke impact heeft deze ervaring op hen gehad? 

Nieuwe culturen ontdekken, vrienden maken vanuit alle hoeken van de wereld en een meerwaarde aan je CV. Het zijn een paar redenen waarom studenten kiezen om op uitwisseling te gaan. Bij de International Office van je hogeschool of universiteit helpen ze je graag verder om makkelijk naar het buitenland te gaan. 

Volgens Marjan Maes (Internationalisering VUB) staat internationalisering hoog aangeschreven in de agenda van de universiteiten. Er zijn dan ook talloze mogelijkheden voor uitwisselingen en het aanbod blijft ieder jaar groeien. 

Sander Geens (20) en Alice Paris (23)  © Sofie Kerremans

De bestemming bepalen

Alice, student Architectuur binnen de faculteit Ingenieurswetenschappen aan de VUB, trok voor een jaar naar Tokio in Japan. Ze volgde er les aan één van de beste universiteiten. Sander Geens koos voor Zuid-Afrika. Hij is een International Communication & Media student aan Thomas More en ging voor een semester op uitwisseling bij een partneruniversiteit in Kaapstad. 

Sander had voor zijn uitwisseling al kennis gemaakt met Zuid-Afrika. ‘Ik ben er in 2010 op vakantie geweest met mijn familie en toen merkte ik op dat de cultuur en sfeer me daar heel erg aansprak. Ik heb toen een klik gemaakt en wist zeker dat ik nog eens wou terugkomen. Dat ik reizen kan combineren mijn studies vind ik heel positief.’

De aanleiding om op uitwisseling te gaan was voor Alice meteen duidelijk: ‘Reizen is voor mij altijd al belangrijk geweest, hoe verder hoe beter. Continu heb ik de drang om ergens anders te wonen. Zodra Japan voor mij een optie was, wou ik meteen naar daar. Zelfs nu het voorbij is heb ik nog steeds zin om opnieuw op avontuur te gaan.’

Laat de voorbereidingen beginnen

Studeren in het buitenland vraagt veel voorbereiding. Je moet je visum in orde brengen, partnerscholen keuren toelatingsbrieven goed en overheden worden gecontacteerd voor de juiste documenten. Bij Alice ging het iets verder. ‘Ik ben naar Düsseldorf geweest om er een Engelse niveautest af te leggen. Het was de enige optie die ik nog had. Ik wou ook vertrekken met enige kennis over mijn bestemming, dus had ik besloten om een korte cursus Japans te volgen. Een paar woorden en zinnen moest ik er toch kunnen verstaan.’ 

Sander zijn voorbereiding heeft een goed half jaar in beslag genomen. De communicatie met de partneruniversiteit in Zuid-Afrika verliep niet altijd even vlot. ‘Afrika is Europa niet, alles is daar nog op papier. De school was naar mijn gevoel niet bestemd voor internationale studenten. Ik heb veel zelfstandig verwerkt en moest mijn plan trekken.’

‘Naar het buitenland gaan leek heel veel werk maar uiteindelijk viel het goed mee eens ik er mee bezig was.’

Studenten kunnen tijdens de voorbereidingsfase ook proberen om een beurs te halen. Dat is ook wat Sander heeft gedaan. Marjan Maes stelt vast dat je faculteit of opleiding bepaalt of je in aanmerking komt voor een beurs. ‘Beurzen worden aangeboden door het Erasmus+ programma of de Vlaamse overheid, al voorzien hogescholen en universiteiten in de meeste gevallen ook een eigen beursprogramma. We vinden het belangrijk dat zo veel mogelijk studenten de kans krijgen om op uitwisseling te gaan. Een beurs verlaagt de drempel.’

De voorbereidingen zijn in orde. Tijd om de koffers te nemen en te vertrekken. Wegens een drukke examenperiode kon Sander pas twee dagen voor zijn vertrek beginnen met inpakken. Klaar voor het avontuur was hij wel. ‘Op 25 januari 2019 ben ik vertrokken. De dag van mijn aankomst in Zuid-Afrika werd ik opgehaald door familie. Nadien lieten ze me kort de stad zien en brachten me tot aan mijn AirBnb. Voor het appartement betaalde ik €450 per maand. Wat duur is voor Zuid-Afrika maar ik verbleef in het centrum van Kaapstad. Een verblijf aan mijn universiteit was veel te duur.’ 

Alice daarentegen heeft ruim de tijd genomen om afscheid te nemen. Ze vond het één van de mooiste periodes. ‘De laatste dagen thuis waren intens. Ik had toen ook niet het gevoel dat ik voor meer dan een jaar weg ging. Ik ben bewust al in juli vertrokken zodat ik door Japan kon reizen vooraleer ik achter de schoolbanken kroop. Ik wist dat het heftig ging worden en wou eerst genieten.’ 

‘Er was een limietdatum aan mijn tijd in België en dat maakte alles opeens mooier.’

Aangekomen in Japan had Alice het zwaar want ze had last van een jetlag. ‘Op de luchthaven werd ik opgehaald door kennissen die wonen in Tokio. We kwamen meteen heel goed overeen. Zij hebben me doorverwezen naar een werkplek waar ik tijdens de zomer terecht kon. Ik werd in de cultuur gesmeten en verbleef op een boerderij in het platteland. Ik had er mijn eigen traditionele kamer.’ 

De opstart van de lessen

Sander volgde een semester les aan de Cape Peninsula University of Technology (CPUT). Hij was er de enige uitwisselingsstudent en zocht zelf zijn weg. ‘Mijn eerste indruk op school was negatief. Het was echt op z’n Afrikaans. Er waren geen geen officiële kanalen om op te communiceren over de taken of het uurrooster. Zodra ik was toegevoegd in de klasgroep werd de situatie aangenamer. Mijn klas betrok me overal bij. Na een maand kon ik wel zeggen dat ik mij er thuis voelde.’ Sander was naast de enige uitwisselingsstudent, ook de enige blanke student in zijn klas. Dat was geen nadeel want zijn medestudenten waren heel inclusief. 

‘Ik heb eerst de Zuid-Afrikaanse cultuur geobserveerd en heb me dan aangepast. Het is normaal dat dat even tijd vraagt.’

Daarnaast bestond zijn uurrooster voor 90% uit praktijklessen en voor 10% uit theorie. ‘Veel nieuwe leerstof heb ik niet gezien. Het fijne daaraan is dat ik heel veel heb gedaan. Onze opdrachten waren steeds voor echte bedrijven en werden achteraf gebruikt. Op Thomas More voorzien ze vooral fictieve opdrachten. Het niveau lag er lager maar het was daarom niet minder zwaar.’ 

In de partnerschool van Sander werken ze met class representatives. Dat zijn tussenpersonen die in contact staan met de studenten en op hun beurt ook met de docenten. Dat zorgde voor een fijne sfeer en vlotte aanpak. 

Alice zou normaal gezien met een medestudent naar Japan gegaan zijn maar die had opgegeven bij de administratieve voorbereidingen. ‘Ik was de enige student van de VUB die daar terecht kwam. Mijn klas bestond uit allemaal Japanners op één Duitse jongen na. Ik volgde een Engels programma maar de taalbarrière was heftig. De theorielessen werden in in het Japans gegeven en hier en daar werd er eens een zinnetje vertaald naar Engels. Mijn praktijk leerkracht sprak gelukkig wel goed Engels.’ 

‘Op school had ik het moeilijk. De campus was grijs en triest. Ik liep er verloren en voelde me een buitenstaander.’

Alice ontwikkelde voor ze het wist een afkeer voor haar schoolomgeving maar toch liet ze zich niet hangen. ‘Mijn eerste indruk over Tokio was super. Zeker de eerste dagen had ik het gevoel alsof ik me in een droom begaf. Toen ik op school belandde viel ik uit die droom. Ik wou nooit weg uit Japan maar heb wel overwogen om te stoppen met naar de lessen te gaan. De omgeving was er zo anders, ik kon er moeilijk aan wennen.’ 

‘De theorielessen waar heel erg saai. Iedere leerling moet daar naar de les omdat er altijd een test kan volgen. Ik hou van het universiteitsbeleid hier bij ons en daar ging ik dan ook steeds minder gemotiveerd naar de lessen. De prestatiedruk in Japan ligt ontzettend hoog. Er wordt het uiterste verwacht van de studenten.’

‘Locals vertelde me dat het tot vier jaar kan duren vooraleer je je echt thuis kan voelen in Japan.’

Eerder had Alice het al over de taalbarrière. Die viel haar zwaar en maakte het niet makkelijk om te communiceren. ‘Wanneer ik Japans praatte begonnen ze in het Engels tegen mij. Er werd niet verondersteld dat ik die taal mocht en kon praten. Naar het einde van het jaar toe begreep ik meer en meer de termen van de architectuur. Bij mijn laatste presentatie merkten mijn docenten op dat ik het begreep. De jury begon in het Japans tegen mij en dat was een mooie beloning. Nu kan ik perfect met een Japanner communiceren.’ 

In het buitenland werken of studeren heeft meer te bieden dan een mooie herinnering, concludeert Marjan Maes en het verhaal van Sander en Alice is nog niet verteld. Hoe gingen ze om met de cultuurverschillen? Wat was hun levensstijl daar? Hadden ze last van heimwee? De antwoorden op de deze vragen ontdek je in het volgende artikel van deze reeks. Hou 21bis.be zeker in de gaten.

Tekst: Sofie Kerremans, foto’s: © Unsplash, Sander Geens, Alice Paris & Sofie Kerremans

Dit artikel is onderdeel van de reeks ‘Aan de andere kant’ waarbij we nagaan welke impact andere culturen hebben op onze westerse levensstijl. Wat doet een cultuurschok met je en hoe zit het met het studentenleven aan de andere kant van de wereld?