10/04/2020

Straks zijn we met 9 miljard, maar is dat wel zo dramatisch als het klinkt?

De aarde warmt op, CO2-emissies blijven beduidend stijgen en ook het wereldwijde bevolkingsaantal kent een flinke groei. Vandaag staat die teller op bijna acht miljard. Toch is die bevolkingsexplosie geen directe oorzaak van de groeiende klimaatcrisis. ‘De bevolkingsgroei doet zich vooral voor in arme landen die nauwelijks CO2 uitstoten. Onze niet-duurzame levens zijn een veel groter probleem’, zegt Gerard Govers, hoogleraar geografie en vicerector aan de KU Leuven.

De wereldbevolking begon exponentieel te stijgen sinds het begin van de industriële revolutie rond 1750. Nieuwe technieken werden plots relatief snel toegepast en de industrialisatie van kapitaalintensieve machines zorgde voor een constante verbetering in productie en welvaart. Er is nu meer voedsel per persoon aanwezig op aarde dan 30 jaar terug. ‘De voedselproductie is veel sneller gestegen dan de bevolkingsgroei’, zegt Govers. ‘We zijn de groeiende bevolking kunnen blijven voeden omdat we onze landbouwtechnologieën hebben verbeterd.’ Maar wat dan met de klimaatopwarming?

Stijgend CO2-gehalte is zorgwekkender
Vandaag is de klimaatopwarming niet zozeer het gevolg van de stijgende bevolking, maar wel van de toenemende CO2-uitstoot in het Westen en andere industrielanden. ‘We kunnen geen acht miljard mensen op aarde hebben en tegelijk evenveel CO2 uitstoten als wij in het Westen doen’, zegt Govers. ‘Dan zou de klimaatopwarming uit de hand lopen.’ Maar dat is niet het geval. ‘De bevolkingsgroei concentreert zich in arme ontwikkelingslanden die weinig bijdragen aan de CO2-uitstoot. Bij ons daalt het vruchtbaarheidscijfer zelfs. En meer nog: het totaal aantal kinderen op de planeet neemt niet meer toe. We hebben nu ongeveer 2,3 kinderen per vrouw, en dat zal nog blijven dalen in de toekomst.’ De reden dat we binnenkort dan toch met negen miljard gaan zijn, is simpelweg omdat we nu een gemiddelde levensverwachting van 72 jaar hebben. Veel hoger dan vroeger dus.

Volgens professor Govers is het vooral belangrijk om onze levens te verduurzamen. ‘CO2-uitstoot reduceren is de sleutel in het klimaatprobleem. Maar dat hadden we ook moeten doen als we maar met vier miljard waren.’ De voornaamste bevolkingsgroei, die zich vooral in arme landen in Afrika bevindt, heeft met heel wat andere factoren te maken. ‘Die groei moeten we ook reduceren, maar vooral nuanceren als we die tegenover het klimaatprobleem plaatsen.’

 

Waarom groeit Afrika zoveel sneller?
Om de bevolkingsstijging in armere landen in te perken, moet de kindersterfte dalen en de opleiding van jonge vrouwen en hun participatie aan de arbeidsmarkt verbeteren. Dat klinkt op het eerste gezicht misschien niet vanzelfsprekend, maar er zit een maatschappelijke logica achter. ‘Kinderen betekenen in een arme landbouwsamenleving iets heel anders dan bij ons’, aldus Govers. ‘In België zijn kinderen een investering. Vrouwen zijn hier doorgaans goed opgeleid en ze besteden de nodige aandacht aan een carrière. Daarna willen ze vaak dat hun kinderen ook goed zijn opgeleid en zullen ze hier dus in investeren.’

‘De helft van die kinderen haalt de leeftijd van vijf jaar niet’

In arme landen ligt dat helemaal anders. ‘Waar een kind bij ons iets is om in te investeren, is het in een arme landbouwsamenleving eerder een hulpbron’, zegt Govers. ‘Tot heel kort geleden waren de meeste mensen in Afrika landbouwers. Ze leefden van wat het land hen opbracht. Hun kinderen konden dan helpen op het veld en hen ondersteunen op hun oude dag.’ Maar de kindersterfte in deze landen ligt honderd keer hoger dan bij ons. ‘De helft van die kinderen haalt de leeftijd van vijf jaar niet.’ Dat is problematisch, want de arme Afrikaanse landbouwers hebben de hulp van hun kinderen nodig.

‘Dan is het niet onlogisch dat ze zoveel kinderen op de wereld brengen’, concludeert Govers. ‘Ze willen zekerheid. Ze willen dat minstens twee van hun kinderen overleven, dus om de kansen te vergroten gaan ze vaak zes tot zeven kinderen hebben. Zo blijven er gemiddeld zelfs meer dan twee kinderen over, wat de enorme bevolkingsgroei verklaart.’ Als de kindersterfte afneemt, zal de groei dat dus ook doen.

Toekomst met optimistisch perspectief
Het probleem van ‘overbevolking’ is volgens professor Govers niet onoplosbaar. ‘Met het terugdringen van kindersterfte, een goede opleiding voor jonge vrouwen en voldoende economische ontwikkeling stopt de bevolkingsexplosie vanzelf.’ Die daling van kindersterfte lukt volgens Govers al relatief goed op de planeet, maar er is nog heel wat werk aan investeren in opleidingen en onderwijs. Als we daarop succesvol inzetten, zal het wereldwijde bevolkingsaantal tegen 2060 pieken om daarna weer af te nemen.

Govers kijkt door een vrij optimistische bril naar de toekomst: ‘De worstcasescenario’s doen zich niet voor.’ Dat heeft volgens hem veel te maken met de beduidende inspanningen die Afrika nu al doet om zijn onderwijs steeds meer op de agenda te krijgen. ‘In sommige arme landen zien we toch een opmerkelijke daling van de geboortecijfers’, aldus Govers. Zo zag het er voor Ethiopië in de jaren 80 uiterst dramatisch uit, terwijl vrouwen daar nu gemiddeld drie kinderen minder krijgen dan toen. Die dalingen zien we ook in andere landen zoals Bangladesh en Egypte. ‘Zulke maatschappijen veranderen steeds meer van een klassieke landbouwmaatschappij naar een marktgeoriënteerde maatschappij die kansen biedt aan vrouwen.’ Maar in landen zoals Egypte moeten we voorzichtig zijn. ‘De bevolking kan daar af en toe terug stijgen, omdat de cultuur en religie vrouwen kunnen verhinderen in hun participatie aan de maatschappij.’

Het grote aandeel van internet en sociale media in onze huidige samenleving is volgens Govers ook een belangrijke factor in het terugdringen van bevolkingscijfers in armen landen. ‘Die mensen krijgen via het wereldwijde web nu veel meer informatie binnen. Een smartphone vervangt een formele opleiding niet, maar zo krijgen ze ook hoogte van andere manieren van leven.’

En wat kunnen wij doen?
Het Westen moet belangrijke doelstellingen voor ogen houden. ‘Maar het in andere landen gaan uitleggen moeten we vooral niet doen’, benadrukt professor Govers. ‘Dat hebben we in de geschiedenis van het kolonialisme genoeg gedaan en dat is niet goed uitgedraaid.’ Lager en secundair onderwijs voor zoveel mogelijk jonge kinderen is prioritair. ‘Wij hebben de taak om die boodschap over te brengen, maar we kunnen andere landen niets opleggen. Ook niet over hoeveel kinderen ze wel of niet mogen hebben.’

Australisch filosoof Peter Singer stelt dat we te bang zijn voor neokolonialisme en daarom te weinig ingrijpen in andere landen. ‘We moeten wel degelijk op onze hoede zijn voor neokolonialisme’, zegt Govers. ‘We kunnen uitleggen wat er belangrijk is om de bevolkingsgroei onder controle te krijgen, maar uiteindelijk moet het daar gebeuren.’

‘Gedwongen maatregelen zijn geen oplossing. Ze beperken een fundamentele individuele vrijheid’

Zo is hij dus geen voorstander van gedwongen maatregelen. Het geboortebeperkingsprogramma in India in de jaren 50 en de eenkindpolitiek in China zijn volgens hem ethisch betwistbaar. ‘Je beperkt een fundamentele individuele vrijheid. Bovendien was de Chinese eenkindpolitiek een postfactumpolitiek, omdat ze ingevoerd werd op een moment dat de geboortecijfers in China al laag waren.’

Onze cijfers dalen, en dat voedt de vergrijzing
In België is het vruchtbaarheidscijfer gedaald tot 1,7 en ook in andere West-Europese landen blijft dat cijfer afnemen. Toch kan zo’n daling onvoorziene neveneffecten met zich meebrengen. Zo telt Japan intussen nog maar gemiddeld één kind per vrouw. ‘Dat is problematisch’, zegt Govers. ‘Dat leidt tot het verlaten van wijken en het vergrijzen van het platteland, want alle jonge mensen trekken massaal naar de steden.’ Een samenleving rechthouden die bestaat uit veel oude mensen en weinig jonge mensen, hebben we als mensensoort nog nooit gedaan. Het is dus afwachten hoe zoiets uitdraait.

In West-Europa zijn de geboortecijfers voorlopig nog hoog genoeg om zulke situaties te vermijden. ‘De daling van het aantal productieven wordt deels gecompenseerd door een verhoogde productiviteit. Terwijl nu een derde van de jonge mensen in Vlaanderen hoger onderwijs volgt, was dat een generatie terug maar een op zeven. Hierdoor nemen nu ook meer jonge mensen actief deel aan de arbeidsmarkt.’ Zolang de geboortecijfers hier blijven zoals ze zijn, moeten we ons over zo’n vergrijzing niet te veel zorgen maken.

Media moeten bevolkingsgroei anders benaderen
Doemverhalen: daar houden we volgens professor Govers wel van. ‘Vooral de doemdenkers die betogen dat alles misgaat en nooit meer goedkomt, krijgen veel media-aandacht. Bevolkingsgroei wordt te vaak bestempeld als een onoverkomelijk probleem. We moeten meer aandacht geven aan het feit dat het oplosbaar is als we er met ons allen op inzetten.’

‘Bang zijn’ is volgens Govers niet erg, maar we moeten ook alert zijn voor de harde feiten. ‘We hebben reflexen en emoties en we hebben ons vaak al een idee gevormd voor we feitelijke data hebben. Het kan zijn dat die data onze idee niet bevestigen, maar dan moeten we ook in staat zijn onze conclusie bij te stellen’, aldus Govers.

Tekst: Hanne De Vleeschouwer, foto bovenaan: Amy West (CC BY 2.0), grafiek: data van Wereldbank (CC BY 4.0)