14/06/2020,

Journalistiek in coronatijden

Meer dan ooit speelt het nieuws een belangrijke rol in ons leven. Al is het maar om de maatregelen die de Veiligheidsraad tijdens zijn persconferenties bekendmaakt, te verduidelijken. Maar hoe groot is de impact van het coronavirus op de journalistiek zelf?

Wij vroegen het aan VTM Nieuws-reporter Birgit Herteleer en conflictjournalist bij VRT NWS Rudi Vranckx. Zij vertellen hoe de coronacrisis het werk op de redacties heeft veranderd, en wat de impact ervan zou kunnen zijn op lange termijn. Ook het Center for Journalism Studies (CJS) onderzocht, in samenwerking met de Vlaamse Vereniging van Journalisten, de gevolgen van de coronacrisis op de journalistieke sector. 

Interesse in het volledige verslag? Lees dan Corona als kantelpunt in de Vlaamse journalistieke sector: Bevindingen van een surveyonderzoek onder Vlaamse journalisten van 8-19 april 2020

Ook journalisten werken vanuit hun kot
De bevolking informeren, blijft belangrijk, en daardoor kwamen alle nieuwsredacties terecht op de lijst van essentiële beroepen. Maar om toch aan social distancing te kunnen doen, werd er maximaal ingezet op thuiswerk. Volgens het onderzoek van het CJS, kreeg 70,1% van de journalisten de mogelijkheid om van thuis uit te werken.

Ook Herteleer vertelde ons midden mei dat ze nog geen enkele keer naar de redactie was gegaan in de ochtend. ‘Ik volg de vergaderingen via Google Hangouts’, laat ze weten. Daarbij komt ook dat de werkdruk voor haar verminderd is op de meeste dagen, omdat het aantal studiogesprekken steeg en het aantal reportages die gedraaid moesten worden, daalde. Daarbij bespaart ze ook nog eens drie uur per dag die ze anders in haar auto of op het openbaar vervoer zou spenderen.

Net als bij VTM, wordt er op de nieuwsdienst van VRT gestreefd naar zo weinig mogelijk fysieke aanwezigheid op de redacties. ‘Elke groep moest zichzelf wat organiseren’, vertelt Vranckx. ‘Voor mijn redactie hield dat een dagelijkse vergadering in rond 10 uur, maar na verloop van tijd is er besloten om een keer per week te vergaderen voor de documentaires. Voor de sociale media wordt er wel nog steeds elke dag twee tot drie keer overlegd.’

Maar niet alles kan van thuis uit worden gedaan. Vranckx benadrukt hierbij de nood aan menselijke interactie, wat in de journalistiek heel belangrijk is in het creatieve proces en op het vlak van feedback. 

Aanpassingen op de redacties
Er werden daarom maatregelen genomen zodat ook op de werkvloer veilig kon gewerkt worden. 

Zo moet er op de VRT een bepaald parcours gevolgd worden, zodat je elkaar niet kan kruisen, wordt make-up niet meer voorzien, en houden gasten voldoende afstand wanneer ze de studio binnengaan. ‘Er wordt gestreefd om maximaal 50 procent aanwezigheid te hebben’, laat Vranckx weten. En net zoals wij onze bubbel hebben samengesteld de afgelopen weken, worden er minibubbels gevormd tussen een cameraman en een klankman. Zo werken zij altijd in één team samen.

Ook bij VTM werd er in het begin nagedacht om met vaste teams te werken, maar dat was moeilijk haalbaar.

Wel wordt er gewerkt met een A-ploeg en een B-ploeg, waardoor deze niet met elkaar in contact komen en ook een soort van bubbel creëren. Daarbij is monteren op de redactie ook minder evident geworden. ‘De monteur zit dan in de montagecel en wij zitten op de gang met onze computer de beelden te volgen’, vertelt Birgit Herteleer. Overleggen is dus moeilijk.

Wat wel op beide redacties gebeurde, was voldoende aandacht besteden aan het bijleren van de nieuwe vaardigheden die nu worden ingezet om aan journalistiek te doen.

‘We hebben een aantal webinars gehad over hoe we dat het beste kunnen doen. Zo kun je bijvoorbeeld aan de geïnterviewde vragen om een paar boeken onder de laptop te zetten, zodat je een beter interviewkader krijgt.’ – Birgit Herteleer over het gebruik van Zoom

Vernieuwde aanpak bij interviews en verplaatsingen
Volgens het onderzoek van het CJS, dienen interviews in deze periode minder als nieuwsbron. Namelijk een derde van de ondervraagde journalisten geeft aan dat ze minder gebruik maken van eigen interviews. Dat is misschien ook wel logisch. Er moeten rekening worden gehouden met een hele reeks maatregelen.

‘Op het veld wordt er niet meer gelepeld, maar houdt de gast zelf de microfoon vast waarover een folie is geplaatst’, legt de VTM-journaliste uit. ‘Bij straatinterviews steken we de microfoon op een lange stok om voldoende afstand te houden, en in de studio krijgen de gasten niet langer een microfoontje op hun T-shirt geprikt.’

Om voldoende afstand te kunnen bewaren, werd er besloten om niet langer te ‘lepelen’. Dat is het constante bewegen van de microfoon tussen de interviewer en de geïnterviewde. ©️Redrecords via Pexels

Voor verplaatsingen in team heeft men op beide redacties bedacht om plexischermen te plaatsen in de wagen. De VRT-ploeg die naar Denemarken ging om verslag uit te brengen over de coronacrisis daar, ging zelfs in twee wagens in plaats van één.

Bovenop de extra genomen maatregelen, houden de redacties zich ook aan de regels en tips die de overheid en de experten aan de bevolking gaven. En daar hoort het vele ontsmetten van de studio’s en de werkplaatsen ook bij.

Is journalistiek belangrijker dan ooit?
Ondanks alle maatregelen waar journalisten nu rekening mee moeten houden, is hun rol misschien wel crucialer dan ooit. Meer dan ooit is het belangrijk om de juiste informatie te verspreiden, ‘want mensen springen er direct op als je foute informatie verspreidt en dat kan grote gevolgen hebben’, zegt Birgit Herteleer. Het is dus belangrijk om correct te zijn, en voldoende en goede uitleg te geven. 

Fake news moet dus zoveel mogelijk worden vermeden, wat niet anders is dan normaal. Toch heeft iets minder dan twee derde van de ondervraagde journalisten in het onderzoek van het Center for Journalism Studies aan dat er veel fake news rondgaat over de coronacrisis. Voldoende informeren en checken, blijft dus de boodschap.

Wat ook van belang is, is om niet enkel te focussen op het negatieve nieuws. Ook het positieve nieuws moet aandacht krijgen. Zo lanceerde VTM ‘Het Langste Applaus’, een rubriek tijdens Het Nieuws waarin een drone dagelijks over Vlaanderen vloog om het applaus voor de zorgleners vast te leggen.

‘Het gaf mensen hoop, vooral omdat we ons allemaal geïsoleerd voelden. Doordat heel Vlaanderen meedeed, kreeg je het gevoel dat je toch niet alleen was in je kot.’ – Birgit Herteleer

De mogelijke impact op lang termijn
Maar heeft de coronacrisis nu ook blijvende veranderingen veroorzaakt binnen de journalistiek? 

Volgens Rudi Vranckx is dat nog te vroeg om te zeggen. ‘Er zal meer van thuis uit gewerkt worden, maar zolang er geen vaccin is, denk ik dat er een soort hybride tussenoplossing zal worden gevonden.’

‘Vooral het aanpassen voor onbekende duur, is psychologisch moeilijk.’ – Rudi Vranckx

Ook Birgit Herteleer denkt dat er veel mobieler gaat gewerkt worden, ‘maar inhoudelijk werken wij nog altijd op dezelfde manier als voordien.’

Verslag van aan de frontlijn
Voor VTM Nieuws volgde Herteleer eind april een week de afdeling intensieve zorgen van het Jessa Ziekenhuis in Hasselt, een van de zwaarst getroffen ziekenhuizen tijdens de crisis. De reeks van reportages zorgde voor heel wat positieve reacties. ‘Het is interessant en fijn om ook de menselijke kant te zien in het nieuws’, legt Herteleer uit. ‘Als journalist breng je al weken verslag uit over het virus en dan voornamelijk de cijfers errond, en af en toe zijn we ook bij getroffen gezinnen geweest. Maar de echte ‘frontlinie’, waar de ergste gevallen liggen en waar het zwaarst belaste personeel zit, dat was zeker een meerwaarde als journalist om te zien en om te kunnen tonen.’

Op de redactie is er ook goed nagedacht geweest over de manier waarop deze reportages zouden gebracht worden. ‘Naar onze mening was het een belangrijke en waardevolle reeks om te maken’, vertelt de reporter van VTM Nieuws. ‘Maar wat we wel en niet tonen, en hoe, is een evenwicht dat we elke keer zoeken en elke keer goed vinden, denk ik.’

De reportage van dinsdag 21 april 2020, kan je hier herbekijken.

Hoe de frontlijn werd verlegd
Rudi Vranckx en zijn team maakte onlangs een nieuwe documentaire ‘Corona: de nieuwe frontlijn’. Een stuk dat verder kijkt dan ons Belgenland. We zouden haast vergeten dat over onze landsgrenzen ook corona aanwezig is. Maar, hoe zit het dan met de conflictlanden?
Vranckx onderzocht de situatie in de Gazastrook, waar de zwakte van het afgesloten manier van leven nu misschien hun sterkte kan zijn. Ook Syrië, waar net voor de coronacrisis nog een vluchtelingenstroom van werd verwacht. Door onder andere de band met België en het verspreiden van fake news, komt Congo aan bod. Tenslotte is er Ecuador, waar vanuit de journalistiek wel eens wat verzwegen wordt.

De documentaire werd onlangs offline gehaald, maar hier kan je nog enkele behind-the-scenes beelden bekijken.

‘Je moet je aanpassen, want je kan niet reizen en elk van die landen was afgesloten van de buitenwereld’, vertelt Vranckx. ‘Mijn insteek was: hoe zit het nu in die delen van de wereld of in andere delen van de wereld, terwijl wij naar onze navel kijken en niet van onder onze kerktoren weg kunnen? Hoe zou het daar kunnen zijn? En hoe kan ik dat overbrengen?’

Om te beginnen aan zo een complexe documentaire, selecteerde het team eerst de landen. Origineel waren er acht opties. Buiten de gekozen landen was er nog het vluchtelingenkamp Moria in Lesbos, een eiland van Griekenland, maar daar waren te veel quarantaineregels wat de werking van het stuk belemmerde. Verder lagen Bangladesh, Afghanistan en Libië nog op de tafel. ‘De situaties in die landen waren vrij afwachtend: gaat er iets gebeuren of niet? Er zat vrij weinig beweging in. Mocht er dan toch iets gebeuren, konden we er nog steeds op inspelen’, zegt Vranckx.

Toen Vranckx en zijn team begonnen aan de documentaire, hadden ze hun oog op 8 landen. Uiteindelijk kozen ze voor 4 landen met elk hun eigen verhaal.

Eens de landen gekozen waren, kon het team aan de slag. ‘Ik heb van in het begin al eens een ronde gedaan met alle fixers die ik kende, vertalers of tolken in landen waar ik al geweest ben, of via social media.’ Het team kreeg zo meer contactpersonen in die landen. 

Het opzet was om hen een maand lang te volgen en twee keer per week te contacteren, om te kijken hoe de situatie evolueerde. ‘We hebben hen vergoed, want dat is een job voor hen, en ook omdat zij allemaal in die tijd totaal werkloos waren. Wij werden hier doorbetaald of in het ergste geval technisch werkloos gezet. Ik vond het logisch dat wij met hen een contract afsloten om hen een maand lang te volgen. We hadden geen reiskosten, geen cameracrew waar ik zelf mee naar daar ging. Dus konden we met hen telkens een deal maken’, vertelt Vranckx.

Hoe evolueert het virus in die landen? Dat was de vraag. Maar, dat is natuurlijk moeilijk op te volgen als je daar zelf niet aanwezig bent. Dus zochten Vranckx en zijn team daar een oplossing voor. Twee keer per week een videogesprek met de contactpersonen, dat werd opgenomen met een smartphone of iets gelijkaardigs. Technisch gezien streven journalisten naar de beste kwaliteit van video, maar in deze situatie was dat niet simpel. 

‘We zochten een zo goed mogelijke oplossing en hebben hen gevraagd om met mij mee te denken. Zij werden op pad gestuurd om als reporter, mijn verlengstuk op het terrein, te gaan fungeren. Om een manier van werken proberen te bedenken die maakt dat zij de vragen gaan stellen die ik zou stellen, wat ze anders doen samen met mij, maar wat ze nu autonomer moesten doen. Ik denk dat wij de eersten waren die dat op die manier aangepakt hebben. Vooral omdat we ze ook zelf op pad stuurden’, legt Vranckx uit. De reporters ter plaatse deden echt onderzoekswerk.

Vranckx kondigde de nieuwe documentaire aan met enkele beelden van achter de schermen.

Het werk van de contactpersonen was een ware opgave. In Ecuador leeft er bijvoorbeeld angst en strenge lockdown, wat er voor zorgde dat de contactpersoon daar niet op pad wilde trekken. Hij is zelf ook ziek geworden en stuurde iemand anders. En in andere landen is er dan weer weinig vertrouwen in de overheid. Kijk maar naar Congo. 

‘Het moment dat ze beseffen wat het is als het toeslaat, dan beseffen ze het snel. Het is veel gevaarlijker als mensen de wetenschap ontkennen, of leugens en fake nieuws geloven. Dat is veel gevaarlijker en zo zijn er tot in het Witte Huis toe zelfs, dus, dat is veel erger, dat vind ik gevaarlijker’, sluit Vranckx af.

Tekst: Matti Van Vaerenbergh en Thomas Vangrunderbeek, foto bovenaan: van Edward Jenner via Pexels