Stijn Wesemael, jong talent in de onbekende sport horseball: ‘In Frankrijk is de competitie veel bekender, waardoor het niveau ook hoger ligt’
Waarschijnlijk klinkt de sport onbekend in de oren, maar pato is sinds 1953 de nationale sport van Argentinië. En ook in België wordt het gelijkaardige horseball beoefend. Zo won het Belgische vrouwenteam op het Europees Kampioenschap van 2019 nog een zilveren medaille en ging het mannenteam met een bronzen plak naar huis.
Een combinatie van basketbal en rugby, maar dan op een paard. Horseball wordt gespeeld met twee teams van elk zes spelers, waarvan twee reserves, standaard op een veld van 65 op 25 meter. Deze afmetingen wijken soms af, wat toegestaan is zolang de lengte van het speelveld tussen 60 en 75 meter en de breedte tussen 20 en 30 meter bedraagt. Aan beide kanten van het veld staat een doel op 4,5 meter boven de grond. Dit ziet eruit als een grote ring, met een diameter van 1 meter, waar een net aanhangt.
Het doel van het spel is simpel: zoveel mogelijk punten scoren door de bal door de ring te gooien. De uitvoering is een ander paar mouwen. Om de grip van de bal en het oprapen ervan te vergemakkelijken, zit die in een net met zes leren handgrepen. Een doelpunt wordt enkel goedgekeurd als minstens drie achtereenvolgende passen worden gegeven door minstens drie verschillende spelers binnen hetzelfde team. Samenwerking is dus de boodschap. In totaal duurt een wedstrijd twee keer tien minuten, gescheiden door drie minuten rust.
Maar zoals altijd zeggen beelden meer dan woorden:
Hoe horseball ontstond
Deze paardensport kent al een lange geschiedenis. Wij vatten de hoogtepunten even samen:
Jong geweld in de sport
Normaal kwam het Wereldkampioenschap horseball in 2020 naar België, maar ook daar stak corona een stokje voor. Voor student logistiek management Stijn Wesemael (20) een tegenvaller. Hij maakte in 2019 voor het eerst deel uit van het Belgische nationale team tijdens het EK in Portugal.
Opgroeiend tussen de paarden op de manege van zijn grootouders, leerde Wesemael kennis maken met horseball. ‘Als klein kind kijk je daar naar op’, vertelt Stijn. ‘Het lijkt leuk, want de paarden maken heel wat snelheid en er is ook het element van een bal. Ik heb ook enkele jaren handbal gedaan, dus vandaar dat mijn balgevoel wel al goed zat.’ Ondertussen beoefent Wesemael deze sport al meer dan tien jaar.
In 2018 viel hij in de prijzen als ‘grootste talent’ op de Horseball Awards, een gala dat te vergelijken is met De Gouden Schoen in het voetbal. Een prestatie waar hij best fier op is.
Dit bericht bekijken op Instagram
Wesemael speelt momenteel in de Belgische ploeg Caramel Team én in de Franse ploeg Angers. ‘In Frankrijk is de competitie veel bekender dan in België, waardoor het niveau daar hoger ligt’, legt Wesemael uit. Bij ons bestaat de competitie slechts uit twaalf horseballploegen verdeeld over twee divisies. ‘In Frankrijk praat je al snel over twintig à dertig divisies.’
Populariteit in België
In België is de sport nog vrij onbekend. Daarbij komt dat 90 procent van de clubs Vlaams zijn. De Commissie van Horseball probeert de paardensport te promoten via sociale media en het is ook steeds op zoek naar nieuwe locaties, grotere evenementen en meer ploegen. Maar het financiële plaatje speelt ook zeker een rol. Om even de vergelijking te maken: win de Belgische titel in het horseball en je verdient 650 euro als team versus win de Belgische titel in het voetbal en je verdient als ploeg zeven à acht miljoen euro.
‘Het is goed voor de sport dat veel jonge kinderen zich eraan wagen: zo wordt de toekomst gegarandeerd.’
Wat wel in de lift zit, zijn het aantal shetty-ploegen: horseball voor kinderen onder de 12 jaar. ‘Het laatste jaar zijn er vier of vijf zo’n ploegen bijgekomen’, zegt Wesemael. ‘Dat is echt een mooi aantal en het is ook goed voor de sport dat veel jonge kinderen zich eraan wagen. Zo wordt de toekomst van het horseball gegarandeerd.’
Zin in meer verhalen over horseball? Lees ook het interview met Robin Cool, de kapitein van de nationale ploeg.
Tekst: Matti Van Vaerenbergh, foto bovenaan: Beatrice Murch (CC BY 2.0) via Flickr