RECENSIE – Yungblud, wees maar zeker dat we u gemist hebben!
De Britse poppunkzanger Yungblud stond op 1 oktober op het Londense podium van Alexandra Palace, bij de Britten ook wel bekend als Ally Pally. En gelukkig maakte een livestream van Moment House het voor mij mogelijk om vanuit mijn zetel in Antwerpen de sfeer gedurende een dik anderhalf uur op te snuiven. Hoewel ik denk dat het publiek al vóór het concert bijna barstte van de energie, wond een intro de aanwezigen verder op aan de hand van een ‘welcome back, did you miss me?’ in zijn kenmerkende Britse accent. Ook voor hem was het zijn eerste verzoening met een echte concertzaal sinds dat het coronavirus ons leven bevroor. Van kop tot teen in het rood – afgezien van zijn sokjes die nog steeds neonroze kleurden, geen paniek – verscheen Dominic Harrison met zijn brede glimlach enthousiast op het podium. Strawberry Lipstick was als eerste aan de beurt, vergezeld van heel wat elektrische gitaaraanslagen, waardoor het kot al heel snel te klein werd. Veel verder dan roepen in de microfoon geraakte de zanger initieel niet, zelf overvallen door enthousiasme.
Met zijn handen in zijn zij flaneerde de rode bol energie vervolgens ostentatief over het podium. ‘Holy fucking shit’. Zeg dat wel. Nadat concerten bijna twee jaar lang voor ons allen een volledig vreemd begrip werden door de langdurige lockdowns, neem ik zijn brutaliteit er met plezier bij. Niet dat dat een nieuw concept is in het woordenboek van de grofgebekte zanger, die zijn concert verderzet met zijn Parents, een rocknummer waaraan Yungblud tegelijkertijd duidelijk ook stevige hiphopinvloeden heeft toegevoegd. ‘It’s alright, we’ll survive, ‘cause parents ain’t always right’.
De sfeer zat er dik in bij de 10.000 enthousiaste concertgangers. Dat kan ook niet anders met een artiest die door het dolle heen is: in drie minuten liep en sprong hij wel makkelijk twintig keer van links naar rechts. Regenboogvlaggen zwaaiden heen en weer op het ritme van Superdeadfriends, I Love You, Will You Marry Me? en Anarchist, die vervolgens aan de beurt waren. Yungblud’s insteek is dan ook duidelijk: met boodschappen als ‘When you’re making a baby in missionary, be prepared to accept them for what they’re gonna be’ schreeuwde het publiek luidkeels mee.
Het duurde niet lang tot een fan onwel werd temidden van het publiek, waarop Yungblud direct de aanwezige bodyguards opriep om te hulp te schieten. Hij staakte het concert dan ook totdat hij zeker was dat de persoon veilig en wel was. Ondertussen zorgde hij voor een ludiek intermezzo: ‘everybody shut up, Megan is trying to tell a joke’. Ik moet toegeven dat ik jaloers in mijn zetel lig te zitten. De Black Hearts Club, vernoemd naar de tattoos op Dominics vingers, doet Ally Pally op zijn grondvesten daveren.
Ook rustige momenten komen aan bod: Yungblud verscheen na een outfitwissel, dit keer in een lederen rokje, opnieuw op het podium om Mars te brengen. De mosterd is hij daarvoor duidelijk bij Bowie gaan halen, wat niet wegneemt dat Dominic duidelijk thuis is in dit soort nummers. Met de transvlag zwaaide hij dit keer zelf energiek: het nummer is dan ook geschreven voor een transpersoon die hij gedurende zijn Amerikaanse tournee ontmoette. Hij reikte zijn hand uit en trok vervolgens een transpersoon op het podium die negen dagen post-op was, de pleisters nog duidelijk zichtbaar onder het mouwloze jeansvestje.
Gedurende nummers als Weird en zijn laatste nieuwe single Fleabag slaagde de zanger erin om langer dan circa vijftien seconden op beide voeten te blijven staan, wat zijn vocale prestaties een gigantisch grote gunst deed. Met een machtig bereik wist hij zijn nummers zeker eer aan te doen. Over zijn hele discografie heen is er bovendien plaats voor heel wat lyrische diversiteit: het nummer Medication belicht het belang van mentale gezondheid en in Love Song onthult Dominic hoe moeilijk het is om verliefd te worden als je uit een gebroken gezin komt. Door dat laatste nummer worstelde hij zichzelf al huilend met een akoestische gitaar in de handen, temidden van een zee van smartphonelichtjes.
Yungblud sluit zijn armen maar al te graag om zijn excentrieke en unieke fanbase. In een doorzichtig topje en roze kousjes zette hij anderhalf uur lang niet enkel zichzelf, maar ook zijn fans in de schijnwerpers. Zijn typerende eigenheid en zijn ongenuanceerde eerlijkheid verdrongen, wat mij betreft, een valse noot hier en daar. Vanuit mijn zetel had ik het moeilijk om stil te zitten. Eerlijk gezegd maakte ik af en toe ook wel bijna aanspraak op mijn denkbeeldige drumstokjes. Hoewel ik liever zelf tot Ally Pally geteleporteerd was, is Yungblud er sierlijk in geslaagd om de magische sfeer van de zaal door mijn computerscherm te jagen. En laat dat net de kracht zijn van een ijzersterke entertainer.
Tekst: Arianna Bianchi, eindredactie: Olivia Stalpaert
Beeld: © Arianna Bianchi