Terwijl de situatie tussen Oekraïne en Rusland escaleert, blijven Belgische en Russische studenten journalistiek informatie met elkaar delen tijdens tweewekelijkse online vergaderingen. Zeven studenten van de Thomas More-hogeschool in Mechelen nemen deel aan het project.

Op 28 februari is de eerste van een nieuwe reeks online bijeenkomsten tussen journalistiekstudenten van een Moskouse universiteit  en Thomas More Mechelen van start gegaan. Om de twee weken bespreken de studenten verschillende onderwerpen en wisselen ze ideeën uit om dan elk een artikel te schrijven of reportage te maken voor hun doelpubliek.

Veel organisaties verbreken de banden met Russische collega’s naarmate de diplomatieke situatie verslechtert, maar de Thomas More-hogeschool en haar partner in Moskou hebben er bewust voor gekozen om de samenwerking voort te zetten. Studenten en docenten aan beide zijden zijn dankbaar voor deze kans. ‘Wij leiden jonge mensen op tot journalisten en beschouwen deze samenwerking als een essentiële stap in hun opleiding. Bovendien moeten we onze Belgische studenten tonen dat de schuld bij alle Russen leggen geen zin heeft. De Russische studenten zijn duidelijk bezorgd over de huidige situatie en hebben niet gekozen voor de onzekerheid die ze nu ervaren. We hopen dat we met hen in contact kunnen blijven en dat zij hun verhalen met ons kunnen delen, zoals onze studenten dat met hen zullen doen’, aldus Lieve Roegiers, docente Journalistiek aan Thomas More en coördinator van het project.

Enkele Russische studenten spraken hun zorgen en angsten uit over de situatie in Oekraïne. ‘De situatie is onvoorspelbaar’, zei Andrej, ‘We zijn vooral geschokt, net als de rest van de wereld. Ik vraag me af hoe het conflict onze economie en de relaties met de rest van de wereld zal beïnvloeden, maar ik heb geen idee.’ Medestudente Ekaterina voegde toe: ‘Ik vind het moeilijk om te reageren, maar voor nu is ons leven nog normaal.’

Een voorbeeld van een samenwerking kan je hier vinden

Tekst: IJsbrand van Lambalgen, Sam Depraetere, eindredactie: Marlies Geyskens
Foto: © Marlies Geyskens