25/05/2023

Horst Arts & Music festival is dé plek waar verschillende kunstvormen samenkomen

Door elektronische muziek te combineren met kunst en architectuur is Horst Arts & Music festival een van de meest unieke festivals van België. Hoe slaagt het er jaarlijks in zo’n creatieve totaalbeleving op poten te zetten? Onze 21bis-reporter Noah Frooninckx Buelens zakte van 5 tot 7 mei af naar Vilvoorde om het zelf te ondervinden.

Negen jaar geleden vond Horst Arts & Music festival voor het eerst plaats bij het Kasteel van Horst, vandaar ook de naam van het festival. In 2019 was het genoodzaakt te verhuizen naar een andere plek, omdat het festival te groot werd. De Asiat-site in Vilvoorde is de perfecte locatie voor een festival als Horst, zowel om zijn creativiteit volledig tot zijn recht te laten komen, als om nog meer te uit te breiden. Dit jaar telde het festival dagelijks meer dan 10.000 bezoekers.

De kunst- en lichtinstallaties, die je op verschillende plekken op het festival kan terugvinden, zijn kleine kunstwerken op zichzelf .

Vrijdag 5 mei, eenmaal aangekomen met m’n overvolle trekrugzak op de kampeersite in Park Rolleveld, zette ik snel m’n tent op, trok ik m’n festivalkleren aan en vertrok ik naar het festivalterrein. Onderweg naar het festival lach ik met vrienden over het feit dat Horst hét evenement van het jaar is. We houden allemaal van kunst, architectuur, scenografie en elektronische muziek. Horst is dé plek waar al deze kunstvormen samenkomen. Elk jaar opnieuw kijken we dus erg uit naar het festival.

Op het festival merk ik direct hoe kleurrijk het design is; dat spreekt me enorm aan. Het is fijn om te zien hoe Horst werkt met felle kleuren en een speels karakter, zo stapt het af van de clichés waar elektronische muziek – vooral techno – voor gekend zijn: namelijk dat ruwe, donkere, industriële karakter zoals in de Berlijnse nachtclub Tresor. Dat speelse en kleurrijke karakter is vooral terug te vinden in de kunstinstallaties, tentoonstelling en opbouw van de stages.

For all Queens dansen en performen zoals enkel zwarte queer personen dat kunnen.

In totaal zijn er zes verschillende stages wat er twee meer zijn dan vorig jaar. Uiteindelijk kroon ik Veshcell, ook wel ‘Rotonda’ of ‘De Put’ genoemd onder festivalgangers, tot mijn favoriet stage op het festival. De grote, ronde, zwarte en cirkelvormige put leidt je met brede traptreden tot het midden van de dansvloer. Mijn vrienden en ik dansen in het midden van Veshcell, dat overdekt is met grote vuilniszakdoeken en gerecycleerde, zwarte zeilen; op luide techno- en housebeats met heel wat afro, dancehall en funk invloeden. We besluiten bijna unanieme dat de muziek en de algemene vibes in De Put het beste zijn, maar dat de stageopbouw echt niet zo mooi is.

Zaterdagmiddag 6 mei vertrek ik al vroeg naar het festivalterrein, omdat de performance en dj-set van het Brusselse ballroom-collectief For All Queens redelijk vroeg begon in ‘De Put’. Ik sta links vooraan aan de dj-booth en zie hoe twee mannen nog snel twee palen links en rechts van de dj-booth installeren. Plots komen er twee schaars geklede dansers op het podium gewandeld en beginnen ze aan een hete, hypersensuele paaldansact. Tegelijkertijd draaien verschillende artiesten een geweldige mix van house, tecnho, afro, dancehall en vogue. Als kers op de taart maakt dragqueen en clubicoon Kevin Aviance een acte de présence op de Veshcell-stage. Deze drie uur lange dj-set en performance wordt gehost door MC Zelda Fitzgerald.

 

Dit bericht op Instagram bekijken

 

Een bericht gedeeld door Horst (@horstartsandmusic)

De laatste dag van het festival, 7 mei, breekt aan. Ik ben ontzettend moe en besef dat de creatieve totaalbeleving van Horst er bijna opzit. Ook vandaag vertrek ik weer vroeg naar het festivalterrein. Ten eerste omdat ik nog zoveel mogelijk uit de laatste dag wil halen en ten tweede omdat ik afgesproken heb met 21bis-reporters Staf Smets en Floris Bosteels. Wanneer we elkaar gevonden hebben op het festivalterrein, besluiten we samen om er voor de laatste keer nog een lap op te geven.

We doen een tour langs de verschillende stages en stoppen aan de infostand van Safe & Sound. Ik vul er een enquête in over het gebruik van alcohol en drugs voor en tijdens het festival. Safe & Sound wil met de enquête nagaan welke middelen festivalgangers juist gebruiken wanneer ze uitgaan. Daarna bestellen we elk iets om te drinken en verplaatsen we ons naar Le Soleil Rouge, omdat daar – voor het eerst in de Horst-geschiedenis – een dubcorner is. Onder, de reusachtige houten constructie waar een rode, cirkelvormige spiegel op rust dansen honderden mensen op de vrolijke dub-ritmes. De rode zon gloeit en iedereen is blij.

In de vroege avond zijn Staf, Floris en ik elkaar wat uit het oog verloren, maar we hebben het alle drie ongelooflijk naar ons zin gehad. Later blijkt dat de overheerlijke vegan sausage dogs en de harde gabbertechno waar Waltur het festival mee afsloot, het hardst bij hun in de smaak zijn gevallen. Ik heb weer enorm veel gedanst in de Veshcell-stage en ben ook nog een paar keer teruggekeerd naar Le Soleil Rouge, maar voor de rest weet ik niet meer zoveel van de dag, alleen dat hij geslaagd was. We zullen het op de vermoeidheid steken. Uiteindelijk hebben we elkaar weer teruggevonden, maar toen liep het festival al op z’n einde. Aan de fietsenstalling van de Asiat-site geven we elkaar een kus, zeggen we gedag en keren we moe maar voldaan huiswaarts.

Tekst: Noah Frooninckx Buelens
Foto: Noah Frooninckx Buelens