Formule 1 staat bekend om zijn snelheid, precisie en het intense competitie-element. Toch is er één race die deze sport nog niet heeft gewonnen: de race naar gelijkheid. Ondanks het feit dat talent geen geslacht kent, blijft het aantal vrouwelijke coureurs in de F1 bijna onbestaande. Hoog tijd om dit te veranderen.

Historisch gezien is de Formule 1 een door mannen gedomineerde sport. Vrouwelijke coureurs zoals Lella Lombardi, de enige vrouw die ooit punten scoorde in de F1, hebben laten zien dat vrouwen ook op het hoogste niveau mee kunnen draaien. Toch hebben vrouwen te maken met aanzienlijke barrières, waaronder geld, toegang tot netwerken en stereotypen. In 2016 zei F1 baas Bernie Ecclestone bijvoorbeeld dat vrouwen nooit serieus genomen zullen worden in F1, omdat ze niet sterk genoeg zijn om snel genoeg te kunnen rijden. Deze stereotypen zijn al lang achterhaald, want vrouwen kunnen dat wel degelijk aan, zo voeren genoeg vrouwen jobs uit die vroeger als echt mannenwerk gezien werden. De sport mist hierdoor niet alleen diversiteit, maar ook een hoop talent.

De autosport zit namelijk vol talentvolle jonge vrouwen, maar zij krijgen zelden dezelfde kansen als hun mannelijke collega’s. Initiatieven zoals F1 Academy, een racetoernooi
exclusief voor vrouwen, zijn een stap in de goede richting, maar uiteindelijk moeten we streven naar integratie in de reguliere competities. Alleen dan kunnen we gelijkheid bereiken.

Meer vrouwen in de F1 zou niet alleen de sport rechtvaardiger maken, het zou ook nieuwe fans aantrekken en bijdragen aan een moderne, inclusieve cultuur. Diversiteit
versterkt elke industrie, en waarom zou Formule 1 een uitzondering zijn? In de World Endurance Championship rijdt er een volledig vrouwelijk raceteam mee, de Iron Dames, en zij behalen zeker geen slechte resultaten.

De wereld verandert, en de Formule 1 zou dat ook moeten doen. Het is tijd dat we de deur wijd openzetten voor vrouwen op de grid. Want alleen als iedereen gelijke kansen krijgt, kunnen we zien wie echt de snelste is.

Tekst: Beau Leijs

Foto: Pixabay