12/12/2024

Wat is er aan de hand met de Waalse clubs in de Jupiler Pro League? ‘Geld is niet het enige probleem’

Sporting Charleroi en Standard de Liège zijn de enige twee Waalse voetbalclubs in de Belgische eerste klasse. Waarom is de verhouding tussen de Vlaamse en Waalse clubs zo groot en hoe kijkt Wallonië naar de situatie? Zoé Schmetz van de Pro League deelt haar mening. ‘Het is jammer dat er in een land als België maar twee Waalse clubs op het hoogste niveau voetballen.’

Ze staan er na de eerste seizoenshelft een pak beter voor dan vorig seizoen, maar Standard en Charleroi zijn de enige Waalse clubs in de Jupiler Pro League. Opmerkelijk toch voor een land dat opgesplitst is in twee taalgebieden. ‘Dat is heel jammer’, zegt Zoé Schmetz van de Pro League, de verzameling van profclubs in België. ‘Vorig jaar speelde Eupen nog in eerste klasse, maar zij degradeerden ondertussen al. Union en Anderlecht zijn half Vlaams en half Waals, dat compenseert een beetje.’

Wederopstanding Heymans
Eerst over het seizoensbegin van beide clubs. Zowel Charleroi als Standard stonden er vorig jaar slecht voor en vreesden zelfs even voor degradatie. Dit jaar begonnen beiden enorm sterk aan de competitie. ‘De start van Charleroi heeft me verrast. Mede dankzij Daan Heymans, maak ook dankzij Rik De Mil (trainer van Charleroi, red.). Hij is een goede coach, leverde vorig seizoen knap werk bij Club Brugge en kan volgens mij Charleroi in de middenmoot houden.’

 

Dit bericht op Instagram bekijken

 

Een bericht gedeeld door Pro League (@proleaguebe)

‘Ook Standard kende een goede start. Mede door de flaters van hun jonge doelman (Mathieu Epolo, red.) zijn ze een beetje weggezakt. Arnaud Bodart is na een moeilijke zomer en zijn transferprikkels opnieuw nummer één in doel. Hij is de iconische doelman van Standard die zijn ploeg draagt en motiveert. Hun trainer Ivan Leko doet het ook beter dan vorig seizoen, maar om de Champions Play-Offs te halen moeten ze veel spelers verkopen en vanaf nul beginnen.’

Amper middelen
In de Challenger Pro League, de tweede klasse, spelen vijf Waalse clubs. Ook daar overtuigen ze niet echt en boeken ze amper vooruitgang. ‘Met Seraing, Eupen, Francs Borains, RFC Liège en La Louvière spelen er meer clubs in de tweede afdeling, maar het blijft moeilijk om die clubs naar eerste te krijgen. Het grootste obstakel voor hen is geld. Vlaamse clubs hebben meer middelen om spelers aan te trekken en een goede jeugdopleiding op te richten.’

‘Daarnaast is er ook een verschil in infrastructuur. Neem nu Club Brugge bijvoorbeeld, zei hebben een groot en modern oefencomplex in Knokke gebouwd. Standard komt qua infrastructuur het dichtst in de buurt, maar er is nog een groot verschil met dat van Brugge. Hetzelfde geldt voor Charleroi.’

Gelukkig is er nog La Louvière. ‘Ze staan er momenteel goed voor, ze hebben een leuk project en hebben veel ambitie. Ik geef hun de grootste kans. Het contrast met Eupen is enorm, ze speelden vorig jaar nog in eerste en staan nu maar elfde.’

 

Dit bericht op Instagram bekijken

 

Een bericht gedeeld door Pro League (@proleaguebe)

Volgens Schmetz kan de Pro League niet veel aan de situatie veranderen. ‘De clubs moeten zelf goede sponsors zoeken en daarmee een goede spelersgroep en staf bouwen. De Pro League kan daarin weinig doen. Ze promoten de Waalse en Vlaamse clubs evenveel en krijgen evenveel aandacht. Ik hoop dat er in de toekomst meer Waalse clubs in eerste spelen, maar ik denk niet dat het evenwicht ooit hersteld zal worden.’

Tekst & Foto Dario Smekens