Halfvastenfoor in Gent zorgt voor dag met minder prikkels: ‘Dit is de dag van hunder leven’
Elk jaar is er op de Halfvastenfoor in Gent een prikkelarme dag. Dan dempen foorkramers geluid en licht voor zij die daar nood aan hebben. Hoewel geflikker en geschreeuw niet volledig uitgesloten kunnen zijn, overheerst vooral blijdschap en dankbaarheid op de kermis. ‘Het is zo belangrijk en mooi dat ook mensen met een beperking of een autismespectrumstoornis dit kunnen ervaren.’
Spiderman, Mario en Mickey Mouse staan stijf van de spanning op de draaimolen, wachtend op hun eerste dienstrondje. De zoete geur van voorgebakken oliebollen drijft me langs de kermiskramen die nu nog onverbiddelijk hun luifels naar beneden houden. De lentezon prikt zalig warm tegen de blote armen van de Gentenaars. Tegen de buitenmuur van de Sint-Pietersabdij deelt een jong koppel een pakje friet met satékruiden. O, de geur van ontluikende liefde op de foor.
Rond halftwee is het nog stil op de Halfvastenfoor in Gent. Binnen dit en een halfuur zullen zo’n 400 kinderen en volwassen met een beperking, autismespectrumstoornis of epilepsie samen met hun begeleiders de magie van de foor kunnen opsnuiven. Vandaag is het namelijk prikkelarme dag: volgens Stad Gent ‘dempen de attracties geluid en licht vanaf 14 uur tot 18 uur’ om de kermis zeker één dag voor iedereen toegankelijk te maken. De bezoekers – veelal scholen en organisaties voor volwassenen met een beperking – die in aanmerking komen, krijgen van Stad Gent een kaart waarmee ze gratis toegang hebben tot alle attracties.
Nieuwe hoogtes trotseren
Het Sint-Pietersplein krijgt stilaan een blauwe gloed: de kleur van de fluohesjes van de verschillende scholen voor buitengewoon onderwijs uit Gent en omstreken. Een van die scholen is IVIO Rozemarijn uit Drongen. Zo’n twintig twaalfjarigen spurten van de draaimolen naar het spiegelpaleis. Hun adrenaline is niet bij te houden. ‘Onze leerlingen hebben een verstandelijke beperking, en sommigen hebben ook een autismespectrumstoornis’, vertelt een van de juffen me. ‘Het is geweldig dat zij de kermis eens kunnen ervaren, want ze hebben daar niet vaak de kans toe.’ En er is wel degelijk een verschil met de andere dagen, gelooft ze. ‘Er zijn nog steeds veel prikkels: de muziek staat soms toch wat luid, de kermis is ook toegankelijk voor het reguliere publiek, en er wordt natuurlijk veel geschreeuwd. Maar het is een pak rustiger. Daardoor is er meer structuur en raken we elkaar niet kwijt.’ Je kan jezelf nergens beter herkennen dan in het spiegelpaleis, maar na een kwartier hebben de meeste kinderen toch genoeg gezien.
In een rijtje wandelen we verder naar de Wild Mouse, een kleine achtbaanattractie. Hoewel de begeleiders eerst twijfelen of die niet wat te hevig is, kunnen ze het enthousiasme van de kinderen niet ontkomen. Ze stappen mee in, en laten zich samen in de karretjes naar boven rijden. Daar blijven ze kort stilstaan. ‘Juf! Ik kan de hele wereld zien!’ roept een van de kinderen uitgelaten. Amber* is op de grond bij de andere begeleider gebleven. Zij durft de nieuwe hoogte nog niet te trotseren, en dat maakt haar verdrietig. Maar terwijl haar klasgenootjes juichend de daling inzetten, zie ik ook in haar glazige ogen de zon reflecteren.

De molen moet blijven draaien
In de hoek van het schietkraam zit Nico De Regge een sigaret te roken, wachtend op klanten die ballonnen willen afschieten. ‘Iedereen mag gratis spelen, maar ze kunnen geen prijzen winnen.’ Nico vindt het een mooi concept: ‘Als het hier zoals gewoonlijk bomvol loopt, worden mensen met een beperking snel achteruitgeschoven. We draaien wel enkele uren verlies, maar ik heb het ervoor over omdat ik zie hoe de kinderen ervan opfleuren.’
Toch staan niet alle kraamhouders te springen voor het initiatief. ‘Ik doe wat de stad me oplegt, maar ik zie er niet echt het nut van in’, zegt Jo van de Disney Star-draaimolen. ‘Ik sta al 24 jaar op de kermis, en ik merk weinig verschil met andere dagen.’ Voor hem is één prikkelarme dag dan ook genoeg. ‘Als de stad morgen zegt dat we geen standgeld moeten betalen, mogen ze van mij zo drie dagen organiseren. Maar wij staan hier om onze boterham te verdienen.’ De draaimolen moet kunnen blijven draaien. Jo haalt een zakje chocolade-eitjes tevoorschijn. Geen misrekening van de paashaas, wel een teken van dank van een school. ‘We krijgen soms ook wel appreciatie, hoor. Het is geven en nemen’, zegt hij.

Foorfallus
Aan de overkant staat oma Chantal met haar dochter Sarah te kijken naar hoe haar kleinkind hobbelige toertjes draait in de rups, samen met enkele oudere mensen met een beperking. Ze komen vanuit Eeklo een dagje naar de Halfvastenfoor, maar wisten niet dat het vandaag prikkelarme dag is. Het viel hen wel op dat er minder drukte is. ‘Dat is ook wel eens leuk. In de eerste plaats voor die kinders en oudere mensen, zodat zij ook eens de kans krijgen om zich te amuseren. Maar ook voor mezelf’, lacht Chantal. ‘Soms is de kermis wel hevig.’ Ze vinden niet dat de rust nadelig is voor de sfeer. ‘Van mij mag de muziek zelfs helemaal uit. Wij vinden het al tof dat we niet moeten aanschuiven’, gniffelt Sarah. Vanuit de rups horen we onafgebroken ‘woehoe!’-geroep.
Enkele meters verder is het opnieuw duidelijk dat niet iedereen op de hoogte was van de prikkelarme dag: studenten Lauren en Chloë lopen tussen de kraampjes met een gigantische penisknuffel. ‘Oooh’, brengen ze uit. ‘We vonden het al vreemd dat er zoveel groepen kinderen zomaar op de attracties klommen. Mooi initiatief’, vinden ze. Gniffelend nemen ze de gewonnen fallus wat minder opzichtig vast. ‘Maar als ze zoiets organiseren, moeten ze dat wel duidelijker aangeven.’
Oliebollen op een stokje
Bij de DecaDance zit een juf van BuBaO Balans uit Gent naast een leerling op de grond. ‘Na de snelheid van de XXL-attractie en de gratis oliebollen zijn er een paar misselijk’, lacht ze. De kinderen krijgen duidelijk de full experience. De begeleidster heeft niks aan te merken op de organisatie. ‘Vandaag is echt een grote geste. Ik denk dat mijn leerlingen niet mogen klagen, en wij ook niet. Dank je wel aan iedereen die hieraan bijdraagt!’ De kinderen op de attractie zweven door de lucht. Ze zijn al lang niet meer zo licht geweest.
Naast het gekkenhuis liggen rugzakjes te wachten in de schaduw. Een kind loopt voorbij met zijn vingers in zijn oren. De rookmachine maakt toch wat veel lawaai. ‘De kraamhouder houdt in het oog wie dat wel of niet leuk vindt, dan stoppen ze’, legt Emma Van Hulle uit. Ze geeft les op het Sint-Gregorius BuBaO in Gentbrugge. ‘Het is superattent dat ze daar rekening mee houden. Al had ik wel verwacht dat er helemaal geen lichten of geluid zouden zijn’, geeft ze toe. Ook Emma is dankbaar voor de organisatie van de prikkelarme dag. ‘Ik zie dat mijn leerlingen gelukkig zijn. Ze hebben hier lang naar uitgekeken, en hebben er een toffe namiddag opzitten. Alles is leuker dan les, hé.’ Op dat moment komt een van haar leerlingen op ons afgelopen. ‘Juf, wanneer krijgen we onze oliebollen?’ Tijd om af te ronden. Het is 16 uur en de prikkelarme dag zit erop, hoewel Stad Gent beweerde dat die “dag” tot 18u zou duren.

Terwijl de blauwe hesjes uit het zicht verdwijnen, stroomt de rest van de Gentenaars stilaan toe. Kraamhouders beginnen voorzichtig aan de volumeknoppen te draaien, discolichten flikkeren mee op de muziek. De laatste gratis oliebollen gaan de toonbank over. De kinderen prikken ze op een stokje, als ware het een scepter. Vandaag waren zij koningen te rijk. En hoewel het Sint-Pietersplein na deze warme lentedag in schaduw gehuld wordt, zal de zon vermoedelijk nog wel een tijdje in hun ogen blijven schitteren.
*Om de privacy van het kind te respecteren gebruikten we een fictieve voornaam.
Tekst en beeld: Una Roosen



