(Her)bestemming Aalst: van stedelijk zwembad tot Academie voor beeldende kunsten
Tegenwoordig kun je er tekenen, schilderen en keramieklessen volgen, maar voor de bewoners van Aalst blijft dit ‘t Oud zwembad in de Capucienenlaan, dé plek waar iedereen een frisse duik kon nemen. ‘Er zijn nu nog altijd mensen die komen kijken of ze hier kunnen zwemmen’, vertelt Els Talloen, directrice van de Academie voor de beeldende Kunsten.
De verwarring is te begrijpen: op het glasraam van het gebouw staat er in grote letters ‘Stedelijk Zwembad’ geschreven, net boven het logo van de Academie voor Schone Kunsten. Sinds de opening in 1939 zijn de glasramen alvast behouden, zoals veel andere facetten van de originele bebouwing.
De bezoekers kregen een fietsenstalling en verschillende kleedkamers aangeboden. Na enkele uren in het zwembad te blijven kon je iets drinken in de cafetaria en vanop de tribune kijken naar de zwemmers. Zo werd het Stedelijk Zwembad een echte ontmoetingsplaats.
Als je zin had, kon je naast zwemmen ook een bad nemen. Een badkamer was namelijk toen niet vanzelfsprekend om in huis te hebben. Naast het zwembad was er een stortbad en voetbad voorzien. ‘Voor een gebouw van 1938 was dit zeer revolutionair. De architect Willy Valcke heeft zijn stage gedaan bij Le Corbusier, een Frans-Zwitsers architect die werd erkend voor zijn ‘internationale stijl’. De glaspartijen zijn één van de vele delen die kenmerkend zijn aan de modernistische bouwkunst’, zegt Talloen.
Het oude behouden
In het midden van het gebouw staat nog altijd de vijfentwintig meter lange badkuip. Niet gevuld met water natuurlijk, maar omgetoverd tot kunstateliers en leslokalen. De kleuren van de vloer en de glasramen doen sterk denken aan een zwembad. ‘Dat is de bedoeling,’ vertelt Talloen. ‘De proporties binnenin zijn nog altijd dezelfde. De indeling van de ruimte is voornamelijk veranderd. Structureel is hier niets bijgebouwd. Alles wat hier nu is, was er vroeger ook.’
Het diepste deel van het bad is intussen een workshop van de architectuur studio geworden. Tegen de muur daar vind je nog steeds de originele zwembadbetegeling terug, weliswaar achter wat houtbewerkingsapparatuur en gereedschap. Het voelt bijna verboden om op de bodem van een leeg bad te staan, maar in dit leslokaal is het doodnormaal.
‘Ik herinner me de eerste paar jaren nog. De geur van chloor werd altijd intenser in de zomer’
Wanneer je de leslokalen in de kelderverdieping bezoekt, wordt pas echt duidelijk hoeveel van het oude zwembad nog overeind staat. ‘Rond de badkuip is nog altijd een onderhoudsgang. Je kan er niet meer helemaal rond gaan, maar alle buizen en apparatuur zijn er nog altijd te zien.’
Het oude zwembad is voor een oplettend oog dus nog steeds herkenbaar. Zelfs de houten anti-slip matjes van vroeger hebben een nieuwe taak gekregen. Het is een stukje geschiedenis van het zwembad dat nog steeds welkom is in de academie. ‘De oude houten planken waar de zwemmers op stonden hebben we in sokkels veranderd’, vertelt Talloen. ‘Door de chloor in het water is het hout enorm bleek geworden, maar we vonden het zonde om ze weg te gooien. Nu worden er werkjes op tentoongesteld.’
Kleine en grote veranderingen
‘Ik ben hier begonnen als leerkracht in vierennegentig. Er is veel veranderd sindsdien. Niet in essentie maar wel in afwerking en toevoeging’, zegt Talloen. ‘Ik herinner me de eerste paar jaren nog. De geur van chloor werd altijd intenser in de zomer. Gelukkig hebben we daar ondertussen geen last meer van.’
Wellicht de grootste verandering is de grote glasramen in het noordoosten van het gebouw. Waar vroeger een bakstenen muur was, staan nu plafondhoge ramen die de hele ruimte overdag verlichten. ‘Er was wel lichtinval maar niet veel,’ verklaart Talloen. ‘Bovenaan de muur was wel matglas, maar dat was niet voldoende. Ze hebben daarom de muur opengetrokken om zo meer natuurlijk licht te krijgen.’
Ervaring als redder
Lisette Coppens startte in ‘76 als redster in het zwembad. ‘Ik was de eerste vrouwelijke redder. Ik kwam in een mannenwereld terecht, maar werd er goed ontvangen. Tijdens mijn eerste week moest ik al een reddingsoperatie doen. Een man kreeg namelijk een hersenbloeding tijdens het zwemmen, iets wat ik niet snel zal vergeten. Het stedelijk zwembad in de Capucienenlaan was de plaats waar ik zelf mijn zwembrevet haalde en een tijd later een waterballet voor oprichtte. Ik herinner me dat het op hoogdagen zeer druk kon zijn, mensen zwommen dicht op elkaar. De akoestiek was ook slecht en het werd moeilijk om het zwembad nog te onderhouden, de sluiting was nodig’, vertelt ze.
Sluiting
Na 45 jaren lang dienst, sloot het zwembad in ‘84 de deuren. ‘Het zwembad was te klein en verouderd. Aalst had toen 70 000 inwoners en alle scholen kwamen er zwemmen. Daarom was de stad aan een nieuw zwembad toe. Er is veel veranderd sindsdien. Niet qua essentie, maar wel in afwerking en toevoeging’, vertelt Els Talloen.
Tekst: © Marie-Julie Van de Sijpe, Leilani Duroyaume, foto’s: © Leilani Duroyaume