30/11/2019

Wout Lievens (31) startte platenlabel Dunk op met eigen vinylpers: ‘De verkoop van vinylplaten blijft nog altijd stijgen’

Wout Lievens is labelmanager van Dunk!Records en medeorganisator van Dunk!Festival in Zottegem. Daarnaast heeft hij ook nog een eigen band: Stories From The Lost. Sinds twee jaar perst Dunk zelf vinylplaten met Dunk!Pressing. 

Wout is net vader geworden. Samen met zijn mama geniet de baby van het zonnetje op het terrein van Dunk, terwijl wij starten met het interview. Wout: ‘In 2005 startte mijn vader Dunk!Festival. Dat festival werd georganiseerd voor en door onze basketbalploeg. In de plaats van de traditionele eetfestijnen ten voordele van sportclubs, organiseerde mijn vader een concertavond. Iedereen die toen op het podium stond, was gelinkt aan de basketbalclub. Vandaar komt “Dunk”. Nadien is het genre redelijk snel verschoven naar postrock. Na drie jaar hebben we het festival losgekoppeld van de basket, maar er zijn nog steeds heel veel mensen van de ploeg die meehelpen.’ Luc Lievens – vader van Wout – is naast zijn viervijfdejob nog altijd de medeorganisator van het festival. Ondertussen doet hij dit samen met Wout.

 

Postwatte?

In 2011 startte Wout zelf het platenlabel Dunk!Records met een eigen opnamestudio en repetitieruimte. Sinds de zomer van 2018 persen ze eveneens zelf hun vinyl. Postrock is het overheersende genre waar zowel het festival als het platenlabel op focussen. De pressing daarentegen is niet verbonden aan een genre, het is een service die ze aanbieden aan eender welke band die interesse toont.

‘We hebben lang geprobeerd om met het label het genre postrock een beetje af te houden, omdat het dan versmalt en het ook niet helemaal klopt. Zeker niet als je het puur technisch bekijkt met de pressing erbij. Maar op de duur noemt iedereen ons het beste postrockfestival van Europa. Tja. Dan zeggen wij niet dat het geen postrock is. De definitie van postrock is vaag, waardoor het dan weer wél past. Ik wil vooral een connectie voelen met de muziek. Maar hoewel mijn muzieksmaak erg breed is, moet ik soms bands afwijzen voor het label. Er is nog steeds een geheel waar alle bands binnen moeten passen. Als ik te hard durf afwijken, blijf ik meestal met de platen zitten.’

Voor de lezers die bij het horen van het woord postrock nog steeds in het duister tasten: het genre is op rock georiënteerde instrumentale muziek die afwijkt van de traditionele structuren zoals het strofe-refreinprincipe. Volgens Wout klinken de gitaren soms bijna als violen.

 

In het bureau test Wout de platen alvorens ze verkocht worden. © Eva Vandormael

 

Kunstenaar en labelmanager

Wout zelf is de labelmanager van Dunk, en houdt zich daar doorheen het jaar vooral mee bezig. Zijn opleiding heeft nochtans niets te maken met zijn onderneming. Hij studeerde in Gent af aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten (KASK) als kunstenaar.  ‘Ik deed mijn master in twee jaar in plaats van één, aangezien iedereen dat deed. Daardoor had ik wat tijd over, en toen bedacht ik het label. Nadien koos ik voltijds voor mijn carrière in de muziekwereld.’

Toch is het allemaal goed uitgedraaid. Intussen heeft the big boss vier mensen onder zich. ‘Ik heb het allemaal al doende geleerd. Je moet er veel mee bezig zijn, nieuwe dingen blijven uitproberen, en geïnteresseerd blijven in alles wat erbij komt kijken. Gepassioneerd blijven is the key.’

 

Vinylhype

In 2018 werd alles op zijn kop gezet. De vinylhype was nog maar net begonnen, of Wout droomde al van een eigen vinylpers. ‘Ik had een probleem met een perserij uit Tsjechië waar ik mee samenwerkte. Die leverde niet snel genoeg, en de communicatie was niet uitstekend. Ik merkte aan álles dat ze te veel werk hadden. Dat komt onder andere door de revival van vinylplaten.’

Er zijn twee platenfabrieken in België, waaronder Dunk. Bovendien waren er nog maar 50 platenperserijen wereldwijd toen d-Dunk!Pressing het startschot gaf. ‘Velen verklaarden mij voor gek, maar het is toch gelukt. Ik vind het belangrijk om controle te hebben over de kwaliteit die we leveren. Dat is iets waar ik echt heel tevreden van ben. Wat we hier releasen, klinkt  heel goed. En al zijn er eens technische problemen, dat vertaalt zich nooit naar de audiokwaliteit. De kleuren van de platen vinden we ook vree belangrijk. Nu kan ik meteen bijsturen wanneer we aan het werken zijn. Dat vind ik een enorm voordeel voor de releases die wij uitbrengen. In Tsjechië daarentegen krijg je vier maanden later driehonderd platen. Als het dan niet is wat jij ervan verwachtte, dan zit je ermee. Nu kunnen wij meteen kijken waar er iets is misgegaan, en het dan ook meteen aanpassen. Dat geeft een enorme voldoening als je dat zelf kan doen.’

 

Mart Lievens, broer van Wout, is bezig met de pressing. © Eva Vandormael

 

’t Zal wel zijn dadde

Ook op financieel vlak was een eigen onderneming een goede zet. ‘Wat ik jaarlijks betaalde aan het bedrijf in Tsjechië, kan ik hier terugverdienen op een paar jaar. De machines waren een investering van ongeveer 180.000 euro. En dan heb ik het gebouw er nog niet bijgerekend. Al bij al is dat schappelijk als je de rekening maakt. Zeker ook omdat we weten dat er heel veel vraag naar is. Daarmee was het voor mij snel beslist.’

Wout kan van zijn job leven, maar veel extra’s heeft hij voorlopig niet. Het duurt nog acht jaar voor alles afbetaald is, maar tegen dan zullen er hoogstwaarschijnlijk jobs en/of machines bijgekomen zijn. ‘Het is de bedoeling om langzaam te groeien, maar we moeten eerst kijken hoe we alles in balans kunnen houden, want er zijn meer en meer bestellingen. De omzet van zowel het label als de pressing stijgt al jaren. Daardoor komt er meer en meer werk. We zijn constant aan het aanpassen en aan het groeien. Voor het geld doe ik deze job uiteraard niet. Ik krijg maar net iets meer dan het minimumloon, maar dat is voor mij geen doorslaggevende factor. Ik doe het omdat ik het graag doe. ’t Zal wel zijn dadde!’

 

Geen grootheidswaanzin

Het label wordt dus steeds groter en groter, maar het festival bewust niet. ‘Bij het festival zitten we nu op ons maximum. Jaarlijks hebben we ongeveer duizend bezoekers. We zitten op een hele comfortabele positie, waarbij dat we de tickets uitverkopen zonder dat we moeten stressen. Dat is rustgevend, want de financiën van het festival zijn niet zo evident als die van het label of de pressing.’

Voor het behoud van de sfeer is het belangrijk dat alles kleinschalig blijft, want veel mensen die komen, zijn er elk jaar. ‘Het is zowel voor ons als voor de bezoekers jaarlijks een blij weerzien. Daarbovenop moeten we het ook nog allemaal kunnen blijven managen. We zijn één groot team van vrijwilligers die bestaan uit vrienden en familie. Er wordt niemand betaald en er is geen winst. Enkel de technische jobs – zoals het licht en het geluid – zijn voorbehouden voor professionals, maar zij zijn ondertussen ook al goede vrienden geworden. Het is echt een wijze ploeg. Ten derde denk ik niet dat je een festival als dit twee of drie keer zo groot kan maken. We moeten nog altijd zoveel volk vinden dat er naartoe wil komen, en ik denk niet dat onze doelgroep eindeloos is.’

 

Dunk besteedt veel aandacht aan de kleuren van de vinylplaten. © Eva Vandormael

 

Money talks

‘Er zijn heel veel factoren waar je rekening mee moet houden bij het festival. Bij de pressing en het label heb ik dat minder, die stress om uit de kosten te geraken. Het festival is één piek per jaar met een enorme omzet van bijna 200.000 euro, terwijl de andere projecten gewoon doorgaan. Bij het label zitten we met projecten van bijvoorbeeld een paar duizend euro. Als er daar eens eentje misloopt, is dat geen probleem. We hebben het echter al meegemaakt – in 2013 – dat het erg slecht weer was tijdens Dunk!Festival, met bijvoorbeeld weinig consumpties tot gevolg. Dat was een jaar met een verlies van 10.000 à 20.000 euro.’

‘Ik heb wel nooit getwijfeld om te stoppen met het festival. Daar is het ook allemaal mee begonnen uiteindelijk. Vroeger was het label ondersteuning van het festival, maar nu is het festival eerder een showcase van wat we doen met het label. Dunk!Records is een vastere basis dan het festival. We hebben onze klanten. De mensen die ons willen vinden, weten ons ondertussen al zijn. Dat is wel een aangename manier van werken. Zeker omdat we nu zelf ook persen. Je kan telkens in vele kleinere stukjes investeren.’

 

Het einde is nog niet nabij

Zowel Belgen als internationale klanten vinden hun weg naar Dunk. ‘Onze kopers komen van over heel de wereld, meestal uit Duitsland. Ik heb zelf geen idee hoe ik die naamsbekendheid heb gekregen. Ik denk dat het feit dat je in die niche zit, bepaalt dat je een bepaalde scene aantrekt. Mensen gaan echt op zoek naar deze muziek, het zijn geen occasionele muziekliefhebbers. Zeker ook omdat wij heel lang de enigen in Europa geweest zijn met een festival dat zo gefocust was op dat genre bijvoorbeeld. Een line-up met enkel bands als Haester, Celestial Wolves, Alcest en Kokomo, dat zie je nergens.

Bovendien heeft Wout geen schrik dat vinyl uit de mode geraakt bij zijn kopers. ‘We hebben in het begin af en toe cd’s verkocht, maar dat draaide niet echt goed. Ik luister zelf ook niet meer naar cd’s. Momenteel blijft de verkoop van vinyl nog altijd stijgen, dus stress heb ik niet echt. Volgens mij is de combinatie van digitale muziek en lp’s ideaal is. Wij zijn in 2011 begonnen met vinylreleases, de hype was toen nog helemaal niet zo groot. En het ging toen al erg goed met de verkoop. Bovendien is ons publiek niet de gemiddelde audience. Ik weet zeker dat zij vinylplaten niet meteen gaan opgeven, maar tophonderdfans die gewoon meedoen met de massa, doen dat misschien wel.’

 

 Toekomstperspectief

Wout wil alles behouden zoals het nu is. ‘Alles is in balans. Het enige waar ik minder tijd in kan steken, is mijn eigen band. Voordien repeteerden we eenmaal per week, maar sinds kort is dat wat geminderd. Ik weet dat ik de traagste ben in de band, omdat heel veel dingen van mij afhangen. Ik zorg voor de platen en de shows, maar ik merk soms dat ik andere zaken voorrang geef. Als we wilden, konden we al in Chili gaan optreden. Maar dat kan ik gewoon niet. Ik had het lang heel moeilijk om alles hier uit handen te geven, maar dat gaat tegenwoordig gelukkig al wat beter.’ Bovendien is Dunk voornamelijk een familiebedrijf. Broers, neven, en zonen onder elkaar. ‘Ik vind met familie werken soms wat lastig, maar alles verloopt over het algemeen wel goed. Met mijn vader zit ik van bij het begin al op dezelfde lijn.’

‘In de toekomst wil ik vooral focussen op het platenlabel, met een nóg betere omkadering voor de bands die platen uitbrengen bij ons. Het festival willen we het ook nog hetzelfde aanpakken, met misschien hier en daar een eventuele internationale editie. Ik zou vooral graag alles nog iets dieper uitwerken.’

Hieronder kunnen jullie het eerste album van Stories From The Lost beluisteren, de band van Wout.

Tekst en foto’s © Eva Vandormael

 

Vroeger werd je bakker, leraar of bouwvakker. Maar wat doet de jongvolwassene vandaag om zijn wekelijkse pintjes te verdienen? In Job For Joy brengen we aparte verhalen over ongewone jobs.