26/12/2019

COLUMN – Het leven is veel spannender met ADHD

Meer dan één op de twintig kinderen heeft ADHD, toch krijgen we bitter weinig uitleg over de aandoening in de lagere school of in het middelbaar. ‘ADHD is geen probleem’, zeg ik, Marie (20) met ADHD, ‘dus we moeten er ook niet over fluisteren.’

Ik was een wiebelkind en juf Martine had het door. De verontwaardiging was groot toen ze het vroeg: ik, ADHD? Dat kon niet. Ik was de beste van de klas en stond bijna nooit op straf. Mijn mama vond het ook maar raar toen ze de infobrochure meekreeg op het oudercontact; maar het hield haar niet tegen om erin te lezen en erover te googelen, heel veel te googelen. Pas zes jaar later toen ik 17 was, kreeg ik de diagnose. Ik had wel degelijk ADHD en juf Martine had dus toch gelijk.

Verkeerd beeld
Ik dacht altijd dat ADHD’ers die irritante stoorzenders waren op school die de leerkracht lastigvielen en het kantoor van de directeur beter kenden dan hun eigen klaslokaal; maar ik was fout. Zo was ik niet en zo hoef je blijkbaar ook niet te zijn om ADHD te hebben. Ik had een verkeerd beeld van de aandoening en dat kwam omdat ik er nooit uitleg over had gekregen. Als ik er iets over hoorde, was het bijna altijd negatief.

De neuroloog schreef Rilatine voor toen ik 17 was; er veranderde veel. Ik was al een paar jaar aan het sukkelen op school en de motivatie was echt op. Het ging niet meer vanzelf, de goede punten. Ik moest nu studeren en dat lukte niet; of toch niet vóór ik de medicatie had. Het was een mirakel, die Rilatine. Ik kon me ineens langer dan een kwartier concentreren en ik mocht tóch door naar het zesde middelbaar. Geloof mij, dat had niemand zien aankomen. Ik werd zelfzekerder en socialer. Mijn diagnose die ik eerst verafschuwde, was nu mijn redding. Toch hield ik het stil dat ik ADHD had.

Rilatine is niet het enige hulpmiddel
Een jaar geleden en dus twee jaar nadat ik het middelbaar vaarwel zwaaide, schreef mijn mama mij (tot mijn ergernis toe) in voor een psycho-educatie voor jongvolwassenen met ADHD. Ik vond het zever. Moest ik nu weer herinnerd worden aan het feit dat ik een probleemkindje ben? Maar ik gaf het een kans en gelukkig maar. Ik heb er heel veel bijgeleerd over ADHD en hoe ik er best mee kan omgaan.

ADHD is niet zo maar een concentratieprobleem dat je moet behelpen met medicatie. ADHD is veel meer dan dat. Wij ADHD’ers hebben ook onze kwaliteiten: zo zijn we bijvoorbeeld creatief, gedreven, spontaan en prima crisismanagers (allicht omdat we onszelf wel vaker in crisissituaties begeven, maar dat terzijde). En ja oké, soms gooien we er eens een rare hersenkronkel uit omdat onze remfilters minder goed werken en ja, ook timemanagement is niet onze sterkste kant, maar daar kunnen we aan werken. ADHD is geen ramp en door de zwaktes en sterktes ervan te kennen, wordt de ‘aandoening’ -veel te zwaarbeladen woord voor wat het eigenlijk is, maar goed- echt wel draaglijk.

Het gaat goed
Ondertussen ben ik twintig en studeer ik mijn laatste jaar journalistiek. Wonder boven wonder gaat het goed. Ik doe de richting ontzettend graag en mijn punten zijn prima. Ik heb nog steeds ADHD, maar ik zie het niet meer als een probleem. Ik verzwijg het ook niet meer voor mijn omgeving, want het is niks om mij voor te schamen. Als ik het kon veranderen, zou ik het niet doen: het leven met ADHD is sowieso spannender dan dat zonder.

Sorry dat ik zo boos werd, juf Martine, maar u had mij gewoon beter moeten informeren over ADHD.

Tekst: Marie Van Uytvanck, foto: ©️ Marie Van Uytvanck