21/01/2020

Tom Vermeir over ‘Locke’ en het leven: ‘Het is maar te zien naar welke kant het muntje valt, of je naar links of naar rechts gaat.’

‘Gooi uw vest af, pakt u ne koffie of iets en kom naar de vergaderzaal. Ik ga de chauffage daar al aanzetten.’ Ik ontmoet Tom Vermeir op de tweede verdieping van De Expeditie. Twee verdiepingen lager zal hij later die avond Ivan Locke spelen, maar dat weet hij op dat moment nog niet. Koen De Graeve en hij tossen elke avond live op scène om wie die hoofdrol speelt. U kent de acteur en theatermaker als een van de juryleden uit de populaire één-reeks De Twaalf . Twaalf jaar geleden pakte hij de wei van Pukkelpop in toen hij er met zijn rockband A Brand op de mainstage speelde. Vandaag tourt hij niet met zijn band, maar met theatergezelschap Compagnie Cecilia en de voorstelling Locke. Vermeirs rock-’n-rollverleden is echter nooit ver weg, want tijdens de voorstelling worden Koen De Graeve en hij op scène vergezeld door een rockband.

De rockband die de soundtrack van Locke voorziet, bestaat uit Johannes Verschaeve, Luk Vermeir, Frederik Heuvinck en Ben Brunin. © Luk Van der Elst

We zitten in de vergaderzaal. Ik met mijn voeten onder tafel en een glas kraantjeswater, Vermeir met zijn voeten nonchalant op een stoel en een glas rode wijn. De aanleiding voor ons gesprek zijn drie fragmenten die Vermeir zelf koos: de beginscène van Steven Knights film ‘Locke’ (2014), Lonesome Tears van Beck en de Youtubereeks ‘The adventures of an Old Seadog’. Als ik hem vraag met welk fragment hij wil beginnen, hoeft hij niet lang na te denken: ‘laat ons het eerst hebben over de voorstelling.’

In 2016 maakte je CHET, een voorstelling waarin je de figuur van Chet Baker vergeleek met de Icarusfiguur. Die beschreef je toen als ‘een monoloog met veel muziek, of een concert met lange bindteksten… Zoals u wilt.’ Nu speel je opnieuw een voorstelling met een band op scène?

Ja, ik wou daar de volgende stap in zetten. Yahya Terryn kwam af met Locke en dat leek mij ideaal om in een soort concertant gegeven te verwerken. Oorspronkelijk wou ik dat echt maken als een soort van luisterspel, dat je bij wijze van spreken die voorstelling gewoon zou kunnen beluisteren met een koptelefoon. We hebben ook nog met het idee gespeeld om een deel van die voorstelling in het donker te laten afspelen, maar uiteindelijk is het een voorstelling geworden, waar een rockband non-stop een soundstrack over speelt.

Voor de voorstelling haalden jullie inspiratie uit het filmscenario van Locke. In Steven Knights film uit 2013 geeft Tom Hardy gestalte aan Ivan Locke, een hardwerkende ploegbaas die we volgen tijdens een anderhalfuurdurende autorit die zijn leven verandert.

We zien hoe Ivan Locke naar links pinkt, maar naar rechts afslaat.

Ja, dat is prachtig, hé. Ik speel het stuk samen met Koen De Graeve en dat bleek een parallel in onze levens: een man die een beslissing maakt en alles dat in de slipstream daarvan gebeurt heeft zo’n grote impact, dat zijn leven er op een uur een half helemaal anders uitziet. Dat is by a flip of the coin. Daarom doen Koen en ik elke avond live op scène kop of munt om te bepalen wie de hoofdrol speelt. Het is maar te zien naar welke kant het muntje valt, of je naar links of naar rechts gaat. Dus de ene avond is Koen degene in de auto en ben ik degene aan de telefoon. De andere avond draaien we dat om, naargelang het muntje valt.

Dat is toch ongelofelijk spannend?

Ja, je weet niet wat je gaat spelen, totdat je op de scène staat. Maar dat is ook heel tof omdat het vanuit een soort van spelerschap een enorme oefening in lossen is. Het is ook maar met dit te spelen dat ik besef hoeveel dat je in je onderbewuste bezig bent met wat je vijftien minuten later op scène moet doen, ook al is dat voor de twintigste keer. Hier kan je dat niet. Hier moet je gewoon afwachten en zien. Dat is wel graaf.

Heb je een voorkeur: de hoofdrol of de zes bijrollen?

Ik speel ze alle twee even graag. Het evenwicht was wat zoeken in het begin. Dan was het vier keer of vijf keer achter elkaar Koen die Locke mocht spelen. Nu is dat aan het keren.

Dat is logisch eigenlijk, hé.

Ja, kansberekening, hé (lacht). Dus het is nu 7-4, denk ik. Wat fijn is aan Locke spelen, is dat dat één grote, lange filmtake is. Dus dat je heel intens… Ik hou niet van de woorden ‘groot’ of ‘klein’ als het over spelen gaat, maar je moet wel een ander soort van spelregister aanspreken als je voor die camera zit. Je moet maar een spiertje verrekken en de mensen zien het. Als je de gasten aan de telefoon speelt, dan zit je meer in een soort luisterspelachtig ‘Disneyfilm-inspreken’ soort van energie.

‘Ik vind het wel fijn om een beetje de kantjes op te zoeken. Ik hou niet van braaf theater. Ik vind theater soms echt onnoemelijk saai.’

Je zei ooit dat je een haat-liefderelatie hebt met theater. Om de zo veel tijd duikt de verveling op en moet je even iets anders doen. Zorgt het tossen ervoor dat het nog minder routine wordt dan anders?

Ja, ik vind dat tof. Ik denk dat ik daar altijd maar verder in ga willen zoeken zonder echt te belanden in een experiment. Ik zou heel graag eens een stuk spelen met allemaal topacteurs, die anderhalf uur niet op hun tekst kunnen komen. Ik vraag mij echt af of je dat verkocht krijgt. Dat gaat in verschillende stadia, hé. Ik heb ooit een monoloog gezien van zeker twintig minuten en zijn enige zin was: “Seks jongen, het is allemaal seks jongen.” Twintig minuten aan een stuk, dat is echt lang. Als dat goed gedaan is, kom je als toeschouwer in een soort van plaatsvervangende schaamte naar hilariteit, naar ‘jongen, nu moet je echt stoppen’, naar ‘shit, is die nog altijd bezig?’. Ik vind dat wel fijn om een beetje de kantjes op te zoeken. Ik hou niet van braaf theater. Ik vind theater soms echt onnoemelijk saai.

De eerste voorstelling die ik van jou gezien heb, was Buko op het theaterfestival in het Kaaitheater. Toen heb je me ook wel kwaad gekregen. Toen dacht ik echt: ‘Gaan die nu heel de avond niets anders doen dan drinken? ‘

Ja, awel, dat is een mooi voorbeeld van zo’n voorstelling die op de zenuwen werkt. Dat emotieloos beschrijven van zo’n feitelijke dagdagelijkse dronkenschap die gewoon blijft doorgaan, vind ik heerlijk.

In 2017 speelde Vermeir samen met Dominique van Malder Buko, een voorstelling waarin de twee geheel in de stijl van Abattoir Fermé met de nodige drank en een typmachine op zoek gingen naar de zin van het leven. © Sofie Jaspers

De Amerikaanse Beck bracht in 2002 zijn album Sea Change uit. Het merendeel van de nummers schreef hij in de eerste weken nadat zijn relatie met ontwerpster Leigh Limon na negen jaar op de klippen liep. Daarop stond ook het nummer ‘Lonesome Tears’.

‘Lonesome tears, I can’t cry them anymore?’

Ik kan over Beck vrij kort zijn. Die plaat heeft heel veel betekend voor mij in een vorige fase van mijn leven, waarin ik van alles moest afsluiten en dingen moest herbeginnen. Echt als per toeval vond ik die eergisteren terug. Ik dacht: ‘fuck jongen, Sea Change van Beck.’ Ik heb die denk ik al twee of drie jaar niet meer opgelegd, terwijl ik dat een supermooie plaat vind. Ik heb dan al die nummers nog eens opgezet en gedacht van ‘I don’t want to go there anymore.’ Terwijl ik dat prachtig vind en dan vooral dat nummer. Helemaal op het einde heb je dat vliegtuig dat opstijgt in die totale nooit eindigende climax. Daar zit zo’n onbeslistheid in.

‘Je hoeft niet altijd volledig in een emotie verweven te zitten om die te kunnen spelen of om die te kunnen evoceren bij een publiek.’

Hou je van muziek over liefdesverdriet?

Ja, er zijn veel van die prachtige dingen. Ook veel zever hé, maar Bon Iver zijn eerste plaat bijvoorbeeld, Skinny Love, die heeft ook zo’n puurheid. Ik ben nog zo nen oude, hé. Ik denk in platen, niet in nummers (lacht). Je voelt de oprechtheid van die emotie en je hoeft niet altijd volledig in een emotie verweven te zitten om die te kunnen spelen of om die te kunnen evoceren bij een publiek. Ik heb al megatriestige voorstellingen gespeeld tijdens de meest gelukkige periodes in mijn leven.

Dat lijkt mij niet makkelijk? 

Eigenlijk helpt dat. Soms is het heel helend om dat te spelen, maar soms, na een dag vol verdriet, heb ik geen zin om daar nog eens in te gaan hangen. Je moet het pakken zoals het komt.

Is het makkelijker om in verdriet te hangen dan in vreugde?

Dat is denk ik hoe wij aan deze kant van de wereld daar in opgevoed zijn. In alle literatuur, theaterstukken en muziek die wij mooi vinden, gaat iedereen toch wel zo’n klein beetje zitten koteren in zichzelf op zoek naar Weltschmerz of zo. In grote delen van Azië is dat niet het geval. Dat is happy happy happy. Daar kijken mensen echt raar als je triest bent. Daar hangen ze misschien ook wel wat overdreven in vreugde. Ik heb nog in Azië gewoond en ik had het daar soms echt moeilijk mee. Dan dacht ik van het is ook oké om te zeggen dat het niet oké is, hé. Ik ben wel aan het leren om wat meer in vreugde te hangen.

Ik heb het niet over negatief in het leven staan, maar is het ergens niet logisch dat theaterstukken uit iets van verdriet ontstaan?

Ja, maar dat vind ik ook mooi aan ons vak. Je kan een groot begrip ontwikkelen. Daarom maak je dat begrip jezelf nog niet eigen, maar leer je wel omgaan met een groot begrip tegenover mensen en de redenen waarom dat ze de dingen doen die ze doen. Je begrijpt dat die soms heel grillig en onwaarschijnlijk zijn.

Ja, dat is prachtig. Zo begrijp jij ook waarom een man naar Portugal trekt om er een zeilboot te kopen en de wereld rond te varen? The adventures of an old seadog is een Youtubereeks over zo’n man. In het volgende fragment zien we zijn avonturen op Tahiti.

Hier heb ik wel wilde dromen van. Ik reis ook heel graag. Ik heb heel mijn leven heel intens en veel gereisd en dat is voor mij toch wel het summum van reizen, denk ik.

Je hebt nog als duikinstructeur gewerkt in Thailand?

Ja, ik heb lang op Kho Phi Phi gewoond. Dat is niet zoals dat nu is. Dat was echt paradijs, in de letterlijke zin van het woord. Ik hou wel van dat soort ‘hangmat-kokosnoten-palmboomgedoe’, maar ook wel van de Noordzee. Dat is echt een prachtige zee. Er is geen enkele zee – en ik heb nu al wel op een paar gezeten – die zo gevarieerd is. Dat gaat van bruin naar diepgroen naar azuur- naar soms donkerblauw. Dat is een vree zeeke ze, de Noordzee. Ik heb van zo’n oude man leren zeilen en ik vroeg hem hoe het komt dat ze zeggen dat als je op de Noordzee kan zeilen, je overal kan zeilen. Patje zijn antwoord was: ‘omdat de Noordzee een nukkig oud wuve is, as ge peist dat al in orde is, begint ze van haar kloten te maken.’ En dat is echt waar, dat slaat om op tien minuten.

Je hebt zelf ook een zeilboot? Nog nooit schrik gehad?

Ja, ja, ik heb al een paar keer goed in mijn broek gescheten.

Drie maanden geleden zei je in De Morgen dat je in een nieuw boek begonnen was: Elektriciteit aan boord. Heb je het al uitgelezen?

Mijn elektriciteit is gedaan ondertussen.

Dus het is gelukt?

Het is gelukt, maar ik heb het niet alleen gedaan. Ik zal het u zelfs bewijzen. Vermeir vist zijn gsm uit zijn broekzak en toont vol trots een foto van wat knopjes op zijn zeilboot.  Kijk eens hoe mooi, dat is properkers gedaan, hé (lacht).

Ik ken er niet veel van, maar ik zal doen alsof ik onder de indruk ben.

Er valt ook niet veel aan te zien. Wauw, impressionant Tom, uw elektriciteit aan boord (lacht).

Als ik ooit een zeilboot koop en er moet elektriciteit op, weet ik wie ik moet bellen.

Ja, mij zeker niet (lacht).

Het is wel tof dat je dat zelf gedaan hebt, niet?

Ja, zeker. Dat gaat zo’n heel traag projectje zijn, denk ik. Alhoewel, ik weet niet of ik dat kan, trage projecten. Ik denk dat ik mij daar weer ga opsmijten gelijk nen idioot.

Zou je het ooit doen, alles achterlaten en vertrekken?

Ja, misschien komt het er ooit wel eens van dat ik zoals dien oude rut vertrek, maar zo ver ga ik niet geraken, ze (lacht). Ik gebruik de mijne nu meestal als een soort mobiele werkplek. Hij lag in Gent. Nu ligt hij een paar maanden in Oostende, dan ga ik weer naar Antwerpen, Amsterdam, Londen…

Dat klinkt fantastisch.

Ja, dat is super. Wat ik ook fantastisch vind, is zo’n gat gelijk Ramsgate. Dat is echt een mottige plek, je kan je dat niet voorstellen, maar als je na twaalf uur oversteken toekomt in Engeland ben je zowat uitzinnig van vreugde. Je gaat dan op café met lauwe, grote pinten, met vreselijk marginaal volk en dito een band die daar staat te spelen. Toch vind je dat allemaal echt de max. Dat is echt heel erg schraal, maar ik hou daar wel van.

Jij bent van aan de zee, hé? Ik wil je niet beledigen, maar is de Belgische kust ook niet een beetje zo?

Maar natuurlijk! Dat is schraal, hé. Ik ben opgegroeid in Koksijde. Vroeger was dat nog niet wat dat nu is. Nu heb je daar tenminste een Casino me een goede programmatrice, die daar toch iets van cultuur brengt. Als kindje is dat super, in de duinen en op strand en al, maar eens je zo 14-15 jaar begint te worden en je hebt geen zin om pinten te zuipen en te vechten, dan ben je daar wel snel uitgekeken. Ik heb echt een geweldige jeugd gehad, maar het mocht wel iets meer zijn.

‘Als kindje is de zee super,  maar eens je zo 14-15 jaar begint te worden en je hebt geen zin om pinten te zuipen en te vechten, dan ben je daar wel snel uitgekeken.’

Ik heb ook een fragment gekozen. Ik weet niet of je nog weet dat je het ooit gedaan hebt.

Oh nee…

Het is iets van 2000.

Ochot, W817?

Ja.

Jezus Christus.

Heb je het ooit nog terug gezien?

Nee…

Weet je nog waarover het ging?

Animal Liberation Front?

Ja, je hebt samen met Zoë en de andere leden van het Animal Liberation Front konijnen gered uit het labo van de universiteit.

Ja, iemand moet het doen, hé (lacht).

Het fragment begint te spelen en we zien een piepjonge Vermeir samen met Britt Van Der Borght (Zoë) en wat andere jonge snaken aan tafel zitten. Dan vindt Vermeir het nog schitterend, maar vanaf zijn twintigjaarjongere zelf begint te spreken, duwt hij in alle stilte op de spatiebalk. Als ik hem vraag of hij genoeg gezien heeft, lacht en knikt hij. Jammer, want we waren nog niet aan zijn konijnimitatie toegekomen.

Op het einde van de aflevering knaagt het geweten van je personage en gaat hij zich aangeven. Dat brengt ons…

Bij De Twaalf? (glundert enthousiast)

Inderdaad, ondertussen weten we dat Joeri zich ook gaat aangeven. Nu de laatste aflevering uitgezonden is, zit de populaire reeks erop. Wat brengt de toekomst? Kunnen we je binnenkort weer op het scherm zien?

Er komen veel films uit die al gedraaid zijn. Willem Wallyn zijn film All of us speelt sinds 7 januari. Dat is wel echt een mooie film. Die moet je wel echt gaan zien. Porselein gaat 27 januari in première. Kom hier dat ik u Kus verschijnt binnenkort in de zalen en Hotel Poseidon zal ook wel eens in première gaan zeker. Het volgend project van Tom Lenaerts gaan we dit jaar draaien. Dat heet Twee Zomers en daarin speel ik samen met Bruno Vanden Broecke, Kevin Janssens, Tom Van Dyck, Ruth Becquart en An Miller.

Je zei ooit dat een slechte televisie-ervaring je lange tijd van film en acteren voor camera weggehouden heeft. Als ik je nu hoor, lijk je van dat televisietrauma af? Wat doe je nu het liefst?

Nu vind ik het leuker om te filmen. Zo’n voorstelling maken vind ik ook fantastisch, hé. (denkt na) Ja, zo één keer op een jaar een voorstelling maken en voor de rest filmen…als het toffe dingen zijn (lacht). Ik zou ook heel graag wat tijd uittrekken om eens les te geven.

Waar zou je les willen geven?

Het liefst van al in Antwerpen, Gent én Brussel. Een paar maand daar, een paar maand daar, een paar maand daar. Ik zou graag spel geven. Ik denk dat ik daar ondertussen wel het een en het ander over kan vertellen. Ik ben ook benieuwd naar wat die jonge gasten zelf te vertellen hebben. Theater maken met Yahya en Koen blijf ik ook fijn vinden. Er zijn nog wel wat andere gezelschappen waar ik mee wil werken. Ik vind het fijn dat ik ergens kan kiezen wat ik doe.

Ja, dat is een luxepositie, denk ik.

Ja, dat is de max, hé.

In deze wereld toch. Tom, bedankt voor het gesprek en veel succes met alles wat komt: muziek, theater, film, zeilen, lesgeven…

Met veel plezier. Dank je wel.

Locke speelt nog tot en met 15 februari op verplaatsing. Vanaf 2 september herneemt Compagnie Cecilia de voorstelling in De Expeditie in Gent. Info en tickets vind je op de website.

Tekst: Margaux Vandecasteele, foto’s: © Luk Van der Elst (Locke), Sofie Jaspers (Buko)