15/10/2020

Onze taal genderneutraal? ‘Dat alleen al is een draak van een woord’

‘Hoe label je een genderneutraal toilet?’ Die vraag kreeg Helena Gwyn (37) als transgender de laatste tijd alsmaar meer te horen. Hierop antwoordde hen altijd: ‘gewoon wc?’ Inderdaad, ‘hen’, voorlopig in combinatie met een enkelvoudige werkwoordsvorm, want ook officiële richtlijnen rond genderneutrale voornaamwoorden in het Nederlands zijn er vooralsnog niet.

Voor de lgbtq+-gemeenschap vormt onze taal vaak nog één van de grootste struikelblokken op het pad naar een genderinclusieve samenleving. Wie zich niet wenst te identificeren als ‘hij’ of ‘zij’ kan vandaag nog geen beroep doen op een non-binair alternatief dat tot de standaardtaal behoort. In andere landen waar het debat al langer aan de gang is, gaan de media vaak erg secuur om met de vraag hoe een persoon aangeduid wil worden. In Zweden, bijvoorbeeld, werd in 2014 ‘hen’ al opgenomen in de Zweedse taal als tegenhanger van ‘han’ (hij) en ‘hon’ (zij). Bovendien duidt het nieuwe Zweedse voornaamwoord niet enkel op non-binariteit, maar verwijst het ook naar iedereen wiens gender irrelevant is. In Engelstalige landen is het gebruik van meervoudig ‘they’ en ‘them’ om naar één persoon te verwijzen ondertussen ook haast gemeengoed in toonaangevende media en academische literatuur.

Hij, zij, hen

Toch blijft niet alleen België maar zelfs het hele Nederlandse taalgebied sceptisch. Dit ondervindt ook Helena Gwyn, die in 2014 hun transitie van biologische man naar vrouw begon, maar deze weer een halt toeriep in de zomer van 2020. Vandaag voelt Helena zich in de eerste plaats gewoon mens en wenst hen dan ook niet een binair hokje geduwd te worden.

‘Ik ben niet zomaar een man of een vrouw, maar een combinatie van beiden.’

Wanneer Helena een bijdrage schreef voor het tijdschrift De Pelgrim over hun reis naar Santiago de Compostela, ervoer hen zelf dat het taalgebruik van media vaak allesbehalve genderbewust is: ‘Hoewel ik voor de publicatie van mijn verhaal de makers van het blad heel duidelijk had uitgelegd wie ik was en waarvoor ik stond, moest ik tot mijn verbazing vaststellen dat ze in hun uiteindelijke inhoudstafel mijn artikel aankondigde als ‘Helena’s verhaal over ZIJN zoektocht naar ZIJN geaardheid.’ Zoiets is heel frustrerend. Bovendien verwarden ze geaardheid ook nog eens met genderidentiteit. Wanneer vreemden mijn gender fout interpreteren, dan heb ik daar begrip voor. Wanneer mensen mijn verhaal kennen en dan nog weigeren hun taal aan te passen, dan is dat extra pijnlijk’, aldus Helena.

Helena Gwyn in Finesterre, het eindpunt van hun pelgrimstocht

Het integreren van een officieel alternatief voor ‘hij’ en ‘zij’ in de Nederlandse standaardtaal is volgens Helena niet echt een doel an sich voor de lgbtq+-gemeenschap, maar wel ‘een middel om meer bewustheid te creëren bij de bevolking en eindelijk komaf te maken met dat hokjesdenken’. Nederlandse taalkundigen steunen alvast dit idee. Zo bevestigt Stefaan Croon, taaladviseur bij de Taaltelefoon, dat de Taalunie een werkgroep heeft samengesteld die zich moet buigen over genderbewust taalgebruik.

Ook een nieuw systeem van voornaamwoorden zou op tafel liggen volgens Croon: ‘’Hen’ behoort zeker tot één van de mogelijkheden, maar ook ‘die’ wordt niet uitgesloten als alternatief. Wat die werkwoordsvorm betreft, denk ik dat de combinatie van ‘hen’ met het enkelvoud kan werken, omdat we een voornaamwoord dat zowel op enkelvoud als op meervoud kan duiden al gewend zijn als taalgebruiker dankzij ‘zij’.

Taalkundige Marc van Oostendorp vindt het zelfs heel logisch dat het werkwoord enkelvoudig zou zijn: ‘Het gaat immers over een enkele persoon. ‘Die’ is in het Nederlands niet meervoudig van origine en ‘hen’ is wel een meervoudsvorm, maar niet als onderwerp. Je schiet er dus niets mee op om het meervoud te gebruiken, maar het is wel verwarrender.’ ‘Voor welk systeem men ook kiest’, zegt Croon, ‘het blijft een erg kunstmatige ingreep in onze taal die heel wat onderzoek vergt. Corona gooide helaas al wat roet in het eten en bemoeilijkte de vele vergaderingen van de Taalunie, maar ik verwacht binnen enkele maanden toch een beslissing.’

Helena Gwyn verkiest zelf ook eerder ‘hen’, maar net omwille van het idee van meervoud: ‘’Hen’ kan misschien verwarrend zijn vanwege de associatie met een meervoudsvorm, maar ik vind dat net passend omdat ik mezelf ook als een ‘meervoud’ beschouw. Ik ben niet zomaar een man of een vrouw, maar een combinatie van beiden.’

Niet neutraal, wel divers

Helena Gwyn en Stefaan Croon zijn er wel allebei van overtuigd dat een nieuw Nederlands woord enkel meer verwarring zou zaaien en daardoor het algemene gebruik ervan alleen maar meer zou hinderen. Niet enkel de voornaamwoorden zelf zijn belangrijk volgens Helena, maar ook de labels die we ze geven: ‘Termen als genderneutraal en non-binair zijn op zichzelf al draken van woorden waaraan ik een absolute hekel heb. Ze wijzen allebei op de idee dat je nergens thuishoort, dat je je ergens in een grijze zone bevindt. Ik ben niet grijs, ik ben net heel kleurrijk. Genderdivers, bijvoorbeeld, dat zou er al meer op lijken.’

Op de vraag of het Nederlands baat zou hebben bij een voorbeeldfiguur zoals de Briste zanger Sam Smith dat al was voor het Engels heeft Helena een eerder genuanceerd antwoord klaar: ‘Het is goed dat zo’n persoon er is, maar het moet wel de juiste zijn, iemand die sterk in de schoenen staat en de zoektocht naar zichzelf al voltooid heeft. Iemand als Bo Van Spilbeeck trekt de media-aandacht eerder naar zichzelf, in plaats van de belangen van een gemeenschap te verdedigen. Zij bevestigt nog eens de bestaande stereotypen die aan de basis liggen van de problematiek.’

In afwachting van een officieel advies van de Taalunie publiceerde het Transgender Infopunt alvast een lijst met do’s en don’ts voor wie over een transgender wil berichten.

Tekst: Rani Guinée, foto: © Helena Gwyn