22/10/2020

Wereldstotterdag: ‘Stotteren is maar het tipje van de ijsberg’

Van de Amerikaanse actrices Marylin Monroe en Julia Roberts tot onze eigen Vlaamse entertainer Bart Peeters, allemaal hebben ze naast hun beroemdheid één ding gemeen: stotteren. Volgens de International Stutter Association kampen wereldwijd meer dan 60 miljoen mensen met stotterproblemen. Toch beschouwen velen het nog als een taboe. Daarom doopte de organisatie in 1998 elke 22e oktober tot Wereldstotterdag.

Logopediste Magali Van Antwerpen vergelijkt stotteren met een ijsberg: ‘Wat je als toehoorder waarneemt als ‘niet-vloeiend spreken’ is eigenlijk maar de top van de berg die boven water komt. Die kan je onderverdelen in drie categorieën: blokkades, verlengingen en herhalingen. Alles wat onder water zit, is veel belangrijker, maar krijgt vaak nog te weinig aandacht. De rest van de berg bestaat namelijk uit wat er in de spreker zelf schuilt dat het stotteren veroorzaakt. Een veel voorkomend voorbeeld hiervan is stress.’

Therapie is belangrijker dan trucjes

Stotteren is vaak een normaal onderdeel van de spraakontwikkeling van een kind, al zijn jongens er gevoeliger voor dan meisjes. ‘Elk kind produceert aanvankelijk onvloeiendheden’, verduidelijkt Van Antwerpen, ‘maar het is van groot belang om tijdig te weten of deze al dan niet abnormaal zijn. Hoe sneller een logopedist de juiste therapie kan toepassen, hoe groter de kans dat het kind het stotteren ontgroeit.’

Dit wil niet zeggen dat stotteren geen jongeren of volwassenen treft, integendeel. ‘In dat geval is het belangrijk om de patiënt vooral psychologisch te ondersteunen en ze niet zomaar wat trucjes aan te leren’, stelt Van Antwerpen. ‘We willen ook niet dat ze als een robot gaan spreken. Ze moeten vooral leren ontspannen praten; hoe minder je zelf inzit met het stotteren, hoe vloeiender je onbewust gaat spreken. Een duidelijk voorbeeld hiervan zien we bij zangers. Zelfs als ze zware stotteraars zijn in hun spraak, verdwijnen deze onvloeiendheden vaak haast volledig wanneer ze zingen.’

Een vicieuze cirkel

Ook als toehoorder kan je hierin bijdragen door zelf geen extra druk op de spreker te leggen. ‘De zin van een stotteraar afmaken is het slechtste wat je kan doen voor die persoon’, aldus Van Antwerpen. ‘Pestgedrag, bijvoorbeeld, heeft uiteraard ook alleen maar negatieve gevolgen. Hierdoor gaan kinderen en jongeren zich nog meer schamen voor hun spraakprobleem, waardoor ze alleen maar meer gaan stotteren. Ze komen dus echt in een vicieuze cirkel terecht.’

Studente Toegepaste Economische Wetenschappen Noah (20) beaamt dat stotteren ook voor jongeren vaak nog een struikelblok vormt: ‘Bij het kiezen van een studierichting ga je automatisch even stilstaan bij het feit of je al dan niet veel presentaties moet geven. Eens aan de universiteit moet je weer diezelfde blikken en opmerkingen verdragen die je als kind ook al te verwerken kreeg, omdat mensen nog niet weten dat je stottert. Mezelf voorstellen is ondertussen geen probleem meer, hierop oefen ik namelijk al sinds mijn kindertijd. Vooral praten in grotere groepen lokt het stotteren nog hard uit. Je probeert wel te denken ‘je m’en fou’, maar iedereen wil een goede eerste indruk maken. Dit geeft vaak extra stress bovenop de zenuwen die elke student sowieso al heeft. Het is echt een kwestie van je stem te willen laten horen, ondanks je spraakgebrek.’

Als logopediste vindt Magali Van Antwerpen de Wereldstotterdag dan ook een erg zinvol initiatief: ‘Het is echt belangrijk om meer bewustwording te creëren rond stotteren en vooral ook rond de psychologische impact ervan. Te veel mensen zien het nog als een handicap, waardoor ook de stotteraar zelf het zo gaat ervaren.’

 

Tekst: Rani Guinée, foto: Andrea Piacquadio via Pexels