Zesde editie Week van het Nederlands zet in op veelzijdigheid: ‘Wie te perfect Algemeen Nederlands praat, wekt wantrouwen op’
Zegt ‘hebban olla vogala’ jou nog iets? Bij de meeste jongeren zal dit oudste Nederlandse zinnetje niet langer tot hun parate kennis behoren. Uit een onderzoek van hogeschool Odisee uit 2019 bleek immers al dat de Nederlandse taalkennis van hogeschoolstudenten sterk achteruitgaat. Het Vlaams-Nederlands Huis voor cultuur en debat deBuren wil daar samen met de Taalunie verandering in brengen en zet daarom eenmaal per jaar het Nederlands in de kijker. De zesde editie van de Week van het Nederlands vindt dit jaar plaats van 3 tot en met 10 oktober en heeft als rode draad de veelzijdigheid van de taal.
De ambassadeurs van deze editie zijn de Belgische Wannes Cappelle en de Nederlandse Radna Fabias, die beiden een voorliefde voor de Nederlandse taal koesteren. Hij brengt met zijn band Het Zesde Metaal West-Vlaamse nummers die heel Vlaanderen kunnen bekoren, zij won in 2018 met haar dichtbundel Habitus haast elke belangrijke poëzieprijs. Ze vertegenwoordigen allebei de idee dat het Nederlands een erg breed begrip is. In een interview dat deBuren zelf met hen afnam, benadrukt Cappelle het belang van taalvariëteiten als het West-Vlaams voor een gemeenschap: ‘Wie te perfect Algemeen Nederlands praat, wekt wantrouwen op – alsof je dan verloochent waar je vandaan komt.’
Ook Fabias die opgroeide op Curaçao vooraleer ze naar Nederland verhuisde, pleit voor een dynamische invulling van taal in plaats van een rigide: ‘Taal is zo voor mij ook altijd een beetje een spel, waarmee ik niet zeg dat het spel onschuldig is. Taal is ook gewelddadig.’ Daarbij verwijst ze ook naar haar werk en hoe dat net tot stand komt door buiten de lijntjes te kleuren: ‘Er is een zeker gebrek aan eerbied voor regels. Daar heb ik als schrijver veel aan.’
Vlaanderen en Nederland hand in hand
De startshow op zaterdag 3 oktober legt de focus dan ook op artistieke veelzijdigheid en moet aantonen dat het Nederlands niet enkel een grammaticale uitdaging is, maar dat je er ook je creatieve geest de vrije loop mee kan laten, van kleinkunst en hiphop tot literatuur en poëzie. De lancering gaat gepaard met een talkshow rond literair vertalen en zal parallel plaatsvinden in Rotterdam (Hotel New York) en in Antwerpen (Zuiderpershuis). Dit jaar zal de show, net als vele andere evenementen van het programma, ook online te volgen zijn via de Facebookpagina van de Week van het Nederlands, opdat alles coronaproof kan verlopen. Verder slaan Frits Spits van NPO 1 en Jan Hautekiet van Radio 1 de handen in elkaar om een bijzondere Vlaams-Nederlandse versie van het radioprogramma De Taalstaat uit te zenden.
Wandelen door de ‘Bezette Stad’
Daarnaast zet deBuren de week ook in met Eén-twee-marsj!, een reeks begeleide wandelingen waarbij je samen met de organisatie en een heleboel dichters door Paul Van Ostaijens Bezette Stad kuiert. Van Ostaijen was een Vlaamse expressionistische dichter die vooral bekendstond voor zijn opvallende typografie, waarvan ook de dichtbundel over de Duitse bezetting van Antwerpen getuigt. Matthijs de Ridder, biograaf van de dichter, stippelde voor de gelegenheid drie thematische routes uit door de stad: één die de Eerste Wereldoorlog in kaart brengt, één met oog voor idealisme en één waarin het nachtleven de hoofdrol speelt. De wandelingen worden afwisselend georganiseerd tussen 2 en 4 oktober.
Voor meer info en tickets kan je terecht op de website van deBuren. Studenten betalen voor de startshow op zaterdag 3 oktober 7 euro. Een ticket voor een wandeling van Eén-twee-marsj! kost 12,50 euro.
Tekst en foto: © Rani Guinée