10/11/2020

5 dingen om te onthouden van het voorbije wielerseizoen

De Ronde van Spanje, de Vuelta zoals de Spanjaarden zo mooi zeggen, is aangekomen in Madrid. Het bijzondere wielerjaar zit erop. Wat moet je nu onthouden van de Belgen, voorjaarsklassiekers in de herfst en Grote Rondes die niet weten of ze het einde halen?

Een zucht van opluchting slaakt door het peloton. Na eerder de Tour de France en de Giro d’Italia heeft ook de Vuelta zijn einde bereikt. Dat zullen we alvast onthouden. Ook de schrik dat deze rondes vroegtijdig moesten stoppen, zullen we onthouden. Maar meer dan dat onthouden we de onwaarschijnlijke scenario’s met meer dan eens een Belg in de hoofdrol. Ook staat er een nieuwe generatie op die geen genoegen meer neemt met een bijrol als knecht.

1. De Belgen tonen zich

We kunnen wel zeggen dat de Belgen goed gescoord hebben dit jaar. Wout van Aert is natuurlijk de absolute uitschieter. Van god in Italië en naar god in Frankrijk. Zijn statistieken zijn ronduit indrukwekkend. Zijn eerste World Tourzege in een eendagswedstrijd: check. Zijn eerste Monument: check. Verlenging Belgische tijdrittitel: check.  Podium op het wereldkampioenschap: dubbel check. Tel daarbij nog een koppel ritzeges in de Tour, ritwinst plus puntenklassement in de Dauphiné en het mooiste duel in de Ronde van Vlaanderen van de afgelopen jaren. Het lijkt voor van Aert moeilijk om beter te doen, maar er zijn natuurlijk de Olympische Spelen. Als van Aert beter wil doen dan dit seizoen, is hij bijna verplicht daar te scoren. De druk op zijn schouders is groot, maar als er één renner daarmee om kan, is het wel Wout van Aert.

Stuyven (l) en van Aert (r) in de Tour. Foto: Filip Bossuyt (CC BY 2.0)

Ook dat andere Belgische supertalent Remco Evenepoel oogst dit jaar enkele fraaie zeges. Hij wint vier rittenkoersen en neemt ook wat ritzeges mee. Hij lijkt klaar voor de Giro tot een valpartij een einde maakt aan zijn roze droom. De jonge wolf van Deceuninck-Quick Step moet zijn debuut in een Grote Ronde uitstellen naar volgend jaar. Nu enkele andere jongeren zich tonen, zal zijn honger alleen maar gegroeid zijn. Niemand durft zeggen dat hij volgend jaar bij zijn debuut kansloos is. Wielerminnend België hoopt dat hij de opvolger wordt van Johan De Muynck, de laatste Belgische winnaar van een Grote Ronde.

Tim Wellens schittert wel in de Vuelta. Hij kan er twee ritzeges wegkapen en eindigt op plaats twee in het bergklassement. Dat is een opsteker nadat hij de Tour moet laten schieten door een valpartij en de Ardennenklassiekers niet opleveren wat hij hoopt. Hij is niet de enige Belg die schittert in de Vuelta. Gerben Thijssen zet een jaar na zijn horrorcrash puike resultaten neer en Jasper Philipsen slaagt erin om een rit te winnen. De jonge renner rijdt volgend seizoen voor Alpecin-Fenix en zal daar samen met Tim Merlier de sprints voor zijn rekening nemen.

We vergeten soms dat er ook in het precoronatijdperk wedstrijden gereden zijn. Ook hier kunnen enkele Belgen hun kunnen etaleren. Jasper Stuyven wint de Omloop het Nieuwsblad en behaalt enkele mooie ereplaatsen in de Tour. Hij is klaar  om een hoofdrol te spelen in de Monumenten.  Tiesj Benoot scoort in Parijs-Nice. Hij eindigde tweede in het eindklassement, won de zesde rit en nam ook de overwinning in het puntenklassement mee. Hij kan overal uit de voeten. Dat bewijzen ook zijn achtste plaats in Luik-Bastenaken-Luik en zijn tiende plaats in de Ronde van Vlaanderen.

Van Avermaet (oranje) in betere tijden. Foto: Flowizm (CC BY 2.0)

Niet voor elke Belg is het jaar geslaagd. Greg Van Avermaet sluit voor het eerst sinds 2012 zijn seizoen af zonder zege. Hopelijk kan hij bij zijn nieuwe ploeg AG2R terug de draad oppikken naast medekopman Oliver Naesen. Anders worden dit misschien de jaren te veel voor de Olympische Kampioen. Ook Naesen kent een minder jaar. Hij is nog altijd maar 30, maar met de jeugd die zo nadrukkelijk op de deur klopt, kan hij toch maar beter zo snel mogelijk een klassieker winnen. Voor de 32-jarige Sep Vanmarcke geldt hetzelfde. Hij zag zijn geliefde Parijs-Roubaix afgelast worden, maar in de andere wedstrijden slaagde hij er slechts eenmaal in de top tien te bereiken.

Voor enkele Belgen was het een goed tot uitzonderlijk jaar, maar andere mogen de rustperiode gebruiken om te herbronnen en volgend jaar beter te doen.

2. De grote rondes verrassen

Wauw. Zo kort kunnen we de drie grote rondes samenvatten. Waarin ze andere jaren uitblinken in voorspelbaarheid, lijken de scenario’s dit jaar afkomstig uit Hollywood. De Sloveen Primož Roglič wordt op de voorlaatste dag uit het geel gereden in de Tour, de Brit Tao Gheoghegan Hart en de Australiër Jai Hindley staan voor de laatste etappe in exact dezelfde tijd, de Ecuadoriaan Richard Carapaz doet in de laatste bergrit een ultieme gooi naar Vueltawinst maar strandt op 24 seconden. De Tour, Giro en Vuelta zijn spannend van rit 1 tot het eind. Met falende favorieten, onverwachte hoofdrolspelers en herboren toppers.

Hart (l) en Hindley (r) vechten onderling uit wie de Giro wint. Foto: Ciclismo Italia (CC BY 2.0)

Van die laatste groep is de Slowaak Peter Sagan de exponent. In de Tour slaagt hij er voor het eerst niet in het puntenklassement te winnen, maar in de Giro toont hij dat hij klasse te over heeft. Na meer dan een jaar zonder zege, glipt hij in etappe 10 mee in de vroege vlucht. Na een denderende etappe is hij de enige van die vroege vlucht die uit de greep van de favorieten blijft.

Van die eerst groep zijn de Colombiaan Egan Bernal en de Italiaan Vincenzo Nibali de beste voorbeelden. Bernal heeft door de lockdown in Colombia weinig kunnen trainen en sukkelt daarna met blessures. In de Tour wordt hij bergop uit de wielen gereden door van Aert en moet hij opgeven. De jongeling zal de komende jaren wel weer boven water komen. Dat laatste kan niet gezegd worden van Nibali. De haai van Messina bijt niet meer. In een Giro waarin de Welshman Geraint Thomas eruit valt, de Engelsman Simon Yates en de Nederlander Steven Kruijswijk door corona naar huis moeten en geen andere toppers aanwezig zijn, krijgt hij een uitgelezen kans om zijn vijfde grote ronde te winnen. Hij eindigt op een teleurstellende zevende plaats en beseft dat hij nooit meer een grote ronde zal winnen.

3. De jongeren staan op

In België spreken we graag over Remco Evenepoel. De jongeling van Deceuninck-Quick Step rijdt een sterk jaar maar komt ongelukkig ten val in de Ronde van Lombardije. Naast Evenepoel bestormen er nog andere jongeren de wielerhemel.

Tadej Pogačar is de jongste Tourwinnaar sinds 1904. De eerste die drie klassementen wint sinds Eddy Merckx. De Sloveen staat voor de Tour in de schaduw van zijn landgenoot Roglič , maar komt daar voorzichtig uit bij zijn eerste twee etappeoverwinningen. Op 19 september zet hij zichzelf helemaal in de spotlight door de klimtijdrit te winnen, Roglič op bijna twee minuten te zetten en zo de eindzege te grijpen. Van de vele jongeren die zich tonen in de Tour, is hij de meest opvallende. Vorig jaar dachten we dat Bernal de Tour voor enkele jaren ging domineren, we moeten opletten dat we nu niet dezelfde fout maken met Pogačar. Maar als beiden volgend jaar in topvorm aan de start van de Ronde van Frankrijk verschijnen, krijgen we een nog mooiere Tour dan dit jaar.

Hirschi in de Tour de France. Foto: Filip Bossuyt (CC BY 2.0)

In etappe 2 van diezelfde Ronde leren we de Zwitser Marc Hirschi kennen. Hij eindigt tweede na Alaphilippe, maar met iets meer ervaring en oplettendheid kan hij de etappe winnen. Hij toont zich in meerdere etappes en na enkele vruchteloze pogingen is het dan toch raak. De Tourdebutant wint de twaalfde etappe en de Superstrijdlust. Hij kan het ook in het eendagswerk. Hij wint de Waalse Pijl en haalt het podium op het WK en in Luik-Bastenaken-Luik. Van deze Zwitser hebben we het laatste nog niet gezien. Hij staat voor het moeilijke jaar van de bevestiging, maar laat hem maar bewijzen dat moeilijk ook gaat.

4. Het publiek wordt (soms) gemist

Of beter het gebrek aan publiek. Soms was het troosteloos, soms was het adembenemend. Het is hinken op twee gedachten wanneer je thuis naar je televisie kijkt. Soms waren de beelden prachtig. Het WK, de bergetappes, ze zorgen beide voor fraaie televisie door de natuurlijke schoonheid die je anders niet in beeld ziet. Aan de andere kant geeft het soms een kil gevoel. Zeker aan de aankomsten. Gelukkig zorgden de renners voor kippenvel, anders was dit een wielerjaar om snel te vergeten. Hopelijk zien we de Nederlander Mathieu van der Poel snel weer in duel met ‘onze’ Wout van Aert, maar dan wel met duizenden toeschouwers om de gladiatoren van de weg aan te moedigen.

De Angliru, een mooi uitzicht, maar tijdens de Vuelta is zo’n beeld minder fraai.

5. Aantrekkelijk koersen loont

Ligt het aan het gebrek aan publiek? We zullen het nooit weten, maar de renners die durven aanvallen worden rijkelijk beloond. Alaphilippe wordt wereldkampioen, Pogačar klopt de berekende Roglič, van der Poel wint de Ronde. Als zelfs Ineos Grenadiers de Giro niet controleert maar met open vizier aanvalt, dan weten de kijkers weer waarom het wielrennen zo’n mooie sport is. Ineos ziet zijn kopman Thomas uitvallen en zijn wisselkopman Hart tijd verliezen. In plaats van bij de pakken te blijven zitten, zet Dennis in de rol van zijn leven diezelfde Hart alsnog op weg naar eindwinst in de Giro. Waar de voorbije jaren steeds meer naar wattages gekeken werd, lijkt dit jaar een kentering. Meer van dit in 2021, jongens!

Tekst: Gil Van Kerckhoven, foto: Filip Bossuyt (CC BY 2.0)