Column – Ja ik kan tekenen en neen ik wil er helemaal mijn job niet van maken
Iedereen met een talent dat geld kan opbrengen hoort het wel eens: ‘En, wil je daar later je job van maken?’ Neen. Neen dat wil ik niet. Tekenen is wat me rechthoud tijdens de lockdown. Ik weiger het plezier dat ik uit mijn illustraties en portretten haal, te laten opzuigen door hebzucht. Dus neen, ik wil géén kunstenaar van beroep worden en ik zal je uitleggen waarom.
Tekenen, schilderen, illustreren … Die zaken houden me recht in deze barre tijden. De tijd die ik gedwongen binnen doorbreng, spendeer ik met een potlood in de hand. De ongedwongenheid van illustreren is wat me zo gelukkig maakt. Niemand die me zegt wat ik moet doen of wat ik op papier moet zetten. Hier en daar neem ik eens een klein opdrachtje aan. Een portret van een overleden huisdier of een portret van geliefden. Die opdrachten neem ik enkel aan omdat ze me aanspreken. Niet omdat ik het geld nodig heb.
Middelbare marteling
Wanneer ik zeg dat ik liever betaald word voor mijn weekendwerk in de slagerij, krijg ik vreemde blikken. Want waarom zou ik in hemelsnaam hard willen werken wanneer ik ook gewoon rustig vanuit mijn zetel tekeningetjes kan maken? Wel, ik heb al enige ervaring met ‘gedwongen’ tekenen. In het middelbaar studeerde ik Publiciteit en illustratie. Dat ik veel zou gaan tekenen, dat wist ik. Dat mijn creativiteit de kop ingedrukt zou worden, daar was ik niet op voorbereid. In het vierde middelbaar startten we met twee uur waarnemingstekenen per week. Toen we in het zesde jaar zaten waren dit er vier met daarbovenop nog eens twee uur illustratie. Wanneer je meer dan zes uur per week moet gaan tekenen, verwachten ze dat je iets inlevert maar ook dat je werk aan bepaalde criteria voldoet. Was de opdracht niet je ding? Pech. Plots werden er dus punten gekleefd op datgene wat ik zo graag deed en datgene waar ik dacht goed in te zijn. Niet alleen mijn creativiteit kreeg slaag maar ook mijn zelfvertrouwen. Als er iets is wat ik tijdens mijn jaren middelbaar heb geleerd is dat ik niet graag doe wat er van me gevraagd werd en erg graag tegen de stroom in ga. Na de middelbare was ik vastberaden nooit meer te gaan tekenen. Mijn plan om illustrator van beroep te worden ging samen met mijn potloden de vuilnisbak in.
Freedom at last
Ondertussen zijn we al enkele jaren verder. Ik studeer geen Illustratie zoals het plan was maar nam wél de potloden weer op. Mijn creativiteit kroop weer naar buiten, bang van alle slagen die het had gekregen, maar vastberaden. Aan mijn zelfvertrouwen was ook nog werk. Wat mijn scores in de middelbare school me zeiden was dat ik misschien toch niet zo goed was als ik hoopte. Achteraf bekeken was dat fout. Mijn scores waren laag omdat ik duidelijk een probleem had met de opdracht te volgen. Ik ruilde mijn potloden in voor een tekentablet en ging digitaal tekenen. Tijdens de lockdown leerde ik zelfs schilderen, waar ik tot nu toe een hekel aan had. Ik ben verlost van de middelbare school en haar opdrachten. Voor het eerst in jaren durf ik te zeggen dat ik goed ben in wat ik doe en dat ik het graag doe. Ik begon mijn werk zelfs te delen op Instagram. Iets waar ik vroeger nooit het zelfvertrouwen voor had. Ja, ik zou er mijn beroep van kunnen maken. Maar neen, dat wil ik niet. En dat is helemaal oké. Een talent of hobby hebben wil niet zeggen dat je er munt uit moet gaan slaan. Soms is het genoeg om te doen wat je graag doet.
Tekst: Yoni Delplanque, foto: © Yoni Delplanque