29/12/2020

Inga Tysebaert (20) over speciale kledij dragen: ‘Behandel mij zoals iedereen en laat me ondertussen een funky, roze broek dragen’

De kleren maken de man. Of net niet? Standaarden opgelegd door de vorige generaties en modebladen zijn allesbepalend. Gelukkig kijkt niet iedereen met een even kritische blik naar die richtlijnen. Inga Tysebaert (20) is studente Audiovisuele Media aan de kunstschool voor film RITCS in Brussel. Ze wordt door velen als ‘hipster’ omschreven, maar wil ze dat zelf wel?

We moeten de persoonlijkheid en kennis van iemand op de eerste plek zetten.
‘Ik ben begonnen met speciale kledij te dragen toen ik onzeker was. Uiteindelijk maakte me dat zelfzekerder en ben ik van mezelf beginnen houden. Zo ben ik geworden wie ik nu ben. Ik kleed mij speciaal omdat ik mijn zelfvertrouwen wil uitstralen’, vertelt Inga. Kledij is een proces dat je kiest te doorgaan.

Kledij als identiteitskaart

‘Mijn stijl is de mijne. Alles wat in de winkel ligt, dat een beetje apart is, neem ik mee. Daar maak ik mijn eigen ding van. Momenteel maak ik er een vroege 2000s stijl van. Dat kan elke maand veranderen. Binnenkort is dat misschien 80s of 90s. Wie weet’, zegt Inga.  Haar kledij is de hare en ze draagt die niet zomaar. ‘Het is een soort statement geworden. Ook al probeer ik dat er niet van te maken. Echt niet. Speciaal zijn is gewoon leuk.’

Elk voordeel heeft z’n nadeel. Inga laat weten dat ze doorheen de jaren duizenden ogen op haar gericht heeft gehad. ‘Ik vind het niet leuk als iemand een sterke mening heeft over mijn kledij. Waarom het nodig is om commentaar te geven op anderen? Kijk maar. Na 5 jaar heb ik geleerd om het me niets aan te trekken en mogen ze kijken. Ik ben gelukkig.’
Haar omgeving reageert positief op de kledij. ‘Wat de rest in mijn dorp te zeggen heeft, is minder belangrijk.’

‘Normen bepaal ik zelf’

De norm verandert enorm. Wat 5 jaar geleden de norm was bijvoorbeeld, toen Inga net begon met speciale kledij te dragen, is nu de standaard geworden.‘De norm schuift telkens op naar hoe ik mij kleedde in het verleden. Ik wil me steeds van die standaard afzetten. Als mensen naar mij kijken wil ik een wauw-effect waarbij ze zien dat ik iets anders probeer dan wat de doorsnee mens draagt. Als te veel mensen een bepaald kledingstuk beginnen dragen dat ik ook heb liggen, gooi ik het weg’, vertelt Inga.

Wat veel mensen verkeerd begrijpen is dat Inga niet de persoon is die in de maatschappij tegen de stroming in wil zwemmen. ‘Behandel mij zoals iedereen en laat me ondertussen een funky, roze broek dragen.’

Opvallend, Inga heeft het gevoel dat vooral jongere generaties problemen hebben met haar stijl. ‘Ouderen hebben volgens mij al zo veel meer gezien. De sociale media en standaarden dat dat met zich meebrengt, gaat voor meer commentaar zorgen.’

Een visie zoals geen ander

Om de wereld een stapje verder te helpen koopt Inga al haar kleding tweedehands. ‘Loop een fucking kringloopwinkel binnen, je weet niet hoe hard je leven zal veranderen.’

Tweedehandskledij kopen gebeurt bij haar door twee redenen: ‘Eerst en vooral, fuck fast fashion. Zie ik iets hangen in de H&M? Dan zoek me wel een alternatief. Ik stik mijn kleren ook zelf.’

Al deze elementen opgeteld maken van haar een ‘buitenbeentje’. Inga wil geaccepteerd worden voor wie zij is. ‘Kledij moet een uiting zijn van wie jij bent en dat moet iedereen aanvaarden. Mijn kledij mag niet bepalen hoe mensen mij behandelen, ook al weet ik dat dat wel het geval is.’