Robin Cool, nummer 4 van de wereld in horseball: ‘Als dit voetbal was, dan moest ik nooit meer werken’
Pato of buzkashi, het zegt je waarschijnlijk niet veel. De nationale sporten van respectievelijk Argentinië en Afghanistan zijn in België een pak minder populair. Onze landgenoot Robin Cool (34), nummer vier op de World Horseball Ranking van de afgelopen acht jaar, hoopt dat de Belgische variant van de paardensport in de toekomst opnieuw wat meer aandacht krijgt.
Wie Argentinië zegt, zegt ook voetbal. Met dank aan legendes als Diego Maradona, Alfredo di Stefano en Lionel Messi ademt het land voetbal. De nationale sport, zou je denken. Niet dus. In Argentinië heerste er in 2010 discussie over wat nu eigenlijk de nationale sport zou moeten zijn. Voetbal, dat bij iedere Argentijn een belangrijk plaatsje in het hart heeft, of… pato. Volgens schattingen heeft slechts 10 procent van de Argentijnse bevolking ooit al een partijtje pato gezien, en slechts enkele duizenden inwoners spelen het. Toch blijft het voorlopig de nationale sport van het land, met als reden dat pato volledig inheems is, terwijl voetbal werd geïmporteerd.
Maar wat is het nu juist? Pato, Spaans voor ‘eend’, is een sport die beoefend wordt te paard op een veld van ongeveer 200 op 80 meter. Twee teams van vier spelers proberen een leren bal, voorzien van enkele handvaten, te bemachtigen en deze door de ring van de tegenstander te werpen. Om het voor de tegenstander mogelijk te maken om de bal af te pakken, is het verplicht om het leer met gestrekte arm vooruit te steken tijdens het rijden. Die duels, waarbij men de bal uit de handen van de tegenstander probeert te trekken, zijn vaak de spannendste momenten van de wedstrijd en moeten gebeuren terwijl de ruiter recht staat in z’n zadel.
Dit bericht bekijken op Instagram
Dode eend of geit
Pato is geen onbesproken sport. Doorheen de geschiedenis werd het vaak verbannen vanwege het vele geweld. Zo werd het spel enkele eeuwen geleden nog gespeeld met een dode eend, in een leren zak. De wedstrijd werd dan meestal gespeeld tussen twee naburige boerderijen, en het speelveld betrof dan ook het volledige terrein tussen beide boerderijen. Het team dat de eend als eerste in de eigen boerderij kreeg, won. Ook messteken en verpletterde ruiters waren geen uitzondering tijdens het spel. Sinds 1953 kreeg pato meer regels, gebaseerd op het moderne polo, en werd het ook uitgeroepen tot de Argentijnse nationale sport.
Ook in Afghanistan wordt een variant van pato als nationale sport beschouwd. Buzkashi, vertaald als ‘geittrekken’. Daar is het nog een pak populairder dan in Argentinië, met vaak duizenden toeschouwers. Waar in Argentinië niet langer met een dode eend wordt gespeeld, gebruiken ze in Afghanistan wel nog een dier als speelbal: een geitenkarkas dat een dag voor de wedstrijd onthoofd wordt. Een ander verschil is dat de ring niet op een paal staat, maar op de grond ligt, en elk team bestaat uit vijf ruiters in plaats van vier. Het gaat er vaak zeer gevaarlijk aan toe.
Belgische wereldtop
In België is de sport dan wel een pak minder bekend, toch lopen in ons land heel wat toppers rond. Horseball, de Europese variant van het spel, is een minder gewelddadige mengeling van pato en buzkashi. Robin Cool (34) uit Dendermonde begon op z’n zes jaar met paardrijden, en is uitgegroeid tot de absolute top van het horseball. Hij heeft de groei van de sport in België volledig meegemaakt.
‘De sport is enorm gegroeid rond 1996, maar vandaag de dag is het terug minder bekend. Horseball werd zelfs een tijdje uitgezonden op Eurosport, het ging echt heel goed. Maar door een slecht beleid is dat toch terug verloren gegaan. We doen er samen met onze nieuwe commissie alles aan om de sport terug te commercialiseren en het terug in het nieuws te brengen. Zo zijn we onder meer gestart met een jeugdwerking, met pony’s.’
‘Als je op een deftig niveau wilt spelen, ga je dus naar Frankrijk om je plezier te beleven’
Kapitein van de Belgische nationale ploeg, gewezen nummer vier op de World Horseball Ranking en al heel wat individuele en collectieve prijzen op z’n palmares. Toch is Cool bij het grote publiek niet bekend. Een jammerlijke zaak, vindt hij ook zelf. ‘Er kruipt heel veel tijd in. Een paard is geen paar voetbalschoenen dat je in de kast zet. Het moet ’s morgens, ’s middags en ’s avonds eten krijgen, de stal moet gemest worden, de conditie moet onderhouden worden… Ik hoor bij de top van de wereld, vooral omdat ik erin gegroeid ben. Als horseball voetbal was, dan moest ik nooit meer werken. Jammer.’
De reden? In België ligt het niveau van horseball een pak lager dan in onze buurlanden. In Frankrijk wordt bijvoorbeeld gewerkt met verschillende reeksen, terwijl er in België amper 12 echte ploegen zijn. Cool speelt zowel in België bij Caramel Team als bij het Franse Angers en probeert de professionaliteit over te brengen naar ons land. ‘In horseball kan je bij twee ploegen spelen. (lacht) In Frankrijk is horseball na jumping de meest beoefende sport. Als je op een deftig niveau wilt spelen, ga je dus naar Frankrijk om je plezier te beleven. Hier in België is het soms een beetje makkelijk. Dat is niet erg, maar we proberen het op te krikken.’
Dit bericht bekijken op Instagram
Zin in meer verhalen over horseball? Lees ook het interview met Stijn Wesemael, een jong talent in de horseballwereld.
Tekst: Niel Van Essche, foto: Image de Savant-fou (CC BY-SA 3.0)