Over de gevolgen voor andere studentenclubs na de doop van Reuzegom: ‘Opeens waren alle studentenclubs slecht’
Sanda Dia was twintig jaar oud toen hij zich liet dopen bij Reuzegom, een Leuvense studentenclub. Na een doopritueel van twee dagen stierf hij aan de gevolgen van onderkoeling. Hij en de andere schachten ondergingen gruwelijke momenten tijdens de 48 uur durende doop. Steeds meer details kwamen aan het licht en er werd met veel verbazing gereageerd. ‘Hoe is dit zo ver kunnen komen?’, is een vraag die velen zich stelden.
Toen begin december 2018 een dodelijk slachtoffer viel tijdens een studentendoop, trok er een schok doorheen het land. Het bleef niet enkel bij ons land, ook ver over de landsgrenzen heen werd er met verbazing gekeken naar wat er zich had afgespeeld in die beruchte bungalow in Vorselaar. The New York Times schreef er in oktober een artikel over.
Geen erkende club
Reuzegom is geen erkende studentenclub en dat is een belangrijk detail dat soms over het hoofd gezien wordt. Veel andere clubs zijn dat wel en krijgen vaak met vooroordelen te maken omdat zij ook onder de noemer ‘studentenvereniging’ vallen. Het onderscheid tussen erkend en niet erkend wordt dan niet altijd gemaakt.
Twee maanden voor zijn dood kwam er een melding van een racistisch incident in onze fuizaal Albatros tot bij ons. De club in kwestie was Reuzegom. Het mikpunt was Sanda Dia.
Twee maanden later stierf Sanda door zijn doop bij Reuzegom.
— Kenny Van Minsel (@VanMinselKenny) August 30, 2020
Kenny Van Minsel, voormalig voorzitter van de Leuvense studentenkoepel Loko, noemde Reuzegom eerder al ‘een tikkende tijdbom’. Andere studenten uit Leuven beschrijven de club als elitair, extreem en racistisch.
Twee jaar na de doop leeft het gebeuren nog enorm. Velen dragen dagelijks gevolgen van dit drama. Wie ook gevolgen voelen van de doop zijn andere studentenclubs. Zelfs studenten uit verenigingen in andere steden merken dat er met argusogen wordt gekeken naar wat ze doen.
In shock
Ik sprak met Aurélie Dumon. Zij is actief bij de Antwerpse studentenvereniging Lingua, de Departementsclub voor Taal- en Letterkunde & Wijsbegeerte van de Universiteit Antwerpen. Als voormalig vice-preases weet ze maar al te goed wat voor schok de dood van Sanda Dia teweeg bracht bij andere studentenclubs.
‘Toen het nieuws bekend raakte over wat er was gebeurd, was het voor ons heel raar. We werden plots gelijk gesteld met wat ze bij Reuzegom deden. Opeens waren alle studentenverenigingen slecht’
Lingua heeft een wekelijkse vergadering. Aurélie vertelt me dat er de week van de doop veel emotie was. ‘We waren allemaal in shock, wat er daar toen is gebeurd is vreselijk. Daar staan wij totaal niet achter, ik kan me niet voorstellen dat wij ooit zo iets zouden doen. Dat zo iets kon gebeuren in een studentenvereniging snap ik niet.’
Vooroordelen
Lingua, de club waar Aurélie bij zit, voelde dat het jaar na het overlijden van Sanda, het moeilijker was om nieuwe schachten te vinden. Het was duidelijk dat studenten zich wat terughoudender opstelden. ‘We hebben toen, nog duidelijker dan anders, uitgelegd hoe het er bij ons aan toegaat.’
Dit bericht bekijken op Instagram
Vooroordelen kwamen er vaak vanuit verschillende hoeken. Wat volgens Aurélie opvallend is, is dat vooral oudere mensen zich sneller vragen stelden bij het studentenleven. ‘Altijd als ik vertel dat ik in een studentenclub zit, linken ze dat met de beruchte doop van Reuzegom.’
Doop afschaffen?
Wanneer ik haar vraag of Lingua ook doopt, is het antwoord: ‘ja’. Belangrijk om weten is dat clubs een doopcharter kunnen ondertekenen. Daarin worden er concrete regels opgesteld over het verloop van de dooprituelen. Toch blijft het gegeven van een doop iets heel omstreden. Kleinering en vernedering zijn dingen die steeds terugkomen, dat is ook zo bij Lingua.
‘Het zou eventueel wel kunnen evolueren naar een doop zonder vernedering maar ik denk dat het dan ook een deel van z’n charme verliest. Er blijft natuurlijk wel een heel groot verschil tussen een rolletje spelen, dingen roepen zoals: vieze schacht en anderzijds echt kwetsende uitspraken zoals: ‘vuile hoer’ of echt kleineren op hoe die persoon eruit ziet, wat hij kan of niet kan. Persoonlijk kleineren hoort niet thuis in een doop, maar een dag schacht zijn en wat mopjes moeten aanhoren, dat moet kunnen.’
Controle
Aurélie vertelt dat ze tijdens haar eigen doop eerst een schrikreactie had, ze werd toen gerustgesteld door haar doopmeesters.
‘Bij ons doen we een ‘dagdoop’. Alles is overdag, we doen bewust niets ’s nachts of ’s avonds. Het is vaak ook in een thema. Je wordt als schacht ’s ochtends verwacht op de Ossenmarkt. Eerst is er een fysiek gedeelte: den dril. Dat zijn oefeningen die je doopmeesters verzinnen. Bijvoorbeeld een toertje lopen, een dansje doen.’
‘We doen alles ook in het openbaar. Dat is misschien niet leuk want je maakt je publiekelijk belachelijk maar het zorgt wel voor sociale controle. We geven ook geen alcohol aan de schachten zodat ze zich bewust zijn van wat ze doen.’
De discussie over het controleren van studentendopen wordt volop gevoerd. Die controle hoeft niet altijd iets slecht te zijn, iets waar clubs zich tegen moeten verzetten. Het kan een uithangbord zijn, iets wat vertrouwen schept bij jongeren om zich bij een bepaalde club aan te sluiten.
‘Een club die vast hangt aan een bepaalde institutie kan ook gecontroleerd worden door die institutie. Ik vind dat je op dat vlak ook wel mag afgaan op de reputatie van verenigingen. Dat spreekt voor sommigen in hun nadeel. Als er clubs zijn die een slechte reputatie hebben omdat ze onmenselijke praktijken uitvoeren achter gesloten deuren, zouden die sowieso meer gecontroleerd moeten worden.’
Interview: Amelie Van Sichem, foto: ©Aiki Photos, Jannes van den Wouwer