22/04/2021

Ontdek Gent: kuieren op en rond de Vrijdagmarkt

Wanneer je op zoek bent naar een bestemming voor een interessante citytrip, dan ben je in Gent gegarandeerd op de juiste plaats. Want wanneer je even stilstaat, merk je dat je er veel meer verborgen parels vindt dan eerst gedacht. Tijdens de reeks Reporting the City pikken onze 21bis-reporters net die parels uit. Wij nemen je vandaag mee naar de Vrijdagmarkt, een historisch plein in het centrum van Gent waar je lekker kan kuieren, een fris streekbiertje drinken en op vrijdag natuurlijk gezellig winkelen op de lokale markt.

Wie zich op de Vrijdagmarkt bevindt, kan meteen zien dat het plein een rijke geschiedenis kent. Al vanaf de twaalfde eeuw vindt hier op vrijdag een markt plaats, een traditie die door de jaren heen behouden werd. Vandaag kan je er op vrijdag terecht voor verse groeten en fruit, brood, Italiaanse delicatessen en tal van andere verse producten. De vrijdagmarkt staat ook vooral bekend om zijn verse vis. Dit breed aanbod stamt af van een oude traditie in het katholieke geloof. Binnen het katholicisme is het namelijk de traditie om op vrijdag vis te eten. Daarom was het natuurlijk vanzelfsprekend om tijdens de markt op vrijdag vis aan te bieden.

 

Jacob Van Artevelde, de held der Gentenaren

Een monument waar op het plein niet naast te kijken valt, is het standbeeld van Jacob Van Artevelde, een cultfiguur in Gent. Met de opkomst van het nationalisme in de negentiende eeuw is er nood aan sterke helden, waar de Vlaming naar kan opkijken. De man die uiteindelijk een standbeeld verdiende was Jacob van Artevelde. Hij was in de veertiende eeuw leider van de stad. In die tijd was Gent een erg belangrijk, vanwege zijn belangrijk aandeel in de lakenindustrie. Toen de honderdjarige oorlog tussen Engeland en Frankrijk uitbrak, kwam de lakenhandel erg onder druk te staan. Engeland voerde namelijk een boycot in tegen alle schepen van het Franse rijk. Vlaanderen maakte in die tijd deel uit van het Franse rijk en kon dus ook geen handel meer voeren met Engeland. Dit was een ramp voor de stad, want wel vijftig procent van de Gentenaars werkten in de lakennijverheid en Engeland was een gigantische afzetmarkt. Gelukkig was Jacob Van Artevelde er, de redder van de stad. Met zijn paard trok hij naar de Engelse koning. Hier wist hij de koning te overtuigen om Vlaanderen buiten de oorlog te houden en Gent is gered. Als je je goed kan oriënteren zal je opmerken dat het standbeeld ongeveer naar Engeland wijst, om Jacobs heldendaden te herdenken.

 

In de hoek van de vrijdagmarkt kan je het imposante gebouw Bond Moyson van de socialistische vakbond terugvinden. Hier werd in de twintigste eeuw de grondslag van het socialistische vakverbond gelegd. De socialistische beweging koos ervoor om zich hier te vestigen omdat op de vrijdagmarkt eerder al grote manifestaties hadden plaatsgevonden. Dit maakt het plein erg betekenisvol. In 1893 kocht de vereniging Vooruit twee herbergen op. Deze panden deden dienst als winkel en had ruimtes voor vergaderingen en feesten. Nadat het gebouw in 1897 volledig afbrandde, werd het gebouw zoals het er nu staat gebouwd. De architect Ferdinand Dierkens koos voor een eclectische stijl. Vandaag wordt het gebouw nog steeds gebruikt door de ABVV, de socialistische vakbond. Op de voorgevel kan je nog steeds lezen: ‘Socialisten alle landen verenigt u’, een bekende leuze binnen het socialisme.

Het gebouw van de Bonds Mayon wordt vandaag nog steeds gebruikt door de ABVV, de socialistische vakbond. © Elèna Amella

De Dulle Griet

Wanneer je vanop de vrijdagmarkt naar het westen richting de Leie stapt, kom je het Grootkanonplein tegen. Hierop staat de Dulle Griet, in al zijn pracht en praal. De Dulle Griet is een kanon dat meer dan 12 ton weegt en in de 16de eeuw eeuw vanuit Oudenaarde naar Gent werd versleept om de stad te beschermen. Het kanon moest eigenlijk op het Sint-Pietersplein geraken, maar het was zo zwaar dat nooit verder is geraakt dan de waterweg waarlangs het aankwam. De Gentenaren besloten dan maar om het kanon daar te laten staan en gebruiken. Maar toen het moment van het eerste kanonschot aanbrak, bleek dat de kogel niet verder dan 3 meter ver vloog. Het kanon was dus niet erg effectief. De Gentenaren besloten om het kanon te laten staan, als teken van vrede. Ook de kanonskogel die enkele meters van de loop verwijderd is, kan je nog steeds terugvinden.

 

Wanneer je op de vrijdagmarkt op zoek bent naar een lekkere verfrissing, dan ben je in herberg De Dulle Griet op de juiste plaats. Als je in dit legendarische café binnenwandelt, lijkt het wel of de tijd is blijven stilstaan. Overal waar je kan kijken zie je flesjes bier, bierplakkaten en gekke poppetjes, het lijkt wel een mix van een oud bruin café en een biermuseum. In het café kan je meer dan 450 verschillende bieren proeven. Één van deze bieren is het huisbier ‘Max van het vat’. Hierrond bestaat een oude folkloorse traditie. Wanneer je een Max bestelt, moet je één van je schoenen afgeven. Deze wordt vervolgens in een mandje gelegd en naar het plafond gehesen. Deze traditie ontstond nadat eigenaars merkten dat er vaak glazen gestolen werden. Max wordt namelijk in een erg speciaal glas geserveerd. Om diefstallen tegen te gaan werd deze regel ingevoerd: ‘Je krijgt je schoen terug als wij ons glas terug krijgen.’ Vandaag is deze traditie vooral uitgegroeid tot een leuke attractie.

 

De regel binnen het café is simpel, je krijgt je schoen terug wanneer je het bierglas ongeschonden terugbrengt. © Fee Dubois

Het Toreken

Op de hoek van de vrijdagmarkt en de Kammerstraat vind je Het Toreken.  Dit is het alleroudste gebouw op de vrijdagmarkt en gaf vroeger plaats aan de gilde van huidevetters. Dat is een ambacht waarbij men van dierenhuid leer maakt. De toren van het gebouw was in de veertiende eeuw een statussymbool voor macht. Hoe hoger je toren namelijk was, hoe rijker en machtiger je overkwam. In de zeventiende en achttiende eeuw werd deze toren gebruikt als schandpaal. Lakens die op de markt verkocht werden maar van slechte kwaliteit waren, werden hier opgehangen om de verkoper te straffen. Vandaag doet het gebouw dienst als poëziecentrum, waar je onder andere de gedichten van beroemde dichter Delphine Lecompte kan lezen.

De klok van het Toreken kondigde vroeger het begin van de markt aan. © Fee Dubois

Een van de aanpalende straten van de Vrijdagmarkt is de Serpentstraat. In deze straat liggen allerlei hippe bars, take aways, restaurants en winkeltjes. Wanneer je er goed rondkijkt, merk je ook dat er in deze straat ook heel wat kunst terug te vinden is. Zo zie je er een insect van Pol Cosmo, een bekende straatkunstenaar in Gent die papieren insecten op gevels aanbrengt. Over heel Gent kan je bijna 3.000 papieren stickers van hem terugvinden. Ook de artiest 7emplo heeft zijn stempel op de Serpentstraat gedrukt, met een subtiel exotisch beeldje in verschillende kleuren aan de gevel van Comida, een gezellige Mexicaanse cocktailbar. Aan het einde van de straat hangt tenslotte nog een beeldwerkje van Art for Thought, die kleine kitscherige beeldjes op geheimzinnige plaatsen neerzetten.

 

Dit bericht bekijken op Instagram

 

Een bericht dat is gedeeld door @7emplo

 

Graffitistraatje

Vanuit de Serpentstraat is het maar enkele meters stappen tot een van de meest bekende steegjes in Gent: de Werregarestraat. Ook al zullen Gentenaren wel wat raar opkijken wanneer je deze naam gebruikt, want deze steeg staat in Gent en omstreken vooral bekend als het Graffitistraatje. Deze straat werd in 1995 omgedoopt tot een legale plaats om graffiti te spuiten. Het stadsbestuur hoopte het vandalisme in hun stad tegen te gaan door verschillende gedoogzones op te zetten, waaronder de Werregarestraat. Jammer genoeg had hun plan weinig effect. De echte kick van graffitispuiten zit hem namelijk in het illegale. In de straten rondom het graffitistraatje wordt nu zelfs veel meer graffiti gespoten dan voorheen. De steeg zelf is al jaren een bundel van creativiteit en wordt om de drie jaar volledig donkerblauw geverfd om de kunstenaars terug een leeg canvas te geven.

Twee jaar geleden werd de volksnaam van de steeg officieel vastgelegd op het straatbord. © Fee Dubois

Om onze toer af te sluiten zakken we verder af naar de Sint-Jacobsmarkt. Hier staat de imposante Sint-Jacobskerk, het oudste Romaanse kerkgebouw van België. Deze kerk werd gebouwd omdat er enorm veel pelgrims passeerden die onderweg waren naar Santiago De Compostella. Dat was een populair bedevaartsoord waar vele mensen naartoe stapten om verschillende religieuze redenen zoals boetedoening, een zoektocht naar gunsten of pure devotie. De kerk maakte met de jaren heel wat reconstructies mee, die de kerk tot een prachtig bouwwerk transformeerde.

De kerk heeft ondanks alles de tand des tijds doorstaan, ook al brandde hij in 1120 bijna volledig af. © Fee Dubois

Walter De Buck, vader der Gentse Feesten

Aan de voet van de Sint-Jacobskerk ontstond 160 jaar geleden één van de grootste dorpsfeesten van Vlaanderen: de Gentse Feesten. In het midden van de negentiende eeuw waren wijkkermissen erg populair. Arbeiders spendeerden er graag hun weekends al zingend, dansend en drinkend. Dit vormde een groot probleem voor de fabrieksbazen, want de arbeiders kwamen op maandag vaak niet opdagen. Daarom werden de kermissen afgeschaft en vervangen door een groot feest in de zomer dat wel tien dagen duurt. Zo hadden de werkgevers maar één keer last van werknemers met katers. De feesten werden jaar na jaar populairder. Maar na de Tweede Wereldoorlog waren de Gentse Feesten nog maar een schim van wat ze ooit geweest waren. Het was Walter De Buck die in 1969 de feesten nieuw leven inblies. Samen met enkele vrienden maakte hij met behulp van enkele kratten bier een podium speelde hierop volksliedjes op zijn gitaar. Om Walter De Buck te eren werd een stukje van het plein aan de Sint-Jacobskerk omgedoopt tot het Walter De Buckplein. Vandaag zakken wel 150 000 feestvierders af naar Gent tijdens de Gentse Feesten, om er samen de zomer te vieren.

Tekst: Fee Dubois en Elèna Amella, foto’s: Fee Dubois en Elèna Amella