Op de Olympische Zomerspelen zullen skaters voor het eerst in de geschiedenis kans maken op een olympische medaille. Skateboarden is niet alleen weer een hype, maar de sport zal deze zomer voor het eerst te zien zijn op de Spelen in Tokio. België heeft heel wat talenten in huis zoals de 27-jarige skatester Sarah de Laet: ‘Het is een droom om op de Olympische Spelen te staan.’

Vijf nieuwe sporten, karate, honkbal-softbal, surfen, sportklimmen en skateboarden, maken in juli voor het eerst hun intrede op het grootste sportevenement ter wereld. De teller staat nu op 33 olympische sporten. België heeft voor het skateboarden een aantal troeven achter de hand om mee te nemen naar de Spelen in Tokio. De 27-jarige Sarah De Laet is daar één van. Ze skate als sinds haar twaalf jaar. ‘Ik doe nu al vijftien jaar aan skateboarden. Ik kocht met de centjes die ik voor mijn verjaardag kreeg mijn eerste skateboard. In Eindhoven nam ik eens deel aan een skatesessie voor meisjes. Er waren ook wedstrijdjes en dat vond ik leuk. Ik ben dat blijven doen en zo is het snel naar echte wedstrijden geëvolueerd.’

Street en park

Om naar Tokio te trekken vinden er selectiewedstrijden plaats. Binnen twee weken is de Dew Tour in het Amerikaanse Iowa en eind mei vindt het Wereldkampioenschap Street plaats in Rome. Dat zijn twee wedstrijden waar je punten kan verdienen.  Eind juni worden de punten verrekend en wordt duidelijk wie het ticket voor de Olympische Zomerspelen krijgt. De top-20 mag zijn valiezen pakken. Elk land mag maximaal drie personen binnen elke categorie meenemen. Je hebt twee disciplines binnen het skateboarden: Street en Park. Bij street voert de skater tricks uit op trappen, hellingen en rails. In Park worden de tricks tijdens sprongen uitgevoerd in bowls bijvoorbeeld. ‘Ik doe vooral street. Dat vind ik het leukste’, aldus de skatester.

‘De financiële steun die ik krijg is niet veel, maar het is iets’

De steun vanuit de Belgische federatie voor skateboarders om naar het buitenland te trekken voor wedstrijden loopt nog niet helemaal op wieltjes, maar de skatester blijft positief: ‘ Ze hebben nog geen ruim budget, wat ik ook begrijp. Het is niet leuk als je kijkt naar andere landen en ziet dat daar alles voor de atleten betaald wordt. Ik vertrek binnen twee weken naar de VS voor selectiewedstrijden en de financiële steun die ik krijg van de Belgische federatie voor te reizen is niet veel, maar het is iets. Zo voel je dat ze in je geloven.’

 

Dit bericht bekijken op Instagram

 

Een bericht gedeeld door Hi I’m Sarah De Laet (@sarahdelaetsk8)

Uitlaatklep

De reacties op skateboarden als nieuwe olympische discipline zijn verdeeld. Sarah benadrukt ook dat skateboarden ontspanning is, maar dat ze het niet erg vindt dat er competitie bij komt kijken: ‘Skateboarden is mijn levensstijl. Ondanks de stress die bij wedstrijden komt kijken, is het nog altijd mijn uitlaatklep.’ Eens een sport deel uitmaakt van het grootste sportevenement ter wereld wil de atleet maar al te graag een ticket bemachtigen. Dat ontgaat de 27-jarige skatester niet: ‘Ik vind het wel terecht dat skateboarden een nieuwe discipline is. Je moet er talent voor hebben om het op hoog niveau te beoefenen. Het is een boardsport zoals snowboarden en dat is toch ook een olympische discipline?’

Zevenkampster Nafi Thiam, wielrenner Greg Van Avermaet en ons nationaal hockeyteam, the Red Lions, hebben de olympische ervaring al op zak. Die droom kunnen onze Belgische skaters ook waarmaken.  ‘Op de Olympische Spelen staan is zeker een droom. Als het me dit jaar niet lukt, ga ik me nog meer smijten voor de Olympische spelen van 2024 in Parijs. Mocht het me dan niet lukken, ga ik er ook niet meer voor gaan. Ik word ouder en als je kijkt naar al dat jong talent, zal het steeds moeilijk worden. Daarom ga ik er nu echt voor’, aldus de Mechelse skateboardster.

Tekst: Amber De Pau, foto: © Sarah De Laet