07/04/2021

Van A tot Zurenborg: architectuurparade, bruisende pleinen en Antwerpse ambiance

Net buiten de Antwerpse binnenstad vind je Zurenborg terug, een wijk die als het ware een dorp in een stad vormt. Zurenborg staat bekend om zijn gezellige pleinen en architecturale pareltjes. Het is een wijk die bruist en leeft. Een plek waar verschillende generaties elkaar ontmoeten. Deze wijk, deels in Antwerpen en deels in Berchem, heeft de afgelopen decennia de huurprijzen fors zien stijgen. Wie er een huis weet te bemachtigen woont in één van de mooiste en ook hipste wijken van de stad. Dit artikel maakt deel uit van de reeks Reporting the city, waarin onze 21bis-reporters een bezoek brengen aan boeiende stadswijken.

De Zurenborgwijk kwam aan zijn naam door de overstromingen in het gebied. Het doorsijpelende water zorgde ervoor dat de bodem verzuurde. Hierdoor wilde niemand iets van het gebied weten. Pas in de zestiende eeuw durfde een dappere zakenman het aan om er een hoeve te bouwen. Deze bleef daar wel drie eeuwen overeind staan.

Toen de Antwerpse binnenstad in de negentiende eeuw te dichtbevolkt raakte, vluchtte de rijke klasse naar Zurenborg. De bouwmaatschappij Société anonyme pour la construction de maisons bourgeoises zag zijn kans. De maatschappij begon met het bouwen van excentrieke huurhuizen.

De architecten van de bouwmaatschappij gingen voor een mix van verschillende stijlen. Foto: © Eline September

De bouwfirma was er niet zomaar één. Zowel de huizen als de huurders moesten eerst goedgekeurd worden door de strenge en katholieke directeur Louis Luyckx. De meest spectaculaire exemplaren staan op de Cogels-Osylei.

De Cogels-Osylei: de mooiste straat van de stad
Vanaf de straatkant stralen de huizen op de Cogels-Osylei grandeur en rijkdom uit. De lei staat dan ook niet voor niets bekend als de mooiste straat van Antwerpen. Zoiets verwacht je hier niet, op iets meer dan vijfhonderd meter van station Antwerpen-Berchem. Huizen lijken paleizen, gigantisch groot en ontzettend duur. ‘Toch is het allemaal schone schijn’, verklapt onze gids ons.

Wim Stabel (69) ruilde zijn carrière als advocaat na zijn pensioen in voor een boeiend bestaan als Antwerps stadsgids. Gebeten door de architectuur en historiek van Zurenborg, leidt hij ons vol enthousiasme rond in de buurt. ‘De huizen hier lijken stuk voor stuk grote villa’s te zijn, terwijl ze in werkelijkheid huisvesting bieden aan drie tot vier gezinnen. Wie goed kijkt, ziet bovendien dat de zij- en achtergevels vaak minder spectaculair zijn dan de façades van de gebouwen.’

‘Er kwam veel kritiek op de mengelmoes aan architecturale invloeden’

De meeste huizen in de straat dateren van begin twintigste eeuw. Tijdens de Tweede Wereldoorlog vertrokken heel wat inwoners uit Zurenborg en dreigde de buurt in verval te raken. ‘Niet alleen de verloedering was een probleem, er kwam ook veel kritiek op de mengelmoes aan architecturale invloeden en de zogenaamde “huispaleizekensstijl”’, legt Stabel uit. ‘Die kritiek mondde bij velen zelfs uit in ergernis. De buurt kwam daardoor onder druk te staan en er werden plannen gemaakt om er een eigentijdse modelwijk van te maken. Met flatgebouwen dan nog wel!’ zegt Stabel, zijn stem vol ongeloof.

Wie door Zurenborg wandelt, kan tram 11 spotten, een authentiek exemplaar van eind de jaren 50. Foto: © Hanne Van Oeckel

‘Gelukkig was dat buiten enkele kunstzinnige Antwerpenaren gerekend. Kunstenaars, dichters en muzikanten namen in de loop van de jaren zestig hun intrek in de architecturale pareltjes van de Cogels-Osylei. Omwille van hun erbarmelijke staat konden ze die op de kop tikken voor om en bij de 60.000 euro. Verschillende gezinnen woonden samen in één huis, waardoor ze de hoge verwarmingskosten konden delen. Zo zorgden zij voor een heropleving van de buurt. Vandaag betaal je al snel een miljoen om eigenaar te worden van één van deze riante woningen.’

Elk huis op de Cogels-Osylei lijkt een gigantische villa te zijn, maar schijn bedriegt. Foto: © Hanne Van Oeckel

Plannen voor heraanleg
‘In 1969 werd een voorstel ingediend om de wijk in zijn geheel te laten beschermen. Door tegenstand van het gemeentebestuur en meningsverschillen tussen de bewoners van de wijk is Zurenborg pas sinds 1984 officieel een beschermde stadswijk. Meer dan tweehonderd huizen zijn ondertussen geklasseerd. Niemand die het nu nog in zijn hoofd haalt om hier nieuwbouwwoningen neer te planten.’

We mogen er dus zeker van zijn dat de schitterende gebouwen op de Cogels-Osylei de tand des tijds zullen doorstaan. Of dat is alleszins de bedoeling, als we de informatie van de Belgische overheid erop nalezen: ‘Als u een woning koopt die beschermd is als monument of deel uitmaakt van een beschermd stads- of dorpsgezicht, bent u verplicht ze goed te onderhouden en mag u ze niet ontsieren, beschadigen of vernielen.’

Aan de herenhuizen zelf mag niet geraakt worden, maar het districtsbestuur van Berchem denkt er wel aan om de straat opnieuw aan te leggen. Het wegdek is in slechte staat en zowel de riolering als de tramsporen zijn aan vernieuwing toe. Al benadrukken ze dat ze met de heraanleg het unieke historische karakter van de straat nog meer in de verf willen zetten. Een van de plannen is om extra bomen aan te planten. ‘Die bomen mogen het zicht op de huizen zeker niet belemmeren’, verduidelijkt Stabel. ‘Dat is één van de ongeschreven regels van de Cogels-Osylei.’

Eén van de ongeschreven regels van de Cogels-Osylei: de bomen mogen het zicht op de gevels niet belemmeren. Foto: © Hanne Van Daele

Belle époque-architecten
Het zou inderdaad zonde zijn om de statige gebouwen te verstoppen achter takken en bladeren. Een wandeling door de Cogels-Osylei en de omringende straten voelt als een bezoek aan een architectuurmuseum. Van art nouveau en renaissance tot neoclassicisme en jugendstil: je ziet het er allemaal. Een perfect staaltje van eclecticisme, een bonte verzameling aan architecturale stijlen en invloeden.

Belgisch bouwmeester Joseph Bascourt is één van de belle époque-architecten die zijn stempel drukte op de wijk. Onze gids is duidelijk fan van zijn stijl, want hij laat zijn naam wel twaalf keer vallen op anderhalf uur tijd. Niet alleen op de Cogels-Osylei, maar ook in de Generaal van Merlenstraat, de Transvaalstraat en de Waterloostraat lopen we langs huizen die door Bascourt ontworpen zijn.

‘Een heleboel woningen in de Zurenborgwijk dragen een eigen naam’

‘Een heleboel woningen in de Zurenborgwijk dragen een eigen naam. Vaak heeft die naam iets te maken met de jaargetijden, met hemellichamen of mythologie. Verwijzingen daarnaar zijn dan te zien aan de gevel of op het dak van het gebouw’, verklaart Stabel. Nu en dan laat hij ons een voorgevel bestuderen om aan de hand daarvan te raden hoe het gebouw heet. Ook Bascourt gaf zijn bouwwerken namen die tot de verbeelding spreken. De Lotus, De Zevensterre en Boreas zijn daar enkele van.

Voor het majestueuze gebouw In de Sterre, de Sonne, de Mane van Joseph Bascourt staat een deux-chevauxtje dat ons naar een ander tijdperk katapulteert. Foto: © Hanne Van Daele
Detail uit de voorgevel van een woning van Joseph Bascourt in de Transvaalstraat. Hij noemde het gebouw Boreas, naar de Griekse god van de noordenwind. Foto: © Hanne Van Daele

Seizoenen en sterrenbeelden
Vier specifieke straathoeken in de wijk staan volledig in het teken van de vier seizoenen. Op het kruispunt van de Generaal Van Merlenstraat en de Waterloostraat trekken opvallende erkers de aandacht: twee in een frisgroene tint, de andere twee in een warme bruine kleur.

De erkers op de huizen De Vier Seizoenen doen denken aan Chinese lantaarns. Foto: © Hanne Van Oeckel
Op de afgeplatte hoeken beelden de mozaïeken het bijbehorende seizoen af. Foto: © Hanne Van Daele

De bruine gebouwen stellen de herfst en de winter voor. Behalve qua kleur verschillen ze ook met de andere seizoenshuizen door hun unieke mozaïekpanelen. Op het paneel van de lente schittert een jong blond meisje. Ze is omringd door hyacinten en de sterrenbeelden Ram, Stier en Tweelingen. In de zomer prijkt dan weer een jonge blonde vrouw, omgeven door klaprozen en de tekens Kreeft, Leeuw en Maagd.

‘Een aantal straten uit de wijk zijn vernoemd naar sterrenbeelden’

Als je nog eens een hoek van negentig graden maakt, sta je pal voor de herfst. Deze keer vind je een volwassen vrouw met kastanjebruine haren terug. De mozaïek is versierd met druiventrossen en het symbool van Weegschaal, Schorpioen en Boogschutter. Op de laatste hoek tref je de winter aan. Het koude seizoen heeft een oude grijze man als symbool. Dennentakken en de sterrenbeelden Steenbok, Waterman en Vissen omringen hem.

Sterrenbeelden spelen over heel de wijk een rol. Een aantal straten zijn vernoemd naar astrologische tekens, zoals de Kleine Beerstraat, de Ramstraat en de Grote Hondstraat.

Ook het sterrenbeeld Kreeft kreeg zijn eigen straat. Foto: © Hanne Van Daele
Net zoals sterrenbeeld Schorpioen. Foto: © Hanne Van Daele

Inspiratie voor architecten in spe
Tijdens onze wandeling passeren we twee meisjes op het rondpunt in het midden van de Cogels-Osylei. Ze zitten op kampeerstoeltjes, het gebouw recht voor zich druk bestuderend, schetsboek en potlood in de aanslag. Ze studeren architectuur en komen een grafische studie maken van één van de huizen in de straat.

Met hun schetsboek en potlood in de aanslag, kozen twee studenten architectuur een interessant plekje uit op de Cogels-Osylei. Foto: © Eline September

Eén van de meisjes vertelt ons dat ze een paar meter verderop woont. Wanneer we haar vragen hoe het is om in deze bijzondere wijk te wonen, reageert ze schouderophalend: ‘Als je hier opgroeit, is het normaal.’ Veel meer leek ze er niet over kwijt te willen. Ietwat verlegen kijkt ze weer naar haar schetsboek. De meisjes worden schijnbaar lichtjes nerveus van nieuwsgierige pottenkijkers met een camera, dus we besluiten hen verder te laten tekenen. Geen betere plaats om als architect in spe inspiratie op te doen dan op de Cogels-Osylei.

Het gebouw waar de twee studentes een grafische studie van maken. Foto: © Hanne Van Daele
De meisjes vinden hun inspiratie op een rondpunt in het midden van de Cogels-Osylei. Foto: © Hanne Van Oeckel
Foto: © Eline September

De Dageraadplaats: proeven van de wereld met zicht op zee
Het bruisende hart van Zurenborg kunnen we kort en bondig verwoorden als ‘de Dageraadplaats’, een levendig plein dat in het centrum van deze Antwerpse wijk ligt. In deze buurt hebben de huizen niet veel ademruimte, plakken de gevels aan elkaar en heeft iedereen een klein tuintje. De Dageraadplaats is voor de buurtbewoners een soort ‘alles-in-één-pakketje’. Dit plein is voor hen een ontmoetingsplaats, gastronomisch terras en waardige plaatsvervanger van het knus stukje persoonlijk groen dat aan hun woning kleeft.

Om Zurenborg nog een tikkeltje groener te kleuren kregen de oude bomen gezelschap van een reeks nieuwe exemplaren. Foto: © Hanne van Oeckel
Op dit plein komen de buurtbewoners samen voor een glaasje en een babbel. Foto: © Hanne Van Daele

Een twinkelende sterrenhemel zorgt op de Dageraadplaats voor sfeervolle nachtverlichting, ledlampjes fonkelen als kleine sterretjes over het plein. Onder dit dromerig tafereel wil elke levensgenieter zijn zware week beëindigen en een flesje poppen als startschot van het weekend. Op het plein wemelt het van de trendy bars, charmante cafés en culinaire adresjes. Marokkaanse, Thaise en Spaanse geuren vliegen door de Zurenborgse straten en brengen het multiculturele karakter van deze wijk helemaal tot leven.

Oude rot in het vak
Op gezellige plekken schieten horecazaken als paddenstoelen uit de grond, een cliché dat de Dageraadplaats doorheen de jaren bevestigde. Op de hoek van het plein gaat onze aandacht naar een bruine kroeg. Witte tinten verklappen de naam van het café, een benaming die je niet meteen zou verwachten. Achter het raam bengelen stoffen zakken heen en weer. De Zee zak, Zure zak of de Hop zak, enkele voorbeelden van deze zes voorgemaakte bierzakjes. Met dit initiatief willen ze het cafégevoel bij de mensen creëren, houden ze ondanks corona contact met de klanten en verdienen ze een centje bij.

Om het zonnetje mee te pikken tijdens de lunchpauze ben je op de Dageraadplaats aan het juiste adres. Foto: © Eline September

We trekken onze stoute schoenen aan en stappen binnen in café Zeezicht, een kroeg die vijfenveertig jaar geleden een plekje op de Dageraadplaats veroverde. In die tijd gaven de kruidenierszaken en kleurrijke snoepwinkels het charmante karakter aan deze buurt. We leren de joviale Babs Cossaer kennen, een gepassioneerde cafébazin die haar liefde voor deze buurt met ons deelt en de betekenis van de naam verklapt.

‘Da’s hier precies een zeezicht’

‘Ooit organiseerde de buurt een wedstrijd voor de origineelste naam. Een glimp opvangen van de zee is hier op de Dageraadplaats een moeilijke opgave. Pas als je alle huizen wegcijfert, kan je met een flinke portie fantasie dit uitzicht waarnemen. Een ander verhaaltje ontstond toen het plein voor de zoveelste keer op rij heraangelegd werd. Een gigantische plas water voelde de noodzaak om zich voor het café parmantig neer te leggen. Mensen passeerden en zeiden ‘da’s hier precies een zeezicht’.’

Babs Cossaer en David Joris staan wekelijks met veel liefde achter de toog van café Zeezicht. Foto © Eline September

In zee gaan met gelijkgestemde zielen
De Dageraadplaats is een bruisend, levendig volksplein. ‘Wij voelen ons als een klein dorpje in een stad, een wijk waar de samenhorigheid centraal staat’, zegt Cossaer. Zowel de stad, de horecazaken als het buurtcomité organiseren evenementen op het plein om de band tussen de buurtbewoners te versterken. Aan dit gemeenschapsgevoel wil café Zeezicht zijn steentje bijdragen. ‘Op het plein organiseren we voetbal op groot scherm, we bieden gratis optredens aan en op onze verjaardag staat er een circusspektakel voor de kinderen gepland.’

‘Het succes van café Zeezicht ligt in de eigenheid die we koesteren, een pakketje puurheid waaraan we koppig vasthouden. We zijn onafhankelijk en kiezen zelf met wie we samenwerken. Op het aanbod van een brouwerij, met een heel andere mentaliteit dan wij, zullen we niet ingaan. Hun gratis materiaal moet niet op ons jawoord rekenen, we knutselen liever uren zelf aan ons buitenmeubilair dan in zee te gaan met brouwers waar we niet achterstaan.’

‘Wij zijn vreemde eenden in de bijt of de andere cafés zijn simpelweg saai’

Voor corona de crisis der crisissen aankondigde voor horeca-uitbaters, draaide het café op volle toeren en hadden ze de mogelijkheid om deze gratis aanbiedingen van brouwerijen af te wimpelen. ‘Zolang het financieel mogelijk is, weigeren we aan te kloppen bij brouwers die een deel van onze onafhankelijkheid opeisen. Voor een toekomst waarin we doelloos achter onze toog staan en stilletjesaan het zoveelste café in een dozijn worden, zullen we nooit tekenen. Hopelijk zijn er nog veel horeca-uitbaters met dezelfde ingesteldheid, maar ik besef dat dit aantal wel steeds schaarser wordt. Wij zijn vreemde eenden in de bijt of de andere cafés zijn simpelweg saai.’

Het ‘sluitingsuur-concept’ is in dit café volledig onbekend, de gordijntjes zullen pas over de ramen vallen als de mensen het beu zijn. Foto: © Hanne Van Daele

Formele punkers & hippe advocaten
Vroeger kwamen mensen hier in café Zeezicht eerst een pintje pakken en trokken daarna de stad in. Met losgeschudde benen, hangende ogen en afgedanste dansschoentjes stonden ze terug voor het café om nog een laatste potje te pakken voor ze naar huis strompelden. De eerste baas heeft altijd gezegd: ‘ik ga open, al is het voor drie man en ne paardenkop’. Deze mentaliteit is generatie op generatie doorgegeven waardoor ze nog steeds gekend staan als een dag- en nachtkroeg.

‘Een advocaat heeft hier al naast een punker gezeten’

Op het plein heeft elk café zijn eigen stijl of uitgesproken looks waardoor de vele horecazaken elkaar niet in de weg lopen. De diversiteit van karakters en persoonlijkheden die op de Dageraadplaats terechtkomen vinden volgens Babs Cossaer overal wel een plekje waar ze zich kind aan huis voelen. ‘Wij staan bekend als een links café, maar iedereen is hier welkom. Een advocaat heeft hier al naast een punker gezeten. Iedereen staat open voor elkaars ideeën, je praat met nieuwe gezichten en hoort interessante visies.’

Smaakvolle praatjes
De ziel van een kroeg wordt voor Cossaer gevormd door de praatjes die je als café-uitbater met de klanten slaat en het warme welkom waarmee je iedereen ontvangt. ‘In ons café werken we met een vast tappersteam, een bende vertrouwde gezichten met wie de klanten een band creëren.

‘Als het hout hier kon spreken zou het nooit uitgepraat zijn’

‘Mensen komen bij ons hun hart luchten, willen hun verhaal even kwijt en zijn op zoek naar een luisterend oor. Als het hout hier kon spreken zou het nooit uitgepraat zijn. Velen zien café Zeezicht als hun woonkamer, de gemeenschappelijke living waar ze zich thuis voelen. Voor eenzame zielen is deze bruine kroeg hun raam op de maatschappij en kwam onze sluiting door corona nog harder aan. Als ik deze mensen nu op straat tegen het lijf loop, klampen ze zich vast en moeten ze hun tranen bedwingen.’

‘Wanneer onze deuren terug openzwaaien, is niet alleen voor hen, maar ook voor ons een groot vraagteken. We hopen dat we het overleven, want de sluiting is bikkelhard. De dag waarop we terug achter onze tap staan, zullen we de draad opnemen waar hij vorig jaar is doorgeknipt. We zijn al die jaren trouw gebleven aan de eigenheid van café Zeezicht, een vertrouwen dat we nooit zullen schenden.’

Bekijk de hoogtepunten van Zurenborg op de Storymap.

Tekst: Hanne Van Daele, Hanne van Oeckel en Eline September, foto: © Hanne Van Daele