28/05/2021

Het Predikheren in Mechelen: een historische plaats om op verhaal te komen

Wil je een boek uitkiezen in de pandgangen waar in de negentiende eeuw militairen sliepen, studeren op een rustige plek of iets eten in een gebouw vol historie? Dan moet je in het Predikheren in Mechelen zijn. Voor de reeks Reporting the city, waarin onze 21bis-reporters boeiende herbestemmingsprojecten opzoeken, gingen reporters Amber De Pau en Jeroen De Pauw geschiedenis opsnuiven in het Predikheren. Ze spraken er met chef-kok Ken Verschueren van restaurant Tinèlle en Barbib. Architect Wouter Callebaut heeft het over de renovatie van het zeventiende- eeuwse gebouw.

Vlakbij de Dossin Kazerne en rivier de Dijle ligt in de Goswin De Stassartstraat het Predikheren. Een verborgen pareltje voor iedereen die de stad bezoekt. Voor de Mechelaars staat het Predikheren bekend als de stadsbibliotheek, maar verder is er ook gastronomisch restaurant Tinèlle en Barbib in gehuisvest. Aan de bar, die zich in de pandgangen van het gebouw bevindt, kan u een koffie of zelfs een hamburger verkrijgen. Het Predikheren heeft veel te bieden, maar is ook qua architectuur een boeiende plek. Het zeventiende-eeuwse gebouw stond zo’n 40 jaar leeg. In die tijd zijn er pogingen geweest om er een rusthuis in te huisvesten, appartementen van te maken en om het gebouw van kantoren te voorzien. Al die zoektochten zijn mislukt.

Het Predikheren werd vanaf 2015 gerenoveerd. Ook de gevel werd onder handen genomen.

Tinelpark

We staan rond het middaguur voor het Predikheren. De kerk van het gebouw is verstopt in doeken en rond de kerk staan allemaal stellingen. We kunnen er geen glimp van opvangen. De vleugel waar onder andere de stadsbibliotheek en het restaurant zich bevindt, valt ons op door zijn gerestaureerde gevel en de grote ramen in het dak. Op de muur zien we nog tekens van de geschiedenis, met name de muurankers. Achter het gebouw is een goed onderhouden park aangelegd, het Tinelpark. Deze groene open ruimte biedt rust met uitzicht op het Predikheren. Als je gaat graven in de geschiedenis van dit gebouw, dan zal je versteld staan als je naar het gebouw kijkt en weet welke functies deze plaats heeft gehad.

Het verhaal achter het Predikheren begint in het begin van de zeventiende eeuw. Predikheren, strenge aanhangers van het katholieke geloof die ook dominicanen worden genoemd, werden uit de Nederlandse stad ‘s Hertogenbosch verdreven. Twintig jaar waren ze op de vlucht totdat ze neerstreken in Mechelen. In 1657 werden hun plannen om een klooster te bouwen eindelijk realiteit. De eerste steen van het huidige Predikheren werd neergezet. 

‘Wat Vlaanderen zeer belangrijk vindt, is dat we die monumenten leefbaar maken’ – Wouter Callebaut

In het begin van de Franse Revolutie werden de predikheren nog eens de deur gewezen door de Fransen die zich het gebouw toe-eigenden. In het begin van de 19e eeuw kreeg het gebouw zijn militaire functie, onder andere als militair hospitaal. Tot 1975 bleef het gebouw zijn militaire functie vervullen. 

Beschermd monument

1980 is een scharnierdatum voor het Predikheren. De stad besloot het gebouw te erkennen als beschermd monument. ‘Vlaanderen kiest ervoor als gemeenschap om een aantal te zaken te bewaren. Dat vertelt veel over onze eigenheid, over onze culturele identiteit en onze manier van omgaan met gebouwen. Wat Vlaanderen zeker belangrijk vindt is dat we die monumenten leefbaar maken’, aldus restauratie-architect Wouter Callebaut.

‘Net zoals je mensen soms wil proberen te veranderen, kan je ook leren aanvaarden zoals ze zijn. Dat hebben we bij het Predikheren ook gedaan’ – Wouter Callebaut

De architect vertelt dat ze rekening hebben gehouden met drie fases die het gebouw heeft doorstaan. Deze lagen hebben ze door elkaar laten schemeren in het resultaat van de herbestemming. ‘Bij het Predikheren was het duidelijk dat er drie hoofdthema’s of tijdlagen waren. Die wilden we alle drie naast elkaar laten bestaan. Al moet je naarmate de werken vorderen en je het gebouw beter leert kennen, aanpassingen doen die het monument je oplegt.’ Na de eerste fase, toen het gebouw diende als thuishaven van de predikheren en na de tweede fase, toen het gebouw zijn militaire functie vervulde, komt er de laatste fase van het gebouw. Het gebouw heeft 40 jaar leeggestaan, de ruïneuze fase volgens de architect: ‘Bij de laatste fase waren insecten de opkuisers van de natuur. Zij waren dat gebouw in snel tempo aan het leegmaken.’ 

 

‘Wij hadden een voorstel om voor een ruïneuze restauratie te gaan. Hierin worden al die tijdslagen bewaard, dus ook de ruïne. Dat maakt natuurlijk dat het niet evident is, want zoiets is nog niet vaak gebeurd.’ Een restauratie als deze brengt ook veel problemen met zich mee volgens de architect. Het maakt het werk ook een stuk complexer. Toch was het voor de architecten en Stad Mechelen geen optie om het authentieke van het gebouw te negeren. ‘Het authentieke geeft ook identiteit. Dat was een beetje het uitgangspunt van het hele verhaal. Er moest een lastige afweging gemaakt worden tussen het oude authentieke en het nieuwe. Maar we hadden een duidelijk filosofie: alle probleemelementen gaan we aanvaarden en als een soort van ontwerpuitdaging zien. Net zoals je mensen soms wil proberen te veranderen, kan je ook leren aanvaarden zoals ze zijn. Dat hebben we bij het Predikheren ook gedaan.’

Expertise

Via een Open Oproep van de Vlaamse Bouwmeester hebben drie architectenbureaus mee nagedacht over de restauratieplannen van het Predikheren. Het Duitse bureau HildundK, het Nederlandse Korteknie Stuhlmacher, het Vlaamse architectenbureau Callebaut architecten en Bureau Bouwtechniek leggen de laatste puzzelstukken in elkaar om het Predikheren met al zijn schoonheid en historie weer tot leven te brengen. ‘Iedereen heeft vanuit zijn expertise naar het gebouw en het onderwerp gekeken. We discussiëren niet intern in het hoofd, maar extern aan tafel. Dat maakt dat het project alleen maar beter kan worden.’

De sporen van de geschiedenis zijn tussen de boekenrekken door nog te zien in het gebouw, met name het plafond en de gevel.

Na een wandeling rondom het gebouw stappen we de bibliotheek binnen. De verbouwingswerken aan dit gedeelte zijn gestart in 2015. Na een renovatie van vier jaar werd de nieuwe stadsbib op 31 oktober 2020 ingehuldigd voor het grote publiek. Het resultaat wat dit publiek te zien krijgt, is werkelijk verbluffend. We weten niet waar kijken als we de pandgang vlakbij de inkom betreden. De muren die refereren naar de geschiedenis van het gebouw, behangpapier dat onaangeroerd blijft, stukken van de vloer waar de militairen vroeger ook op liepen of de halfronde bogen die in de gangen te zien zijn: er is veel te zien in het gebouw. 

Als we op de bovenste verdieping staan, kan het plafond ons bekoren. De houten balken van het dak katapulteren ons in een oogwenk terug naar de geschiedenis van dit gebouw. Als we terug naar de rijen boekenkasten kijken, worden we wakker geschud en staan we versteld van het knappe en precieze werk dat hier geleverd is met respect voor het authentieke. ‘Het project leunt aan bij het originele concept. We hebben een project gemaakt dat heel genereus is. De ruimtes zijn open en hoog en er zijn heel warme materialen gebruikt waardoor er verschillende sferen en rustplekken zijn. Dit is het verborgen pareltje voor de Mechelaar’, verklaart Callebaut.

De houten constructie van het dak besloten de architecten te behouden.

Barbib

‘Het gebouw heeft zijn eigen verhaal ingebracht waardoor je hier zelf ook op verhaal kan komen. Dat kun je ontdekken door door de bibliotheken te lopen. De muren vertellen hier veel.’ Het Predikheren biedt rust bij zijn bezoekers. Studenten kunnen hier naartoe komen om te studeren en zullen wel een rustig plekje weten uit te kiezen omgeven door historie. Barbib, de bar in de pandgang van het gebouw uitgebaat door chef-kok Ken Verschueren, reikt de bezoekers van het Predikheren een tussendoortje aan dat gaat van een koffie tot een hamburger. ‘Barbib is het verlengde van de bibliotheek. Een soort foodbar en koffiebar waar je een snack, boterham of een Predikherenburger kan eten’, vertelt chef-kok Ken Verschueren. 

‘Dat was hier nog een ruïne, maar dat kon ik doorzien’ – Ken Verschueren

Naast Barbib baat chef Ken Verschueren met zijn vrouw Jenny Callens gastronomisch restaurant Tinèlle uit. ‘Klassieke keuken in een modern jasje gestoken’, zo omschrijft Verschueren Tinèlle. Ken Verschueren en zijn vrouw hadden voor het restaurant in het Predikheren een andere zaak in Beerzel. Ze waren opzoek naar iets anders en in 2014 stappen ze voor het eerst binnen op de plaats waar nu hun restaurant gelegen is. ‘We waren direct verkocht. Dat was hier nog een ruïne, maar dat kon ik doorzien. We zochten een plaats met een dynamiek waar we zowel Tinèlle als Barbib konden openen en catering konden doen. In het gebouw hebben we een aantal zalen waar we die catering kunnen doen. Hier kunnen we een totaalpakket aanbieden.’

Barbib wordt uitgebaat door chef-kok Ken Verschueren en zijn vrouw Jenny Callens. Je kan er een koffie of zelfs een Predikherenhamburger krijgen.

De historie sprak van deze plaats sprak Verschueren aan. In zijn restaurant zien we nog sporen van de ruïne. Het behangpapier katapulteert ons terug naar de geschiedenis. ‘Op deze plek sliepen de predikheren die op doorreis waren en op de plaats waar onze keuken is, was ook hun keuken. Mensen komen graag in zoiets historisch’, vertelt de chef-kok over de geschiedenis van deze plaats. Verschueren moest voor de realisatie van zijn restaurant de handen in elkaar slaan met de architecten.

‘Hier in Mechelen hangt zo’n positieve sfeer. Dat was echt nodig, want zonder had ik dit moeilijke project nooit kunnen doen’  – Ken Verschueren

‘Die samenwerking is heel goed gegaan. Het was soms wel moeilijk om onze eigenheid in het pand te steken of onze voorkeuren duidelijk te maken, maar via een tussenpersoon van de stad Mechelen lukte dat wel. Iedereen wilde van dit project een pareltje maken. Hier in Mechelen hangt zo’n positieve sfeer. Dat was echt nodig, want zonder had ik dit moeilijke project nooit kunnen doen. De stad is voor ons echt een belangrijke partner.’

Vlaamse pianist en componist

Voor de naam van zijn restaurant dook Verschueren in het rijke Mechelse archief. Edgar Tinel was een Vlaamse pianist en componist die eind twintigste eeuw een tijd in de Dijlestad woonde en werkte. In Mechelen zijn heel wat dingen naar hem vernoemd, zoals de Tineltuin en de Tinelsite. En nu dus ook dit restaurant. ‘Zijn achterkleinkinderen zijn hier al op bezoek geweest. Dat was wel speciaal.’

Ook het logo van de zaak vindt zijn roots vlak naast de deur. ‘Het is gebaseerd op een van de hiërogliefen in het klooster. Op de plafonds van het klooster zijn oude schilderingen in het pleisterwerk. Daar hebben we een foto van gemaakt, laten overtekenen door onze grafisch ontwerper en het logo was klaar. Zo betrekken we nog een extra stukje van de oude geschiedenis in onze zaak. En het ziet er mooi uit ook!’, glundert Verschueren.

Chef-kok Ken Verschueren in restaurant Tinèlle, waar hij in 2019 zijn droom waarmaakte met een zaak in een historisch gebouw.

Verschueren merkt dat veel van zijn gasten een tafel boeken omwille van de unieke locatie van zijn restaurant. ‘Normaal komen mensen langs omwille van de chef of het eten, maar we worden nu ook geconfronteerd met toeristen die het Predikheren bezoeken en dan ontdekken dat er ook een restaurant is. Soms zijn dat mensen die gewoon een broodje willen komen eten in barbib: iedereen is welkom.’ 

Ook voor architect Callebaut is de toegankelijkheid van Barbib en het restaurant een toegevoegde waarde voor het pand: ‘Als er een restaurant is of een plek waar mensen iets kunnen eten, dan trekt dat het leven naar zich toe en dan gaat dat klooster ook leven buiten de uren van de bibliotheek. We zien het Predikheren als een gebouw dat 24/7 leeft. Een plek die elke dag open is en waar altijd iets te beleven valt. Zaterdagmorgen worden in de bib bijvoorbeeld kinderverhalen voorgelezen op de speciale zolder terwijl de ouders koffietje kunnen drinken aan de bar van Barbib.’

Restauratie van de kerk

De realisatie van Tinèlle en Barbib vormen niet het eindpunt van het herbestemmingsproject. Na ons bezoekje aan Tinèlle passeren we nog een keer bij de in de stellingen staande kerk. Hier zijn werkmannen volop bezig aan Fase 1D van het project. ‘Fase D is de restauratie van de kerk. We zijn nu ongeveer een jaar bezig aan de buitenkant, maar nadien wordt ook het interieur nog aangepakt’, vertelt Callebaut. 

‘We willen dat het een veelzijdige plek is waar vanalles kan gebeuren’ – Wouter Callebaut

Al was de kerk geen onderdeel van het originele herbestemmingsproject. En daar zitten de architecten voor iets tussen. ‘Bij de opening in 2019 hadden na vijf maanden al 150.000 bezoekers het Predikheren bezocht. Een ongelofelijk succes. De stad heeft ingezien dat deze plek mensen aantrekt. Mechelaars komen hier een boek te lezen, studeren in de gangen of brengen een bezoekje aan Barbib of Tinèlle. Door het succes hebben we de stad kunnen overhalen om ook de kerk mee te betrekken bij de restauratie.’

De renovatiewerken aan de kloosterkerk zullen in 2023 afgerond zijn.

De kerk is één van de laatste delen van het Predikherenklooster die gebouwd zijn, maar ze heeft slechts tachtig jaar als kerk gefungeerd. Zo gebruikten militairen tijdens de kerk als stallingen voor hun dieren, wapens en buskruit. Ook de vernieuwde kerk zal voor andere niet-religieuze zaken gebruikt worden. ‘Je voelt gewoon dat het een plek is waar al vanalles gebeurd is. De plek nodigt uit om nog iets te doen. We willen dat het een veelzijdige plek is waar vanalles kan gebeuren. Zo zullen de Mechelaars er onder andere naar theatervoorstellingen of optredens kunnen komen kijken, maar even goed congressen of symposia bijwonen.’

Ankerplek

De volledige herbestemming zou afgerond moeten zijn in 2023, acht jaar na de start. Maar Callebaut is het project nog lang niet beu. ‘Het blijft een fantastisch project om aan mee te werken. Enerzijds omdat het een ankerplek is van de stad Mechelen. Maar er was geen openbaarheid, het was echt een dode zone. Het is fijn om er nu terug nieuw leven in te blazen. Anderzijds het feit dat het zo complex en moeilijk is en dat er veel regels zijn, maakt het voor mij als architect net interessant om er iets moois van te maken.’

Het Predikheren valt niet alleen in de smaak bij de bezoekers, maar ook bij het kennerspubliek. Op 2 oktober 2020 kende het Agentschap van Onroerend Erfgoed de Onroerenderfgoedprijs toe aan Het Predikheren. De prijs leverde 15.000 op en daarnaast won het Mechelse gebouw ook de publieksprijs. 

Wat leesvoer betreft is er voor ieder wat wils. Het boek Het Predikheren geeft je meer informatie over de geschiedenis van het gebouw en de renovatie.

Tekst: Amber De Pau en Jeroen De Pauw, foto’s: © Jeroen De Pauw