29/05/2021

Hoe (on)veilig zijn de vaccins?

Op vrijdag 28 mei had 49% van de volwassenen in ons land minstens één prik gekregen. Daarmee zitten we boven het Europese gemiddelde en doen we het ongeveer even goed als onze West-Europese buurlanden. Er lijkt dus geen groot probleem met de vaccinatiebereidheid te zijn. Toch hoor je regelmatig bezorgde stemmen over de vaccins: zijn ze wel veilig? Kunnen ze ons DNA veranderen? Hoe zijn ze zo snel goedgekeurd? We vroegen het aan Zeger Debyser, viroloog aan de KU Leuven en lid van het raadgevend bio-ethisch comité dat advies geeft rond het vaccinatiebeleid in België.

Voor we kunnen bepalen hoe (on)veilig de vaccins zijn, moeten we eerst begrijpen hoe ze werken. Ons land heeft vier verschillende vaccins aangekocht: de vectorvaccins van AstraZeneca en Johnson & Johnson en de mRNA-vaccins van Pfizer en Moderna. Vectorvaccins werden eerder al gebruikt in de strijd tegen ebola, mRNA-vaccins zijn voor het eerst op de markt. 

Hoe werken de vaccins?

‘In het algemeen werkt een vaccin door een afgezwakt of dood virus te injecteren om zo ons immuunsysteem te activeren. Dat is het systeem dat ons beschermt tegen infecties’, legt Debyser uit. ‘Ons immuunsysteem maakt dan geheugencellen aan die zich dit virus blijven herinneren. Wanneer het echte virus dan binnenkomt, zullen onze cellen het meteen herkennen, aanvallen en makkelijk overwinnen.’

Volgens Debyser werken de coronavaccins op een gelijkaardige manier, maar injecteren ze slechts een klein stukje  van het genetisch materiaal van het virus. Dit genetisch materiaal codeert voor het stekeleiwit: een eiwit op de buitenkant van het virus dat nodig is om onze cellen binnen te dringen. Onze cellen zullen deze genetische code gebruiken om zelf ook stekeleiwitten te produceren en lijken daardoor op het coronavirus. Ons immuunsysteem zal denken dat we geïnfecteerd zijn en geheugencellen aanmaken. Wanneer we dan besmet raken met het echte coronavirus, zullen onze cellen de stekeleiwitten meteen herkennen en het virus aanvallen.

Wat is dan het verschil tussen de mRNA-vaccins en vectorvaccins? Beiden werken volgens bovenstaand principe, maar brengen de genetische code voor het stekeleiwit op een andere manier in onze cellen. De mRNA-vaccins plaatsen de code (mRNA) in een vetbolletje dat kan versmelten met onze cellen, terwijl de vectorvaccins onschuldige verkoudheidsvirussen gebruiken om de code te vervoeren. Deze verkoudheidsvirussen kunnen zichzelf niet vermenigvuldigen of mensen ziek maken en dienen enkel als transportmiddel.

DNA angst

Omdat mRNA-vaccins zo nieuw zijn, vragen sommige mensen zich af of ze wel veilig zijn. Een veelgehoorde angst is dat de mRNA-vaccins je DNA kunnen veranderen. Dat klopt niet. De reden is simpel: mRNA is geen DNA. Ze hebben een andere chemische structuur, dus het mRNA zal zich nooit in je DNA kunnen nestelen. Een andere reden is dat ons DNA in de celkern opgeslagen zit, terwijl het mRNA buiten de celkern blijft. Ten slotte is er ook een duidelijke chain of command in onze cellen: DNA geeft bevelen aan mRNA, niet omgekeerd. 

Een andere bezorgdheid is dat we onze eigen cellen veranderen in virussen door mRNA te injecteren. Ook dat klopt niet. Onze cellen produceren enkel de stekeleiwitten van het coronavirus. Alle andere onderdelen van onze eigen cellen blijven exact hetzelfde als voor de vaccinatie. Ze lijken dus enkel langs de buitenkant op virussen, maar zijn het niet. Ons lichaam zal ook niet oneindig veel stekeleiwitten aanmaken: slechts wat er in de spuit zit, wordt omgezet in stekeleiwitten. Daarna stopt de productie.

Versnelde goedkeuring

Normaal duurt het tien jaar voor een vaccin op de markt komt, maar de vier bekende coronavaccins deden er slechts iets meer dan een jaar over. Hoe kan dat? Zijn er dan fases overgeslagen? Helemaal niet, zegt professor Debyser: ‘De vaccins hebben het gewone parcours afgewerkt, maar normaal begint men pas een nieuwe fase als de oude is afgerond, terwijl er nu fases gelijktijdig werden uitgevoerd. De bedrijven begonnen ook meteen met vaccins te produceren, nog voor ze wisten of ze wel zouden werken. Dat was enkel mogelijk omdat de nationale overheden al miljoenen dosissen hadden besteld, ook zonder te weten of ze zouden werken. De bedrijven hebben dit voorschot gebruikt om de productie meteen te starten. Ten slotte kregen de coronavaccins ook overal voorrang: andere projecten van bedrijven werden stilgelegd en de goedkeuring van de vaccins kreeg prioriteit op andere geneesmiddelen.’

Ook qua hoeveelheid geteste proefpersonen moeten de coronavaccins niet onderdoen voor andere vaccins. In fase 3 van vaccinstudies worden nieuwe vaccins getest op duizenden mensen. Bij de coronavaccins was dit niet anders: bij AstraZeneca waren er 23.000 deelnemers, bij Moderna 30.000, bij Pfizer 43.000 en bij Johnson & Johnson 44.000

Bijwerkingen en complicaties

Net zoals bij alle geneesmiddelen zijn er ook bij de coronavaccins enkele bijwerkingen bekend. Elke donderdag publiceert het FAGG (Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten) een weekoverzicht met het aantal gemelde bijwerkingen per vaccin. Je kan ook gemakkelijk online de bijsluiters van de vaccins vinden. Daarin worden bijwerkingen opgelijst die zeer vaak voorkomen (bij meer dan 1 op 10 gebruikers), vaak voorkomen (bij minder dan 1 op 10 gebruikers) of soms voorkomen (bij minder dan 1 op 100 gebruikers). 

De meeste bijwerkingen zijn mild. Het gaat dan over pijn op de prikplaats, spierpijn, vermoeidheid, koorts, hoofdpijn… Deze bijwerkingen zijn vervelend, maar volkomen normaal volgens Debyser: ‘Je kan je zelfs afvragen of dat wel bijwerkingen zijn. Eigenlijk is dat gewoon de normale reactie van je immuunsysteem dat geactiveerd wordt. De ene persoon kan daar wat feller op reageren dan de andere. Het is ambetant, maar eigenlijk geen complicatie. Deze bijwerkingen verdwijnen gewoonlijk na enkele dagen.’

Naast de milde bijwerkingen zijn er ook nog ernstige. Ook deze kan je weer per vaccin op de site van het FAGG vinden. Het FAGG waarschuwt dat dit slechts vermoedelijke bijwerkingen zijn. ‘Medische gebeurtenissen die na het gebruik van een vaccin zijn waargenomen, zijn niet noodzakelijk gerelateerd aan het vaccin’, legt de website uit. Het FAGG lijst dus elke melding van een vermoedelijke bijwerking op, zonder te weten of de vaccins de oorzaak zijn. Het overgrote deel bestaat dus uit ziektes of complicaties die mensen sowieso hadden opgelopen, ook zonder vaccinatie.

Een andere vraag die mensen zich vaak stellen, is of er nog ernstige bijwerkingen zullen ontdekt worden op lange termijn. Volgens Debyser is dit waarschijnlijk niet het geval: ‘Volledig uitsluiten kan je nooit, maar de vaccins zijn op heel veel mensen getest. Ondertussen zijn er al miljoenen mensen over de hele wereld gevaccineerd, sommigen zelfs al bijna een jaar geleden in de zomer van 2020. Als er dus belangrijke complicaties zouden zijn, dan zouden we het al weten.’

Bloedklonters

De enige bijwerking die vermoedelijk wel door vaccins wordt veroorzaakt, zijn de bloedklonters bij AstraZeneca en Johnson & Johnson. Bloedklonters komen regelmatig voor in de bevolking, maar volgens Debyser gaat het hier niet over de normale vorm: ‘Het gaat over een zeer zeldzame combinatie van een verlaagd aantal bloedplaatjes en bloedklonters op speciale plaatsen zoals de hersenen of de buik. Het blijkt dat er iets meer gevallen zijn van deze aandoening na vaccinatie met AstraZeneca en Johnson & Johnson. De kans blijft wel heel klein: tussen de 1 op de 50.000 en 1 op de 100.000, afhankelijk van de studie.’

Ondertussen hebben zowel AstraZeneca als Johnson & Johnson in een mededeling aan artsen en apothekers geschreven dat een verband tussen hun vaccins en de zeldzame complicatie plausibel is. De meeste gevallen betroffen vrouwen jonger dan 60 die de aandoening binnen de drie weken na hun eerste prik ontwikkelden. Tot 5 mei had het FAGG in België 12 meldingen ontvangen op een totaal van bijna 900.000 gevaccineerden met AstraZeneca. Bij Johnson & Johnson ging het in Amerika over 8 gevallen op meer dan 7 miljoen gevaccineerden. 

De regering besliste daarom op 24 april 2021 om het AstraZeneca vaccin voortaan enkel aan mensen ouder dan 41 jaar te geven. Op 26 mei 2021 volgde dezelfde leeftijdsrestrictie voor Johnson & Johnson nadat een persoon in België overleden was aan dezelfde zeldzame complicatie. Waarom heeft de regering beslist om beide vaccins nog wel aan ouderen maar niet meer aan jongeren te geven? Professor Debyser legt het uit.

‘De belangrijkste reden is de kosten-batenanalyse’, zegt Professor Debyser. ‘Jongeren hebben sowieso maar een kleine kans om te sterven aan COVID. De kans dat een jongere én COVID oploopt én eraan sterft is rond de 1 op de 100.000, terwijl het potentieel risico op die zeldzame bloedklonters bij AstraZeneca misschien 1 op de 50.000 is. Dan is het risico op die complicatie dus groter dan dat jongeren aan COVID zouden sterven. Voor ouderen is het anders: hun risico om COVID op te lopen en eraan te sterven is vele malen groter dan het risico op die bloedklonters. Als we dan toch de keuze hebben, geven we best geen AstraZeneca aan de jongeren; niet omdat het risico op die bloedklonters zo groot is, maar omdat hun risico om te sterven aan COVID zo klein is.’

Professor Debyser geeft nog aan dat mensen zich geen zorgen moeten maken over de veiligheid van AstraZeneca en de andere vaccins: ‘Mijn dochter en ik hebben allebei AstraZeneca gekregen. Het is een goed vaccin. De baten zijn gewoon zoveel groter dan de lasten. Heel oude vaccins zoals het pokkenvaccins die hadden inderdaad veel nadelen, maar nu zouden zo’n vaccins nooit meer goedgekeurd worden. Onze huidige vaccins gaan bijna voor nul risico. De risico’s bij AstraZeneca en Johnson & Johnson bestaan, maar de kans is zo klein en door de leeftijdsbeperking is het probleem eigenlijk opgelost.’

Tekst: Liam Verbinnen, foto: © Thirdman via Pexels