20/05/2021

Nomi Vanhove (18) werkt als vrijwilligster in het provinciaal domein Rivierenhof: ‘Tijdens deze ervaring denk ik na over wat ik écht wil’

Via de jongerenorganisatie Samenlevingsdienst ontdekte Nomi de wereld van vrijwilligerswerk.

Dinsdag 11 mei, 8.45 uur. Het is een stralende ochtend wanneer ik het Rivierenhof binnenwandel. Joggers lopen mij voorbij en fietsers genieten in de zonnestralen die door de bomen schijnen. Ondanks dat ik een mondmasker draag, ruik ik de frisse zomergeur van het bos. Ik wandel voorbij een basketbalpleintje, omgeven door bomen, waar een groepje jongeren uitgelaten aan het basketten is. Iedereen ziet er gelukkig uit en even vergeet ik dat de coronacrisis bestaat. ‘Hier moet ik vaker naartoe komen’, denk ik. Ik wacht voor een groot wit gebouw met een ruim, leeg terras, tegenover een meertje. Nomi komt aangefietst en samen wandelen we naar de serre. ‘Het is veertig minuten fietsen, maar als het slecht weer is, kom ik soms met de auto of neem ik de tram’, zegt Nomi. Nadat ik me afvraag hoe ze hier niet verdwaalt, legt ze me uit dat ze altijd op dezelfde plaats in het domein werkt: in de buurt van de serre of de rozentuin. ‘Iedere plaats in het domein heeft een eigen team. Weinig medewerkers hebben het hele domein gezien.’ 

‘Ik drink eerst rustig een koffie of een theetje en tegen 9.15 uur begin ik eraan’ © Marte Everaerts

 

Hier ontmoet werk hobby

Het is 9 uur wanneer we aankomen in de serre. Het eerste wat mij opvalt, is het bordje naast de deur met de tekst: Hier ontmoet werk hobby. ‘De anderen hebben nu pauze. Ik drink eerst rustig een koffie of een theetje en tegen 9.15 uur begin ik eraan.’ Ik maak kennis met Werner, die duidelijk graag grapjes maakt. ‘Deze verzekeringspapieren moet je invullen voor als je je vinger afhakt’, lacht hij. Ik krijg een speciale outfit waarvan enkel de vest past en de broek zo groot is dat er nog een extra persoon bij kan. Samen met Nomi volg ik Werner naar de rozentuin terwijl hij onderweg uitleg geeft over de schaduwtuin waar we voorbij wandelen. Dat is een tuin waar planten niet veel zonlicht nodig hebben om te groeien. ‘Die planten heeft Nomi gekozen’, zegt hij terwijl hij wijst naar felroze bloemen. ‘Ik vond het echt leuk om mee te beslissen en voelde me even een tuinarchitect’, lacht Nomi. 

‘Ik vond het echt leuk om mee te beslissen over welke plant waar mag komen’ © Marte Everaerts

‘Ik krijg hier veel vrijheid. Er is niemand die op je vingers kijkt om te zeggen dat je sneller of beter moet werken’ 

 

Samenlevingsdienst op Facebook

In de rozentuin beginnen we met de zon op onze rug voorzichtig bieslelie uit de grond te trekken om het later te kunnen verspenen. Met het gefluit van de vogeltjes op de achtergrond praten we over Nomi haar werk als vrijwilligster. ‘Werner legt mij meestal uit wat ik moet doen, maar laat mij daarna gewoon op mijn eigen tempo werken. Ik krijg hier veel vrijheid. Er is niemand die op je vingers kijkt om te zeggen dat je sneller of beter moet werken.’ Ik merk dat deze bezigheid mij helemaal tot rust brengt en begrijp nu wat de tekst op het bordje aan de deur betekent. ‘Ik had moeite met de overgang van het middelbaar naar het hoger onderwijs. We werden wat aan ons lot overgelaten en de online lessen door corona maakten het er niet makkelijker op. Nadat ik een half jaar Biotechnieken volgde, voelde ik dat dit toch niets voor mij was. Toen kwam ik toevallig de Samenlevingsdienst tegen op Facebook.’, vertelt Nomi.

 

Bij de Samenlevingsdienst kijken ze naar jouw interesses en kiezen zo, samen met de jongere, een gepaste werkplaats. ‘Het Rivierenhof stond niet op de lijst, maar stelde ik zelf voor. Ik woon in de buurt en ben ook geïnteresseerd in natuur en biologie dus deze plaats is perfect voor mij. Die interesse zit in de familie, want mijn papa was tuinman. Ik heb geluk dat ik zo snel iets vond, dat gaat niet bij iedereen zo vlot. In april mocht ik hier beginnen. Tijdens deze zes maanden kan ik nadenken over wat ik echt wil terwijl ik mij ook nog eens nuttig bezighoud.’

Werner legt Nomi uit wat ze moet doen, want ze krijgt bijna altijd een andere taak. © Marte Everaerts
De planten in de rozentuin krijgen water via een leiding onder de grond. Zo hebben bezoekers geen last van de besproeiing. © Marte Everaerts

 

Kat en muis

Rond 10.30 uur zit de emmer vol met bieslelies en kuieren we terug richting de serre. Onderweg worden we opgehouden door Werner en Ilse die discussiëren over de gaura’s, ook wel prachtkaarsen genoemd. Terug in de serre, legt Werner ons uit hoe we de plantjes moeten verspenen. Zorgvuldig vullen we de zaaitreeën met aarde, maken er een putje in en graven vervolgens de bieslelies in zodat ze stevig vastzitten. Wanneer de bakken gevuld zijn, begieten we die rijkelijk met water. Terwijl we met onze handen in de aarde woelen, zegt Nomi dat er in de serre altijd werk is bij slecht weer. Daar hangt een gezellige sfeer: de radio staat aan en af en toe maakt Werner een grapje. In de serre liggen katten op de loer om de muizen van de planten weg te houden. Even schrik ik wanneer een medewerker al lachend een dode muis laat zien en Werner iets later een dode mol vindt. De katten hebben duidelijk hun werk goed gedaan. 

‘Bij slecht weer is er altijd werk in de serre.’ ⓒ Marte Everaerts

 

Nadat de bakken gevuld zijn, begieten we ze rijkelijk met water. ⓒ Marte Everaerts

 

In de serre houden katten de muizen weg van de planten. ⓒ Marte Everaerts

 

Enten en onderstammen

Om 12 uur is het middagpauze. Aan tafel wordt er gelachen; er hangt een gezellige sfeer onder de medewerkers. 

Er hangt een gezellige sfeer onder de medewerkers. © Marte Everaerts

 

 

Werner legt uit dat je bij het enten nauwkeurig een snede moet maken in de onderstam. © Marte Everaerts

Na het eten legt Werner ons uit hoe we planten moeten ‘enten’. Hierbij maak je een deel van de plant (de ent) vast op een deel van een andere plant (de onderstam) om zo de planten te vermeerderen. Je maakt nauwkeurig een snede in de onderstam waaraan je de ent met een elastiekje vastbindt. Vervolgens dompel je de plant onder in was waardoor alles verhardt en stevig aan elkaar blijft zitten. Om de veiligheid te bewaren, geeft hij ons toch maar een andere opdracht. Nu mogen we hazelnoten verpotten.

 

Enten is een nauwkeurig werkje waarbij planten worden vermeerderd door ze aan elkaar vast te maken. © Marte Everaerts

 

‘Toen ik hier pas begon, vroegen mijn vrienden waarom ik zo weinig online was. Wanneer ik in de natuur bezig ben, kijk ik natuurlijk niet op mijn gsm’

 

Ondertussen praten we over Nomi haar toekomstplannen en vrije tijd. Ze vertelt dat haar vrienden meteen enthousiast waren over haar idee en daardoor ook zelf overwogen om vrijwilligerswerk te doen. ‘Toen ik hier pas begon, vroegen mijn vrienden soms waarom ik zo weinig online ben. Wanneer ik in de natuur bezig ben, kijk ik natuurlijk niet op mijn gsm. Dan is het altijd leuk dat ik achteraf veel meldingen heb’, lacht ze. ‘Naast mijn vrijwilligerswerk, werk ik iedere zondag bij de bakker. Omdat we daar vaste klant zijn, mocht ik daar op mijn vijftiende al beginnen.’ Ondertussen denkt ze na over wat ze na deze zes maanden gaat doen en daar bereidt ze zich al volop op voor. ‘Ik denk eraan om in september in de richting van de cultuursector te stappen. Deze week doe ik auditie voor drama aan het Lemmensinstituut in Leuven’, zegt ze enthousiast.

 

‘Ik leerde de andere vrijwilligers iets bij over ecologie’

 

Workshops

Nomi werkt meestal drie keer per week in het Rivierenhof, maar dat is niet elke week hetzelfde. ‘Ze zijn hier heel flexibel, ik mag zelf mijn uren kiezen. Omdat ik deze week mijn auditie doe, kom ik bijvoorbeeld een dagje minder.’ De dagen waarop Nomi geen vrijwilligerswerk doet, is ze aanwezig bij vormingen van de Samenlevingsdienst. Dat zijn workshops waarbij de jongeren telkens iets bijleren. Zo krijgen ze uitleg over EHBO of doen ze oefeningen rond hun zelfbeeld. ‘Het is fijn dat ik zo, ondanks de coronacrisis, toch nog andere jongeren leer kennen. In totaal zijn we een groep van twaalf.’ De vormingen vinden altijd plaats op een andere plek omdat de vrijwilligers allemaal uit verschillende regio’s van België afkomstig zijn. De dienst organiseert ook activiteiten. Zo gingen enkele vrijwilligers, waaronder Nomi, samen bloed geven. ‘We kunnen ook zelf vormingen organiseren. Zo wilde ik de andere jongeren iets bijleren over ecologie.’ 

 

‘Iedere week krijg ik een plantje mee waardoor onze tuin nu helemaal vol beplant staat’

 

Nadat alle plantjes zorgvuldig in hun potje zitten, borstelen we alles proper en wassen we onze handen met speciale scrubzeep. Om 15.30 uur zit de werkdag erop en, in tegenstelling tot deze ochtend, regent het nu pijpenstelen. Werner geeft ons nog een plantje mee naar huis. ‘Iedere week krijg ik een plantje mee waardoor onze tuin nu helemaal vol beplant staat’, lacht Nomi. 

 

Tekst: Marte Everaerts, foto’s: ⓒ Marte Everaerts