31/05/2021

Onze man ging trailrunnen: ‘Een pijnlijke doch fijne ervaring’

Het sport- en verenigingsleven komt stilaan weer op gang, maar de binnensporten liggen nog steeds stil. Voor 21bis gaat reporter Jarne op zoek naar een nieuwe sportieve uitdaging, ter vervanging van zijn hobby zaalvoetbal. Deze week op de kalender: trailrunning.

Wegens maandenlang gebrek aan perspectief over wanneer we eindelijk terug zouden spelen, zakte mijn motivatie om in conditie te zijn en te blijven dan ook als een pudding in elkaar. Maar, dankzij een vaccinatiecampagne die zijn kruissnelheid bereikt en met versoepelingen in het verschiet, werd het tijd om mezelf de spreekwoordelijke schop onder het achterste te geven. Ik ging dus op zoek naar een nieuwe sportieve uitdaging -één die het zetelhangen van het afgelopen jaar definitief tot het verleden zou laten behoren- en vond die in trailrunning.

Verandering van spijs

Trailrunning, of ook off-road hardlopen genoemd, is een sport die de laatste jaren in populariteit sterk toenam. Trailrunning doe je doorgaans in de vrije natuur: in bossen, polders en duinen dienen heuvels, stronken, rotsen en zelfs beekjes als natuurlijke hindernis die je looproute een dosis avontuur geven. Naast wat meer lichaamsbeweging was ik eigenlijk vooral op zoek naar variatie. Na steeds dezelfde rondjes rond de kerktoren had ik het immers wel gezien, en zoals je wel weet: verandering van spijs doet eten. Toen ik vervolgens las over trailrunning, was ik vrijwel meteen geïntrigeerd. Het enige probleem: ik had geen flauw idee hoe of waar ik hiermee kon beginnen. Daarom schuimde ik het internet af, op zoek naar tips en tricks voor beginners. Aan inzet alvast geen gebrek, aan een locatie voorlopig nog wel.

Toen ik daarna op Facebook botste op een route uitgestippeld door studentenkoepel LOKO en de studentenkring Apolloon, zag ik mijn kans schoon. Strak in het trainingspak trok ik naar Heverleebos, waar ik in een tocht van zeven kilometer voor het eerst van trailrunning zou proeven. Op asfalt legde ik wel al eens langere afstanden af, maar mijn research leerde me dat zo’n trailrun wel eens zwaarder kan doorwegen dan je vermoedt. Dat ontmoedigde me echter niet: met een positieve mindset, een drinkbus en de Strava-app in de aanslag, ging ik op pad.

Vuurdoop

De beginfase van de run liet niets aan de verbeelding over. De route startte langs een smal wegeltje, door struikgewas en laaghangende takken. Het was een ware vuurdoop, waarbij ik onmiddellijk werd ondergedompeld in de essentie van trailrunning. Tijdens deze eerste momenten kon ik niets anders dan denken: ‘oké, we zijn vertrokken.’ Het gaf me een haast avontuurlijk gevoel, waardoor ik razend benieuwd naar het verdere verloop mijn tempo opdreef.

De beginfase van de trailrun.

Boven het fluiten van de vogels merkte ik een soort van motorisch geruis op. Als ik me niet vergis, is dat de E40 op de achtergrond. En inderdaad: na deze eerste passage bracht de route me op een brede weg, met aan de rechterzijde de snelweg. Door de vele regen van de laatste dagen was de ondergrond erg drassig, en lag mijn weg bezaaid met diepe plassen. Ik baande me een weg ertussen, al was dat geen sinecure: bijna plonsde ik languit op mijn buik.

Een afslag, aangekondigd door Strava, bracht me na dit gebetonneerd intermezzo terug in het bos. Het geluid van de E40 achter mij deemsterde meter per meter verder weg tot haast complete stilte. Zonder het geruis viel het me vooral op dat ik zwaarder ademde. De weg liep dan ook stevig omhoog. In de verte zag ik een loper met fluoroze vest, die bijna bovenaan de helling was. Om mijn tempo niet te laten zakken, gebruikte ik diens positie als mikpunt in de verte. Wanneer ik bijna aan het einde van de klim kwam, speelden de eerste tekenen van vermoeidheid op: ik voelde een lichte verkramping in mijn kuiten en kreeg de typische steken in de zij.

Het tunneltje onder de E40, alias de konijnenpijp.

Holderdebolder

Gelukkig volgde daarna wat verlossing: op het grindpad dat bergafwaarts liep vond ik mijn tweede adem. Maar het recuperatiemomentje was slechts van korte duur. Ik kwam op een pad met een golvend profiel, dat goed liep bergaf, maar me pijnigde bergop. Ik kwam tot besef dat ik misschien toch de beginnersfout had gemaakt. Te gretig van start gegaan. Mijn benen voelden nu loodzwaar, en dat vertraagde mijn looppas naar eerder snelwandelen. Waggelend zette ik door, tot ik bij een zessprong kwam. Een kleine 50 meter verderop zie ik een ietwat rare constructie, met daarnaast een picknicktafel. Uit nieuwsgierigheid (dat is toch wat ik mezelf vertel) besloot ik om even een drinkpauze in te lassen. Wat van veraf leek op een bostrol op een sokkel, bleek bij een tweede blik een primaat te zijn. Sterk staaltje houtbewerking.

Uitzicht tijdens een korte adempauze temidden Heverleebos.

Na een korte tussenstop -om verzuring tegen te gaan, duurt deze best niet langer dan vijf minuten- was ik terug en route. Slechts enkele hectometers verder werd ik getrakteerd op een fikse stortbui. Voor een fractie van een seconde twijfel ik om te schuilen in iets wat iets wegheeft van een boshut, maar dat zou te veel van het goede zijn. Gedecideerd ging ik door, en intussen zwol het geruis van de autostrade gestaag weer aan. Ik liep het viaduct weer onderdoor, waar een koppel aardbeien verkocht aan passerende automobilisten. 

Op nog geen steenworp van de autosnelweg.

Intussen was de laatste kilometer al ingezet. Toegegeven: de laatste loodjes wogen hier effectief het zwaarst. ‘Komaan, nog 1000 meter vol gas’, pepte ik mezelf op. Bovenaan de laatste kuitenbijter toonde Strava me het einde. Nog éénmaal rechtsaf, zei de app. Gelukkig was de laatste rechte lijn vlak, want nog een klim had ik wellicht niet meer kunnen bolwerken.

Na 7,21 kilometer en 50 minuten bereikte ik finaal de meet. Ik kwam tot besluit dat het een pijnlijke (door lichte overschatting van mijn capaciteiten), doch fijne ervaring was. Trailrunnen biedt het beste van twee werelden: een sportief exploot en de natuur. Ideaal om het hoofd leeg te maken, en de kalmte van het bos kreeg ik er gratis bij. Bezweet, verkrampt en bevuild keerde ik huiswaarts. Ik kom zeker terug voor meer, maar na die koude regendouche van daarnet ga ik nu eerst voor een welverdiende warme. 

Tekst: Jarne Devroey, foto’s: ⓒ Jarne Devroey