30/05/2021

Panquin-site Tervuren: van aperitieven in een turnzaal tot overnachten in een oude legerkazerne

Op welke gekke plekken hield jij al een apéromoment? Wedden dat het niet in een turnzaal was? Culinair concept Canapé veroverde een plekje op de Panquin-site in Tervuren. De gebouwen op het domein hebben de voorbije eeuwen erg uiteenlopende functies gehad: van Hertogelijk Kasteel, tot paardenstallen en militaire uitvalsbasis. Voor de reeks Reporting the city bezochten onze 21bis-reporters dit boeiende herbestemmingsproject.

Vrijdagavond thuiskomen van een lange werkweek, verlangend naar een glaasje wijn als startschot van het weekend. Op deze avonden kondigt klokslag zes het uitgebreid apéromoment zich in veel Vlaamse gezinnen aan. Een moment vol ontspanning dat ze hier bij Canapé willen vastleggen. ‘Mijn collega Jeroen De Pauw en ikzelf zijn al lang vrienden’, begint Ellen Van Bochaute (43). ‘Toen we “tram vier” naderden, vonden we dat het tijd werd voor iets nieuws. We zochten naar een culinaire uitdaging, een sprong in het onbekende. Wat als we een restaurant openen waar we mensen een diner lang in de watten leggen met aperitiefhapjes? ‘We serveren een diner met smakelijke schaaltjes om te delen. Een sociaal en sfeervol moment dat we vastpakken en zo lang mogelijk willen aanbieden.’

Achter dit charmante pand ligt het park van Tervuren, een oase van rust waar je op zonnige dagen van een Canapé Apérobag kan genieten. Foto: © Eline September

Canapése charmes
Het oog van het Canapé-team viel op een charmant pand op de Panquin-site. Bij de geselecteerde projectontwikkelaars ging ze polsen of ze een bestemming in gedachten hadden voor de ruimte die hun interesse prikkelde. De eigenaars van Canapé zaten mee in het projectplan en slaagden in het opzet. ‘We kregen zwart op wit de bevestiging dat Canapé zijn intrek mocht nemen in de oude sportzaal van de militairen, een charmant stukje erfgoed van de Panquin-site’, zegt Van Bochaute.

Het zaaltje boven het restaurant verhuurt het Canapé-team aan bedrijven voor business meetings of evenementen. Foto: © Eline September
Bij de inrichting probeerde Canapé zoveel mogelijk authentieke elementen te bewaren. Zo gebruiken ze sportplinten als barkrukken, een kleine indirecte knipoog naar het verleden. Foto: © Eline September

Apérobags
Het sociale  aspect van een aperitiefmoment proberen ze niet enkel in hun restaurant tot leven te wekken. Canapé biedt ook Apérobags aan. Elk zakje is samengesteld met producten voor minstens twee personen.

‘Milieuvriendelijke potjes en Belgische leveranciers: twee belangrijke personages in het duurzaamheidsverhaal dat we schrijven’ – Ellen Van Bochaute, Canapé

 

Bij het samenstellen van de Apérobags staan er vier termen centraal: lokaal, kwaliteit, ecologie en duurzaamheid. Ze kiezen voor lokale en verse producten. ‘Jeroen De Pauw is de kok van ons team en gaat op zoek naar kwalitatieve producten’, verklaart Van Bochaute. ‘Onze voorkeur gaat naar toegankelijke ingrediënten met een intense en kwalitatieve smaak. We hebben onze eigen Canapé-salsa’s die we elk seizoen in een nieuw jasje steken. Waar mogelijk werken we met Belgische leveranciers of producten en onze dips scheppen we liefst in milieuvriendelijke plastic potjes. Twee belangrijke personages in het duurzaamheidsverhaal dat we schrijven.’

De toog van Canapé is gevuld met kwalitatieve producten. Lokale wijnen en streekbiertjes, voor ieder wat wils. Foto: © Eline September

Smakelijke toekomst
De naam “Canapé” kozen ze omwille van de dubbele betekenis die erachter schuilt. Aan de ene kant is een “canapeetje” een klein hartig hapje dat uit verschillende laagjes bestaat. Anderzijds kent iedereen een canapé als de zetel waar je languit in kan neerliggen en helemaal ontspant. ‘Deze twee elementen beschrijven de sfeer in ons restaurant: een informeel kader waar de zenfactor van belang is, maar alsnog kwaliteit uitstraalt door de fijne hapjes die we serveren’, zegt Van Bochaute. ‘Oorspronkelijk ging onze voorkeur naar een heel andere naam, “Messa” was de topfavoriet. Jammer genoeg ging één van de grote spelers in de festivalwereld hiermee lopen waardoor Canapé als waardige plaatsvervanger de titel overnam.’

Corona stak vorig jaar een stokje voor hun toekomstplannen. Met de Apérobags zijn er verschillende groeipistes mogelijk die ze afgelopen tijd in hun hoofd uitstippelden. ‘We willen de groei vasthouden en uitbreiden naar aperitiefabonnementen waarbij we maandelijks Apérobags aan huis leveren.’

Een concrete locatie voor een volgende vestiging hebben ze momenteel nog niet op het oog. Van zodra meneer Corona zijn koffers inpakt, kijken ze terug vooruit. Foto: © Eline September

De ambitie om met het restaurant door te groeien in andere Belgische steden leeft onder het Canapé-team. Buurten als Brussel, Gent en Hasselt klinken aannemelijk om een nieuwe vestiging te openen. ‘Liefst kiezen we voor locaties net buiten het centrum. We willen van Canapé een destination-locatie maken, een culinaire plek waar je bewust naartoe trekt en niet toevallig binnen wipt wanneer je in de rapte passeert.’

Het pand waarin Canapé gevestigd is, was vroeger een turnzaal. Gaan we nog een stapje verder terug in de tijd, dan deed het gebouw dienst als militaire schrijnwerkerij. De volledige Panquin-site kent dan ook een rijke geschiedenis die teruggaat tot in de middeleeuwen. Stadsgids Piet Vandenpoel (66) is bestuurslid bij de heemkundige kring van de stad en vertelt ons meer over de verschillende functies van de gebouwen op het domein.

Prestigieus jachtgebied

‘Tervuren ligt op ongeveer vijftien kilometer van Brussel en op eenzelfde afstand van Leuven’, begint Vandenpoel. ‘Door die strategische ligging tussen twee belangrijke steden vonden de hertogen van Brabant Tervuren de ideale locatie voor een buitenverblijf. En waarmee houdt de middeleeuwse adel zich bezig in zijn vrije tijd? Jagen, natuurlijk.’

‘Zelfs Keizer Karel was hier als zestienjarige ooit te gast
op een jachtfeest’ – stadsgids Piet Vandenpoel

Om te kunnen verblijven in de buurt van hun prestigieuze jachtgebied, bouwden de Brabantse hertogen een Hertogelijk Kasteel in Tervuren. De ruïnes van de kelderverdieping zijn vandaag nog altijd zichtbaar. ‘Zelfs Keizer Karel was hier als zestienjarige ooit te gast op een jachtfeest. Dat weten we, omdat hij toen iemand verwond heeft en er een verslag van het voorval is opgetekend. Als hij niet zo onvoorzichtig was geweest, hadden we misschien nooit geweten dat hij hier was’, lacht Vandenpoel.

Brabantse hertogen bouwden een kasteel bij hun jachtgebied in Tervuren. Foto: © Hanne Van Daele
Overblijfselen van het Hertogelijk Kasteel uit de middeleeuwen. Foto: © Hanne Van Daele

‘Het Hoefijzer moest de uitstraling en de allures hebben van het voorportaal in Versailles’ – stadsgids Piet Vandenpoel

Rond 1750 komt het Hertogelijk Kasteel in het bezit van Karel van Lorreinen, schoonbroer van toenmalig keizerin Maria-Theresia van Oostenrijk. Als landvoogd van de Zuidelijke Nederlanden besluit hij het kasteel in Tervuren een upgrade te geven. ‘Karel van Lorreinen wilde zijn indrukwekkende verblijf extra in de verf zetten’, legt Vandenpoel uit. ‘Hoe doe je dat beter dan door de weg ernaartoe minstens even indrukwekkend te maken? Op de toegangsweg naar het kasteel liet hij een hoefijzervormig complex bouwen, inclusief koetshuis, stallen en bediendenvertrekken.’

‘Het Hoefijzer moest de uitstraling en de allures hebben van het voorportaal in Versailles. Iets waar de landvoogd echt mee kon uitpakken’, verklaart hij. ‘Maar dat was niet alles: Karel van Lorreinen breidde het domein uit tot een oppervlakte van vier hectare, met majestueuze tuinen en een orangerie met exotische bomen.’

Stadsgids Piet Vandenpoel leidt ons rond op de Panquinsite. Foto: © Hanne Van Daele

Van paardenfokkerij tot kazerne
Toen Karel van Lorreinen aan het einde van de achttiende eeuw stierf, raakte het domein in verval. Keizer Jozef II liet het kasteel slopen, de Orangerie en het Hoefijzer bleven bewaard. Dat laatste gebouw kreeg meteen een nieuwe functie: het werd een imposante paardenfokkerij waar ze onder andere het Belgisch raspaard kweekten.

‘Vanaf 1830 diende het Hoefijzer als verblijfplaats voor nationale strijdkrachten te paard. Na de Wereldtentoonstelling van Leopold II in 1897 trok de gehele Belgische cavalerie er in, gevolgd door enkele andere divisies van het leger’, verduidelijkt Vandenpoel. ‘Vanaf dat moment spreken we over de Hoefijzerkazerne.’

Commandant G. Panquin
Hoe kwam de kazerne dan aan de naam “Panquin”? ‘In augustus 1914 vond de Slag der Zilveren Helmen plaats in Halen. Manschappen die in de Hoefijzerkazerne gevestigd zaten, streden daarin mee tegen de Duitsers’, klinkt het. ‘Bij die slag kwamen verschillende soldaten om het leven, waaronder ook commandant Georges Panquin. Ter nagedachtenis aan de veldslag vernoemden ze de kazerne naar hem en plaatsten ze een monument aan het Hoefijzer.’

Het monument ter ere van de strijdkrachten die in 1914 sneuvelden tijdens de Slag der Zilveren Helmen, waaronder commandant G. Panquin (uitgelicht linksboven). Foto: © Hanne Van Daele
Aan de kant van de Orangerie heet Georges Panquin ons welkom op het domein. Foto: © Hanne Van Daele

Tot de jaren zeventig van de vorige eeuw behield de legerkazerne haar functie als hoofdkwartier van de binnenlandse strijdkrachten. Na de Tweede Wereldoorlog kwam er zelfs een militair opleidingscentrum en een infanterieschool. De orangerie werd een feestzaal. Pas in 2014 vertrokken de laatste manschappen uit de Panquinkazerne.

Pas in 2014 vertrokken de laatste manschappen uit de Panquinkazerne. Foto: © Hanne Van Daele

Leegstaande gebouwen
Ondanks de rijke geschiedenis staat het domein vandaag de dag zo goed als leeg. Naast een domeinbewaker kan je er enkel Canapé terugvinden. Maar daar komt snel verandering in.

Op de ingang van het Hoefijzercomplex krijg je een voorproefje van de toekomstige appartementsblokken. Foto: © Hanne Van Oeckel

Momenteel vormt de Panquin-site als het ware een eilandje tussen het Warandepark en het centrum van Tervuren. De gemeente zou de connectie met het gebied graag opnieuw versterken. Ze besloten een wedstrijd te houden om het meest belovende herbestemmingsproject te kiezen.

Vanuit dit standpunt had je in de 18de eeuw nog een uitzicht op het kasteel, nu zie je hier een pop-up kantoor van projectontwikkelaar ION. Foto: © Hanne Van Oeckel

‘Er is al lange tijd vraag naar een gemeentelijk museum’- stadsgids Piet Vandenpoel

Het militair Hoefijzercomplex en de Orangerie zijn beschermd als erfgoed, net als het gebouw waarin Canapé wordt uitgebaat. Enkele vervallen militaire gebouwen op de site worden niet meer gerestaureerd. Architecturaal hebben ze geen belangrijke waarde, daarom zijn zo ook niet beschermd. In de plaats komen er vier appartementsgebouwen met in totaal een honderdtal wooneenheden.

In het voorjaar zijn de werken aan de site gestart, tegen 2023 zouden ze afgerond zijn. Foto: © Hanne Van Oeckel

Tervuurs museum
In een deel van het Hoefijzercomplex komt een gemeentelijk museum. ‘Hier was al langere tijd vraag naar’, licht Vandenpoel toe. ‘Tervuren heeft een rijke geschiedenis, een museum is dan wel op zijn plaats.’ Het is de taak van deze twee verenigingen om met hun kennis, kunstwerken en geschiedkundige voorwerpen een museum te vullen.

In de linkerkant van de het Hoefijzer komt het Tervuurs Museum. Foto: © Hanne Van Oeckel

Als eerste heb je De Koninklijke Heemkundige Kring Sint-Hubertus Tervuren. Zij nemen de geschiedenis op hun rekening. Daarnaast heb je Vrienden van de School van Tervuren, zij belichten schilderijen van Tervuurse meesters.

‘Onderzoekers voor onder andere het AfricaMuseum komen vaak naar Tervuren. Zij hebben nood aan een hotel in de buurt’- stadsgids Piet Vandenpoel

Martin’s Hotels
De rest van het Hoefijzercomplex en de Orangerie krijgen ook een nieuwe invulling. Zij worden omgebouwd tot een 4-sterrenhotel. Het bekende Martin’s Hotels zal hier een nieuwe vestiging openen, vergezeld van een restaurant en bar. ‘In Tervuren heb je een Britse school’, informeert Vandenpoel. ‘Als er ouders op bezoek zijn, zullen de leerlingen hen liever in een hotel laten slapen dan in hun kamer’, lacht hij. ‘Er zijn ook enorm veel onderzoekers en bezoekers van het AfricaMuseum die vragen naar een hotel in de buurt.’

Dit voorjaar startte ION met de bouw- en restauratiewerken. Hierbij verplichtte de gemeente om als eerste het Hoefijzercomplex en de Orangerie te restaureren. Hierna komen de wooneenheden aan bod. De eerste bewoners zouden in 2023 kunnen intrekken. In datzelfde jaar wil Martin’s Hotels zijn deuren openen. 

De locatie van de nieuwe appartementsgebouwen is alvast veelbelovend. Foto: © Hanne Van Oeckel

Weg van de drukke stad
De gemeente wil de site zo open mogelijk houden en niet langer afschermen van de omgeving. Daarom leggen de projectontwikkelaars een nieuwe vijver aan in het Orangeriepark. Er komen zowel publieke fietsparkings als wandelpaden doorheen het domein en het Warandepark. Vijftien minuten verwijderd van Brussel is deze locatie ideaal om de drukke stad te ontvluchten en in het groen te duiken.

Graag een overzicht van de belangrijkste momenten van de Panquin-site? Bekijk dan deze tijdlijn.

Tekst: Eline September, Hanne Van Daele & Hanne Van Oeckel, foto: © Hanne Van Daele