10/05/2021

Pareltjes van Brussel-Noord: Sint Joost-ten-Node

Wie denkt aan Brussel, denkt aan Manneken Pis en het Atomium. In deze reportage voor ‘Reporting The City’ laten wij zien waar je niet meteen aan denkt. Brussel- Noord. Hier zijn wat pareltjes die je ongetwijfeld benieuwd maken naar Sint-Joost-ten Node.

 

Parochiekerk

De Leuvensesteenweg staat vol historische gebouwen, waaronder de Parochiekerk. De Sint-Joostkerk, of Sint-Judocuskerk, is een rooms-katholiek gebouw uit 1864. Dit gebouw heeft een neo-barokstijl, maar achter de impressionante deuren verschuilen zich nog enkele schoonheden. Boven het hoofdaltaar trekt het 11 meter groot schilderij “de Hemelopneming van de Maagd” van Rubens onze aandacht. Daarnaast beschikt de kerk ook over gebrandschilderd glas. Het laat ons bovenaan de hemelopneming van Christus zien. Beneden toont het Sint-Joost die aan de Maagd en het kindje Jezus zijn scepter en kroon aanbiedt.

De Parochiekerk van Sint-Joost-ten-Node op een zonnige namiddag.

Terug naar 1904

Het Cohn-Donnayhuis is een heel bekende naam onder de architectuur. Dit klassiek herenhuis, gebouwd in 1841, werd heringericht in Art Nouveau-stijl in 1904 door Paul Hamesse. Het gebouw heeft eveneens een speciale eigenaar gehad. Het huis was namelijk van de maîtresse van de Belgische koning. Tegenwoordig is het Cohn-Donnayhuis ‘De Ultieme Hallucinatie’ geworden. Deze welbekende brasserie staat gekend voor zijn speciale inrichting. Met gekleurde glasramen en donker houten balken, neemt de brasserie je mee naar 1904. Binnenin is het meubilair een deel van de architectuur. Wie een tijdreis wil maken naar het verleden kan al beginnen bij ‘De Ultieme Hallucinatie’.

Café en restaurant De Ultieme Hallucinatie

Een uitzonderlijk gemeentehuis

In 1868 besloot het gemeentebestuur van Sint-Joost-ten-Node zich te vestigen in het voormalig paviljoen van Charles de Bériot. Het herenhuis van de vioolvirtuoos is vanaf dan het gemeentehuis. Veertig jaar later wordt deze verbouwd naar het ontwerp van architect Léon Govaert. Het gebouw ondergaat een hele omvorming in Beaux-Artsstijl. Toch slaagt Govaert erin de allure van het herenhuis te behouden. De inrichting bergt nog steeds de originele Art-Nouveaustijl. Het staat vol majestueuze glasramen. In de inkomhal kijkt men op het grootste raam. Hier staat het schild van Sint-Joost-ten-Node. Hierop kan je enkele typische elementen van Sint-Joost terugvinden. Er staat een oude burcht op, waar nu geen spoor meer van te vinden is. Daaronder staat de zak van de Pelgrim Saint-Josse. Hij reisde van Saint-Josse-sur-Mer in Frankrijk naar Brussel. Vroeger stond deze zak symbool voor de godsdienstige reis. Tegenwoordig beeldt het de multiculturele samenleving van Sint-Joost uit.

Gemeentehuis langs de buitenkant met elegante luifel
Inkomhal van het gemeentehuis
Zaal van het gemeentehuis waar huwelijksplechtigheden plaatsvinden
Groot raam aan de inkomhal
Het schild van Sint-Joost in volle glorie

Een beetje jazz met wat geschiedenis

Als liefhebbers van jazz was Jazz Station voor ons zeker een hoogtepunt. De jazzclub bevindt zich in het voormalige Station Leuvensesteenweg. Het oude station zou niet meteen weergeven dat het voor het eerst opende in 1865. Toch kan je niet anders dan de geschiedenis herkennen in de neorenaissance- en neobarokstijl. Als je de achterkant van het gebouw bekijkt, zijn ook de sporen nog perfect intact. Voor even leek het alsof er ieder moment een trein aan zou kunnen komen. Natuurlijk zijn de jazzclub en het museum grote onderdelen van succes van het station. Als er op het moment geen wekelijkse concerten spelen, kan je gerust een kijkje nemen in het museum. 

Jazz station in de middagzon

Van film naar feest

Wie student zegt, zegt uitgaan. Voornamelijk voor de lockdown. De Mirano blijft een bekende naam onder veel studenten. Het prachtige gebouw begon als Ciné Mirano en opende zijn deuren in 1934. De cinéma sloot zijn deuren in 1978 en werd dan omgetoverd tot Nightclub Mirano. Bij de herinrichting zou koste wat kost de authentieke sfeer worden behouden. Er werd alles aan gedaan om de glorie van Ciné Mirano te bewaren. Het neonlicht bijvoorbeeld, is nog steeds een authentiek kenmerk van het gebouw.

De verlaten club, Mirano

Tussen verleden en heden

Le Botanique is ongetwijfeld één van de meer gekende plekken van Sint-Joost-ten-Node. De grote scheiding tussen natuur en stad is dan ook moeilijk te missen. In 1984 werd de leegstaande oranjerie omgebouwd in een cultureel centrum van de Franse Gemeenschap van België. Hier kan je geregeld verschillende tentoonstellingen bezoeken. De terrassen in de tuin van zes hectaren hebben elks hun eigen stijl. Het oranjerie terras heeft een Franse stijl, terwijl de tussenverdiepingen een Italiaanse stijl hebben. De tussenverdiepingen zijn daarbij omringd door verschillende irissen, het symbool van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Dit is duidelijk dé plek voor liefhebbers van natuur en kunst.

Le Botanique in volle glorie, ondank de verbouwingen
Trappen van de Botanique met een lokaal bandje dat een videoclip opneemt

Innerlijke schoonheid

De baden van Sint-Joost-ten-Node lijken vanaf de buitenkant misschien niets speciaal. Het gebouw heeft eerder iets weg van een oude school. Daarbij bevindt het zich in het vrij smalle straat die een afgelegen gevoel geeft. Toch kan schijn bedriegen. Eenmaal je je binnen bevindt valt je mond bijna open. Het gebouw heeft een prachtige Art Deco stijl. Voor je baantjes gaat beginnen zwemmen moet je toch even slikken en rondkijken om het allemaal in je op te nemen. Het zwembad zelf werd in 1960 gedeeltelijk heringericht. Toen werden prachtige mozaïeken panelen toegevoegd. Je kan niet anders dan het natuurlijk licht dat door de grote ramen komt bewonderen. Onder deze ramen bevindt zich een gesloten galerij. De cabines op het tweede verdiep, daarentegen, zijn omringd door een open galerij. De baden hebben niets aan de verbeelding overgelaten. Het is dus degelijk dat schijn bedriegt.

De baden van Sint-Joost vanop de eerste verdieping
Zwemmers dat schitteren in het prachtige zwembad

Home sweet home

Op de zoektocht naar architecturale parels was dit een gebouw dat we niet links konden laten liggen. In een straat gevuld met neoclassicistische woningen, springt het Huis Mayeres er tussen uit. De eigen woning van architect Michel Mayeres. Voor je het weet, valt je oog op de woning. De gevel toont Moorse invloeden, wat afwijkend is voor Art Nouveau. Het huis is versierd in fraaie golvende lijnen en oranje bepleistering. Deze bepleistering zouden de originele tekeningen verbergen. Welke tekeningen er zich verschuilen, blijft een raadsel.

Het huis Mayeres op een bewolkte namiddag

Spiegeltje spiegeltje

Nog een architecturaal pareltje zijn de Proximus Towers in de Brusselse Noordruimte. Het overweldigend gebouw van 134 meter reflecteert iedere wolk en vogel die passeert. De torens met 28 verdiepen kregen de naam van het telecommunicatiebedrijf Proximus. Een element dat niet te negeren valt is de connectie tussen de twee torens. Deze verbindt de 25ste en 26ste verdieping van beide torens. Het komt niet als een verrassing dat deze torens behoren tot de hoogste gebouwen in België. Dit is misschien geen leuk terrasje om op te zitten, maar is zeker de moeite waard om eens te gaan bekijken.

De ramen van de Proximus-Towers blinken als spiegeltjes

 

Vergeet de architecturale reis via onze StoryMap niet! Overtuigd? Koop dan snel een treinticket richting Sint-Joost-ten-Node.

ARVE Error: Aspect ratio 100%:800 is not valid

Tekst: Fleur Bijtebier, Zoë Van Schooten, foto’s: © Zoë Van Schooten