01/06/2021

(Her)bestemming Leuven: 900-jarige abdij krijgt moderne invulling

In Heverlee, niet ver van de ring van Leuven, bevindt zich de Abdij van ‘t Park. Deze 12e-eeuwse norbertijnenabdij is sinds 2011 via erfpacht in het bezit van de stad Leuven. De stad renoveert de abdij en voorziet nieuwe bestemmingen voor de oude site, met respect voor haar geschiedenis. Met een restaurant, sociale projecten en een brouwerij blies de stad het abdijdomein nieuw leven in. Voor de reeks Reporting The City brachten wij van 21bis dit herbestemmingsproject een bezoekje.

Er is veel veranderd in de abdij sinds de stad Leuven de oude site in erfpacht heeft. Niet alleen is een groot deel gerenoveerd, er zijn ook meerdere projecten gestart. Hierbij waakt de stad erover dat de projecten passen bij de setting van een abdij. Er komt dus geen feestzaal of pretpark. Wel zijn er sociale projecten, zoals het project van Wonen & Werken. Daarbij kunnen mensen die een tweede kans nodig hebben, werken in de groentetuin van de abdij. Ook is er een bioboer, een museum gewijd aan de norbertijnen en een studiecentrum van de KU Leuven over het muzikale erfgoed van de Lage Landen. Ten slotte werd ook de oude molen omgebouwd tot brasserie en is er sinds enkele jaren een brouwerij.

Voor deze reportage interviewden wij twee mensen. Enerzijds is er Stefan Van Lani, de domeinbeheerder en archivaris van de abdij. Daarnaast is hij als auteur van enkele boeken over de abdij de geknipte man om ons meer te vertellen over de geschiedenis van deze eeuwenoude site. Anderzijds spraken we ook met brouwer Joris Brams. Hij is CEO van flessenvuller Konings NV en brouwt in zijn vrije tijd bier in de abdij. We kozen ervoor om vooral op dit project te focussen, want studenten, die drinken al eens graag een glaasje.

Geschiedenis van de abdij

Van Lani vertelt ons graag over de lange geschiedenis van de abdij: ‘De abdij is gesticht in 1129 door de hertog van Brabant: Godfried met de Baard. Hij had een jachtpark weggeschonken aan de norbertijnen in de Noord-Franse champagnestreek. Die paters zijn dan naar hier gekomen en hebben de abdij gesticht. Dat is uitgegroeid tot een heel groot domein van meer dan 3000 hectare met 40 paters. Na de Franse Revolutie werd de abdij afgeschaft door de Fransen. Zij hadden net hun koning en koningin onder de guillotine gestoken en wilden de maatschappelijke rijkdommen herverdelen. Ze hadden het dus niet op de adel en de kerk. Toen ze vervolgens de Zuidelijke Nederlanden veroverden, doekten ze in 1797 de abdij op. Dat bleef lange tijd zo: pas in 1836 werd de abdij heropgericht. Dat ging even goed, maar vanaf de jaren 60 van de 20e eeuw kwam er een ontkerkelijking van de samenleving. Steeds minder mensen gingen zich met geloofszaken bezighouden en er waren dus ook steeds minder paters. Uiteindelijk gaven de norbertijnen in 2011 de abdij in erfpacht aan de stad Leuven. Ze beseften dat ze een heel waardevolle site in handen hadden en wilden dit doorgeven aan de stad om de abdij te restaureren en een moderne herbestemming te geven voor de 21e eeuw.’ 

Deze weg leidt naar de historische abdij; een geliefde plek voor wandelaars en lopers. © Liam Verbinnen

Braxatorium Parcensis

De abdij heeft veel interessants te bieden voor mensen die geïnteresseerd zijn in geschiedenis, maar voor studenten lijkt ons de brouwerij toch het meest interessant. Daarom regelden we een bezoek aan Braxatorium Parcensis, oftewel de brouwerij van ‘t Park.

Eenmaal aangekomen in de abdij, wacht Katia Van Praet, de vrouw van Joris Brams, ons op. Ze neemt ons mee naar een ruimte waar ze in de toekomst gasten willen ontvangen. We mogen geen foto’s nemen, aangezien de ruimte (nog) niet openbaar is. De ruimte zelf is een kelder die even oud is als de abdij en voorlopig dient als opslagplaats. Daar zien we voor het eerst Joris met een andere man aan een tafeltje zitten. Later blijken ze plannen te bespreken voor een nieuw bier dat ze samen gaan maken. Na een korte rondleiding in de ruimte, neemt Joris ons mee naar de brouwerij die zich in een klein gebouwtje bevindt, nog geen 100 meter van waar we ontvangen werden.

In dit gebouwen willen Joris en Katia gasten ontvangen. Voorlopig mogen er nog geen foto’s binnen gemaakt worden. © Liam Verbinnen

In de brouwerij vertelt Joris vol enthousiasme over zijn project: ‘Ik hou van de kleinschaligheid van dit project. Het is een heel kleine brouwerij, we werken met lokale ingrediënten en we doen kleine oplages. Dat zorgt ervoor dat we vooral echte bierfans aanspreken, mensen die de uniekheid van onze producten appreciëren. Omdat het zo kleinschalig is, kunnen we ook ons eigen ding doen. Zo experimenteerden we al wat: ons derde bier was gerijpt op eiken vaten van Jack Daniels en het vierde was er één met rode biet.’

Groeiverhaal

Joris Brams zit al 30 jaar in de brouwerijsector en is CEO van Konings NV, een bedrijf dat drankflessen en -kartons vult. Dat staat in schril contrast met zijn hobby als bierbrouwer in de abdij, maar is net de reden waarom hij het zo graag doet: ‘Dit is alles wat ik altijd al wilde doen, maar wat niet kon omdat er geen economisch model voor is. Iedereen wil maar groeien en succes hebben, maar dat moet hier helemaal niet. Als wij uit de kosten zijn, dan zijn we al supergelukkig. Ik krijg hier gewoon veel energie van, het is mijn passie. Ik doe liever dit dan voor mijn tv te zitten.’

Brouwer Joris Brams houdt van de creativiteit en kleinschaligheid van zijn project. © Liam Verbinnen

Ondanks dat Joris CEO van een NV is, wil hij geen grote deals sluiten: ‘Ik heb geen interesse in deals met bierdistributeurs, want dan zeggen die: je moet meer verkopen, je bent te duur, je moet meer personeel aannemen, wij willen 30% korting… Dat is ons ding niet. Elk modern bedrijf zou ons vragen: “Waar is je groeiverhaal?” Wel simpel: ik heb er geen. Ik wil niet uitbreiden en kan ook niet uitbreiden. We mogen geen muren uitbreken of bijbouwen omdat de abdij beschermd is. Het is wat het is.’

Beschermd monument

Tegenwoordig is de brouwerij op lokaal niveau een gevestigde waarde, maar niet iedereen had er meteen vertrouwen in: ‘Mensen dachten echt dat ik ze zag vliegen. Het was een geklasseerd pand en toen we hier binnenkwamen was het een echt rommelkot. Het dak was lek, er was overal vocht, de vloer was weg, geen enkele muur stond waterpas en de deur was maar 1m38 breed. De ketel die we gebruiken is 1m37, dus hebben we alles bij wijze van spreken met de schoenlepel erdoor moeten krijgen. Ze zeiden: “Joris, dat gaat niet hè jongen, hier een brouwerij zetten”. En ik zei: “Maar allee, waarom niet?”‘

Ook Stefan Van Lani bevestigt ons hoe moeilijk het is om veranderingen door te voeren: ‘Heel de abdij is beschermd: de gebouwen, het landschap, de vijvers, de weilanden… Voor alle 42 hectare gelden de regels van monumentenzorg. Er mag weinig tot niets veranderd of bijgebouwd worden. Nieuwe nutsvoorzieningen, zoals nieuwe elektriciteit of verwarming mogen wel, maar moderne dingen zoals liften zijn moeilijk. Dan zou je al gewelven moeten openbreken en dat mag niet. Zelfs nieuwe trappen zijn moeilijk.’

De hele installatie binnen krijgen vergde heel wat meet- en rekenwerk. © Liam Verbinnen

Toch sloeg Joris in zijn opzet, al moest hij daarvoor heel wat lobbyen. Een band met het domein had hij al, de goedkeuring van de paters niet meteen: ‘‘Ik ken de abdij eigenlijk al heel mijn leven. Ik ben in de buurt opgegroeid en kwam hier als kind altijd spelen. Toen enkele jaren later mijn vader overleed, kwam ik er ook nog regelmatig, want ik bracht mijn moeder hier ‘s zondags naar de kerk. Na verloop van tijd leerde ik de paters zo wel wat kennen en zijn we aan de praat geraakt. Omdat je bij een abdij vaak aan bier denkt, vroeg ik me af hoe het daar mee zat. Waarom was er hier geen bier? Dat was eigenlijk het begin. Ook Stefan Van Lani was meteen mee met het verhaal. Hij werkte toen net voor de paters en was een grote hulp in hen te overtuigen. Voor de rest was het mensen blijven enthousiast maken, de abdij goed kennen en niet opgeven. Volgens sommigen was het allemaal onmogelijk, dus voor mij was het wel een uitdaging om het tegendeel te bewijzen.

Creatief en positief

Toen de paters uiteindelijk groen licht gaven, moest het echte werk nog beginnen. Doordat de  hele site beschermd is, mochten er geen gaten gemaakt worden in de muren of het dak. Daarom zocht Joris samen met zijn zakenpartner Gert Chapelle naar creatieve oplossingen. Het resultaat is iets waar beide mannen trots op zijn: ‘Het was absoluut niet makkelijk om alles geïnstalleerd te krijgen. Gert wilde die uitdaging graag op zich nemen en heeft er een echte showroom van gemaakt op technisch én innovatief vlak. Dankzij die vindingrijkheid staan er hier een tiental dingen die in de brouwerijsector nog niet bestonden, maar wel echt goede toepassingen zijn. Zo gebruiken we bijvoorbeeld een directe stoominjectie, een systeem dat hij intussen al verkocht aan Heineken.’

De brouwerij is klein, maar zeer technologisch geavanceerd. © Liam Verbinnen

Na een goed jaar zwoegen met de installatie, bracht Braxatorium Parcensis in augustus 2019 haar eerste bier op de markt: Libertus 1. De opkomst bij de officiële opening was echter groter dan verwacht: ‘Er stonden hier 5000 mensen toen we in september 2019 open gingen. Dat was totaal onverwacht een echte stormloop.’ Enkele maanden later begon dan de coronacrisis. Dat bleek voor de brouwerij een geluk bij een ongeluk: ‘Voor ons was corona eigenlijk positief. Zonder die onderbreking hadden we de vraag nooit kunnen bijhouden en hadden we meteen te snel moeten groeien. De crisis gaf ons de ademruimte om dat rustiger te doen. We hebben daar dan ook dankbaar gebruik van gemaakt. Als ondernemer moet je elke crisis zo positief mogelijk gebruiken. Als je dat niet doet, dan moet je geen ondernemer zijn.’

Tekst: Jarne Devroey en Liam Verbinnen, foto’s: © Liam Verbinnen