COLUMN – Supportersagressie uit den boze
Begin augustus vulden supporters terug de tribunes van de Belgische voetbalstadions. Na een jaar en half supporteren onder strikte coronamaatregelen, mag het weer. Er is niets beter dan supporters die met man en macht aanwezig zijn en de naam van hun club scanderen. Amper drie maanden later begin ik te twijfelen of het nu wel zó veel beter is met de aanwezigheid van fans.
Wie voetbalstadion zegt, hoort supporters en wie supporters zegt denkt aan fanatiekelingen. Want dat zijn supporters wel. Door veel Belgische voetbaladeren stromen de kleuren van hun favoriete club. Dat zet het Belgische voetbal kracht bij. Al kan zich dat soms wel uiten in onverantwoorde acties. Dat zagen we in één week tijd tot wel drie keer toe. Het gaat niet om met tomaten te gooien, want in de voetbalwereld wordt die groente vervangen door plastic bierglazen. Niet respectvol, maar de afgelopen speeldagen zagen we dat het veel erger kan.
Voetzoeker
De wedstrijd tussen Standard Luik en Oud-Heverlee Leuven was de meest besproken wedstrijd van dat voetbalweekend. Op zondag 17 oktober ontplofte er op de valreep van het slot van de match een voetzoeker naast OHL-keeper Rafaël Romo. Een week later werd de doelman van Union Saint-Gilloise bekogeld met aanstekers door de fans van Eupen. Supporters creëren op die manier een duistere en beangstigende uitstraling van het voetbal. Door deze feiten wordt het Belgische voetbal uitgejouwd en lijken de acties van hooligans te heersen over daden van supporters zonder zulke bedoelingen.
In de meeste stadions verwelkomt de security supporters door hen en mogelijke rugzakken te te controleren. Op dat moment denk ik een veilige voetbalavond tegemoet te gaan. Niets is minder waar. De controle blijkt in sommige gevallen op niets uit te draaien. Er moet een veilige sfeer hangen in een voetbalstadion. Het voetbalweekend is iets waar fans dagenlang naar uitkijken. Dan is het niet geoorloofd om ze een zone te laten betreden waar voetzoekers en aanstekers je om de oren vliegen. Voetbal blijft een feest en daar horen supporters bij. Om dat feest te sparen van rook, stukgegooide zitjes en gewonde spelers moeten er strengere controles komen. Vaak is het genoeg om de rugzak even te openen. Zo is het een walk in the park om de controle te omzeilen.
Manchester City-fan
Als voetballer zit je als een rat in de val. Je staat op het veld van een goedgevuld stadion en je weet niet wat er op je afgevuurd kan worden. Dat is niet de gedachte die een speler hoort te hebben. Supporters zijn er om hun team een boost te geven. Ook supporters zelf kunnen het slachtoffer zijn van agressie bij fans. Dat zagen we bij een Manchester City-fan die na de wedstrijd tegen Club Brugge een slag op zijn hoofd kreeg. Een supporter stadionverbod geven omdat diegene iets heeft gedaan dat niet door de beugel kan, is goed. Maar dat houdt andere supporters die uit zijn op agressie niet tegen. Zelf vermijd ik wedstrijden waar supporters van beide ploegen aan spierballengerol doen.
Dit bericht op Instagram bekijken
Laten we ervoor zorgen dat de feiten van supportersagressie minderen zodat supporters en spelers niet met schrik naar het stadion trekken. We kunnen het wangedrag van bepaalde supporters niet over de clubliefde van anderen laten heersen. Voetbal leeft in België en dat kan niet worden geïnjecteerd met een negatieve invloed. België heeft al laten zien dat we er samen staan als supporters, als het gaat om de Rode Duivels. Laten we dat samenhorigheidsgevoel ook gebruiken om respect te hebben voor elkaar, ook al zijn we fan van verschillende ploegen. No to racism, maar ook nee tegen supportersagressie.
Tekst: Amber De Pau, eindredactie: Liam Verbinnen
Foto: © Amber De Pau