15/10/2021

“Dat er verhalen als die van Jan Fabre uit mijn toekomstsector voortkomen, doet me veel pijn.” Ballerina Birte Smeets reageert op commotie rond Jan Fabre

Jan Fabre, kunstenaar en choreograaf van dansgezelschap Troubleyn, riskeert vijf jaar cel. De man wordt beschuldigd van pesterijen, geweld en seksueel misbruik bij twaalf van zijn dansers en andere personeelsleden. Het onderzoek is nu, na drie jaar, klaar en toont genoeg aanwijzingen om een proces te starten. Maar welke gevoelens brengt dit met zich mee in de danswereld? Birte Smeets, professioneel danseres, beantwoordt enkele vragen.

 

De aanleiding van de aanklachten tegen Fabre is een onderzoek waaruit blijkt dat een vierde van de vrouwen uit de cultuursector op 1 jaar tijd ongewenste toenadering heeft ervaren. Wat doet dat met jou?
‘Dat het nog steeds gebeurt, daar schrik ik niet van. De hoeveelheid vrouwen waarbij dit gebeurt daarentegen, is wel even slikken. Ik heb dit in mijn omgeving eigenlijk nooit gezien, tenzij danseressen het heel goed kunnen verbergen.’

Doet het jou dan ook pijn om een verhaal als dat van Jan Fabre in de actualiteit te zien verschijnen?
‘Ik studeerde vorig jaar af aan de Koninklijke Balletschool en doe nu sport- en cultuurmanagement aan Thomas More. Daarbovenop ben ik danseres bij Arles Youth Ballet Company, dus de cultuursector is echt wel mijn toekomst. Dat er verhalen als die van Jan Fabre uit mijn toekomstsector voortkomen, doet me natuurlijk wel veel pijn.’

Geeft het jou dan ook twijfels of angst als je aan je toekomst in de cultuursector denkt?
‘Ja, het geeft mij toch wel wat angst. Zeker omdat ik net afgestudeerd ben en nu volop auditie doe voor werk in de cultuursector. Ik zou die vernedering en dat misbruik echt niet willen ervaren. De commotie maakt me wel attent op het zoeken naar de juiste werkplekken.’

Op wat let je dan zoal?
‘Ik probeer contact te zoeken met dansers of danseressen die op dat moment op die plek werken. Voor ik bij mijn huidige compagnie – Arles Youth Ballet Company – startte, ben ik ook op gesprek geweest bij de directeur van de balletschool om te vragen wat hij het beste bij mij vond passen.’

Is er in de balletschool of in je huidige compagnie een aanspreekpunt waarbij je terecht kon met problemen?
‘Zowel in de balletschool als in de compagnie waarin ik nu zit, zijn er aanspreekpunten die ons kunnen begeleiden als we het mentaal of fysiek moeilijk hebben. Ook onze docenten staan er voor open om ons te helpen en ons aan te moedigen om door te zetten.’

Volgens de open brief die drie jaar geleden de media ingestuurd werd, zou Fabre zijn dansers gepest en vernederd hebben op de dansvloer. Hoe ervaar jij dat in je eigen compagnie?
‘Een roepende, ontevreden choreograaf is een gekend fenomeen en kom ik dus vaak tegen. Meestal is het dan gewoon om ons te helpen en te corrigeren, dus ik zie het niet als iets slechts. Ik zie het als hulp.’

Is vernedering in verband met gewicht dan ook zo’n gekend fenomeen?
‘Ik heb het nog niet meegemaakt dat een choreograaf iemand vernedert over zijn/haar gewicht, zoals Jan Fabre deed. Het is wel zo dat een auditie deels een vleeskeuring is. Directeurs zijn vaak enkel op zoek naar dansers die passen in de groep qua model en uiterlijk. Ze kijken dan vooral naar je lengte en je haarkleur. In de Koninklijke Balletschool werd er ook gekeken naar je lichaam, aangezien het belangrijk is te kunnen inschatten of je een professioneel danser kan worden.’

Om af te sluiten, zou Fabre zijn compagnie Troubleyn iets voor jou zijn?
‘Nee, totaal niet. Ten eerste is zijn stijl helemaal niet mijn ding. Ten tweede sta ik ook niet open voor zijn manier van werken. Het is echt niet de soort compagnie waarnaar ik zou zoeken, laat staan voor wil werken. Ik hou meer van klassiek ballet.’

Tekst: Olivia Stalpaert, eindredactie: Febe De Donder

Foto: © KODEC Photography