07/12/2021

Olympisch- en wereldkampioene Evy Poppe (17) over haar nog prille snowboardcarrière: ‘Beste van de wereld en een voorbeeld zijn voor jonge snowboarders is mijn ultieme droom’

De Olympische Winterspelen van Peking staan voor de deur en onze Belgische winteratleten zitten in volle competitie. Sommigen met het oog op een kwalificatie, anderen wisten zich al te verzekeren van een ticket voor de Spelen in februari. Snowboardster Evy Poppe proefde in 2020 al eens van de Olympische Winterspelen, maar dan bij de jeugd. Daar behaalde ze een gouden medaille op de slopestyle. Twee jaar later blijft ze met haar voetjes op de grond en focust ze voornamelijk op de Wereldbeker-manches van dit seizoen. ‘Het is de bedoeling dat ik goed presteer tijdens de WB-manches en me kan vergelijken met de wereldtop, maar de spelen zitten zeker wel in mijn hoofd’, aldus Evy Poppe. 

Hoe heb jij jouw snowboardtalent ontdekt?

Evy Poppe: ‘Ik heb leren skiën toen ik twee was. Dat heb ik anderhalf jaar lang gedaan. Mijn ouders waren altijd aan het snowboarden en ik zat toen in het skiklasje. Nadien haalden ze me telkens op met hun snowboard in de hand. Na een tijdje dacht ik dat skiën niets meer voor mij was en dan heeft mijn vader mij alles aangeleerd op de indoorpiste in Terneuzen. Dankzij mijn papa heb ik dus leren snowboarden. Dat doe ik intussen al 13 jaar en ik zou eigenlijk niet meer weten of ik nog kan skiën of niet. Ik zou het nog eens moeten proberen!’ (lacht)

Op welke manier ben je op het professionele niveau terechtgekomen?

‘Ik heb eerst geleerd om bochtjes en kleine obstakels, zoals kleine sprongetjes, te nemen. Eens ik dit allemaal kon, ben ik in het snowboardteam in Terneuzen terecht gekomen en daar ben ik opgemerkt door de mensen van Sneeuwsport Vlaanderen. Zij zeiden dat ik talent had en hebben me meegevraagd naar het buitenland om daar te trainen.’

 

Dit bericht op Instagram bekijken

 

Een bericht gedeeld door Evy Poppe (@poppe_evy)

Moet je over een uitzonderlijk aangeboren evenwichtsgevoel beschikken om een goede snowboardster te worden? 

‘Eigenlijk niet. Je kan er best wel op jonge leeftijd mee beginnen. De kleine kindjes staan op een kleine snowboard en de ouders kunnen hen dan vooruit trekken en hen over wat kleine hindernissen helpen. Het is niet zo dat je een goede skateboarder moet zijn om goed te kunnen snowboarden.’

‘Ik blijf met mijn voeten op de grond’

Als professionele snowboardster leg je jouw focus op twee disciplines, slopestyle en big air. Wat houden deze disciplines in?

‘Bij slopestyle liggen er verschillende hindernissen na elkaar. Schansen waar je van af springt en rails. Dat zijn ijzeren baren die je kan vergelijken met een trapleuning. Deze liggen allemaal achter elkaar. Big air is een jump en daar kan je maar een trick op uitoefenen. Eén keer springen en dat is het.’

Heb je zelf een voorkeur?

‘Ik verkies de slopestyle. Dat is het leukste omdat ik zelf meer dingen kan tonen aan de jury en meer rotaties in mijn run kan steken. Er komt meer variatie bij kijken.’

 

Dit bericht op Instagram bekijken

 

Een bericht gedeeld door Evy Poppe (@poppe_evy)

Heb je ooit overwogen om de halfpipe te proberen? 

‘Het is echt niets voor mij! Om er een paar keer door te gaan voor de fun vind ik wel leuk, maar die sprongen zijn mijn ding niet. Het is ook wat technischer. Daarnaast is zo’n halfpipe vaak enorm ijzig omdat de sneeuw daar niet goed op blijft liggen. Precies beton! Dus als je dan valt, kan het wel pijn doen. Geef mij maar slopestyle en big air.’

Als je deelneemt aan de big air, heb je dan nooit schrik om die diepe put in te duiken?

‘Schrik zou ik het niet noemen. Het is eerder een gevoel van excitement. Je weet niet goed hoe het aanvoelt, maar het is wel leuk om te doen. In het begin voelt het misschien raar aan, maar het is vooral fun.’

‘Ik ben 25 weken weg van huis’

Je bent in 2020 olympisch kampioene slopestyle geworden op de jeugd Olympische Spelen in het Zwitserse Lausanne. Amper twee jaar later zijn het de Winterspelen in Peking. Heb je van de komende Winterspelen een doel gemaakt of mik je eerder op de Spelen van 2026 in Milaan?

‘Sinds dit seizoen neem ik ook deel aan de Wereldbeker. Het is de bedoeling dat ik daar heel goed op presteer en me kan vergelijken met de wereldtop. De Olympische Winterspelen zitten zeker wel in mijn hoofd. Er is misschien een mogelijkheid want om je te kwalificeren met je in de top 30 belanden van de Wereldbeker. Nu val ik net buiten de top 30, maar er is ergens wel een mogelijkheid om me te kwalificeren. Ik blijf met mijn voeten op de grond en doe het rustig aan.’

Tijdens de eerste Wereldbeker-manche Big Air in het Zwitserse Chur zette je al een goed resultaat neer.

‘Dat was een goede wedstrijd, maar niet zo makkelijk. Een vijftiende plaats is goed voor iemand van mijn leeftijd. Er staan nog verschillende manches op de planning in onder andere de Verenigde Staten, Canada en Zwitserland. Twee weken voor de start van de Olympische Spelen maken ze de lijst officieel en dan weet ik of ik naar de Spelen kan gaan. Maar mijn focus ligt dus voornamelijk op een goede prestatie tijdens de Wereldbeker-manches.’

Tijdens de wintermaanden ben je vaak weg van huis. Hoe ziet jouw leven als snowboardster eruit tijdens de winter?

‘In totaal ben ik zo’n 25 weken weg van huis. Als ik in Europa ben, trekken we altijd met een busje van de federatie naar het land in kwestie. We snowboarden van ‘s ochtends tot ‘s middags. Daarna maken we huiswerk en gaan we boodschappen doen want koken doen we zelf omdat we in een appartement zitten. Als ik België ben, zit ik op internaat  in Antwerpen. Ik volg de richting Sportinitiatie op de topsportschool in Wilrijk. Tijdens de week ben ik daar en in het weekend ga ik naar huis.’

De combinatie school en topsport moet niet altijd gemakkelijk zijn. 

‘De eerste twee jaar van het middelbaar zat ik op school in mijn gemeente, maar dan had ik wel al een topsportstatuut. Dat statuut is er vanaf het eerste middelbaar, maar in de lagere school zocht ik ook al het buitenland op om te trainen. Door mijn statuut kan ik naar het buitenland gaan om te trainen. Als je dat niet hebt, is het moeilijker om van jouw sport iets te kunnen maken. In het derde middelbaar kon ik naar de topsportschool. Als ik naar het buitenland ga, krijg ik taken en toetsen mee.  Zelfstandig kunnen werken is een vereiste. Ik ben wel tevreden over hoe dit in zijn werk gaat.’

‘In België gaat het voornamelijk over wielrennen en voetbal, maar er bestaan nog andere sporten’

Hoe train je?

‘Trainingen gaan vaak door in landen als Oostenrijk, Zwitserland en Italië. In België train ik vaak in SnowWorld in Terneuzen, in Nederland. Dat ligt immers vlakbij. Als ik op school zit in Antwerpen is er de indoorpiste in Aspen. Twee keer per week trainen we daar en anders gaan de trainingen ‘s ochtends door in de fitness.’

In de zomer is er hier of in de buurlanden amper sneeuw te bespeuren. Hoe pak je het dan aan?

‘In de zomer zijn er veel fysieke trainingen zoals lopen, fietsen en fitnessen. In Genk kunnen we gebruik maken van de Dry Slope. Ze hebben onlangs een grote schans gebouwd en daar kunnen we veel op oefenen. Afgelopen zomer hebben we daar ook vaak op getraind. Dat is een grote meerwaarde want hierdoor kunnen we progressie maken. Ook tijdens de zomer.’

 

Dit bericht op Instagram bekijken

 

Een bericht gedeeld door Evy Poppe (@poppe_evy)

We hadden het al over de Winterspelen die voor de deur staan. Toch lijkt er amper over gesproken te worden. Merk je dat er meer aandacht is voor de zomeratleten dan voor de wintersporters?

‘In de media merk ik dat wel op. Je komt meer zomersporten tegen dan wintersporten. Ik hoop dat daar verandering in kan komen. Dat aanbod mag zeker groeien want in België gaat het voornamelijk over wielrennen en voetbal, maar er bestaan nog andere sporten. Als je snowboarden op televisie ziet, is dat wel iets spectaculair.’

Snowboarden is inderdaad een spectaculaire en gewaagde sport. Heb jij al blessures opgelopen?

Tot nu toe gelukkig niet! Ik heb wel al eens een hersenschudding gehad. Dat was niet door in de sneeuw te vallen, maar door op de dry slope te trainen in Genk. De schans was van sneeuw, maar de zak waar we op landden was van lucht. Door hard naar achter te vallen liep ik een hersenschudding op.’

Wat is jouw ultieme droom? 

‘Beste van de wereld worden en een voorbeeld zijn voor jonge snowboarders in België en het buitenland. Dat is waar ik over een paar jaar zou willen staan.’

Je bent amper 17 jaar, maar heb je al nagedacht over jouw carrière na het snowboarden?

‘Ik zit nu in het zesde jaar middelbaar en volgend jaar doe ik er nog een zevende bij. Of ik verder wil studeren, weet ik nog niet. Ik heb me altijd voorgenomen dat als mijn middelbaar afgerond is, ik me een volledig jaar enkel wil toeleggen op snowboarden. Een studiebeest ben ik niet, dus ga ik me focussen op mijn snowboardcarrière. Nadien kan ik nog altijd zien wat de toekomst me brengt.’

Tekst: Amber De Pau en Jeroen De Pauw
Foto: Martin Rulsch (CC BY-SA 4.0)