07/05/2022

Dj-producer Used ging van jeugdhuis naar Sportpaleis: ‘Ik wil op alle festivals spelen, in plaats van op bijna allemaal’

In zijn track Where I Belong zingt drum-‘n-bass-dj Used ‘Many things have changed’. Dat is het minste wat je kan zeggen: pas vier jaar geleden nam de producer zijn muziek serieus, vorige maand sloot hij muziekfestival Rampage in het Antwerpse Sportpaleis af. ‘Ik stond op een vliegend podium. Twee minuten voor ik opging, zei de productie tegen mij: “Niet te veel springen.” Ze wilden niet dat de ballast op de katrol te hoog werd.’

Enkele jaren geleden verliet Used, echte naam Jo Eelen, vroegtijdig de PXL Hogeschool in Hasselt omdat zijn motivatie ver zoek was. Een risico, zonder diploma in handen, waardoor hij vier jaar verschillende ‘kutjobs’ heeft gedaan. ‘Ik ben gaan werken, maar altijd met de gedachte dat vanaf de seconde dat ik fulltime met muziek bezig kon zijn, ik ervoor zou gaan.’

Tot je uiteindelijk vorige maand Rampage afsloot: het grootste drum-‘n-bass en dubstepfeest ter wereld.

‘Toen ik daar van het podium stapte, had ik een totale black-out. Ik was compleet vergeten wat er tijdens mijn set gebeurd was. Ik stond op een vliegend podium en werd al in de lucht gehesen tijdens de set van de vorige artiesten. Ik hing boven hen, tegen het dak van het Sportpaleis. De productie zei tegen mij: “Liever niet te veel springen, want we willen niet dat de ballast op de katrol te hoog wordt.” Pas toen ik veilig op de grond landde, was ik echt in mijn element. Ik had alles goed voorbereid en heb alles kunnen spelen wat ik wilde spelen: mijn populairste tracks, mijn nieuwe bootlegs voor Studio Brussel, edits…. Het publiek zong alles mee. Qua productie was het by far mijn strafste show ooit.’

Dit bericht op Instagram bekijken

Een bericht gedeeld door USED (@usedmusicbe)

Wat maakte deze beleving zo speciaal?

‘Het was fantastisch om nog eens voor mijn ouders te kunnen optreden en hen te laten zien waartoe al het werk geleid heeft. Zij hebben mij altijd gesteund door me nooit tegen te houden om iets te doen. Al wezen ze me er wel regelmatig op dat er 10.000 gasten zijn die hetzelfde wilden als ik.’

‘De reden waarom ik zo goed ben in wat ik doe, is dat niemand anders het liever wil dan ik. Ik vind mezelf de meest gedreven persoon die ik ooit ben tegengekomen in de muziekwereld. Ik doe er zo veel voor dat het op den duur gewoon niet anders kan dan goed gaan.’

Wat gebeurt er als je het podium afwandelt?

‘Toen ik net van podium stapte, vlogen al mijn vrienden me rond mijn nek. Door de adrenaline wist ik niet wat ik moest zeggen. Ik weet nog dat ik een fles water over mijn hoofd heb gegoten. Als ik na de set mijn ouders omarmde in mijn kleedkamer, begon ik bijna te janken. Het voelt overweldigend om vanaf nul dit op te bouwen en mijn ouders te kunnen knuffelen na mijn set op Rampage.’

Neem ons even mee terug naar het begin. Waar is de basis van Used als artiest gelegd?

‘Op mijn 14 jaar was ik op een dag naar muziekzender TMF – toen bestond dat nog – aan het kijken. Ineens kwam er een videoclip op tv, die van Iron Heart van Netsky. Ik was indertijd al muziek aan het luisteren op mijn iPod, maar ik wist totaal niet wat genres waren. Ik luisterde gewoon wat er op de radio te horen was. Toen ik Iron Heart hoorde, was ik meteen verkocht.

‘De soundtrack van mijn tienerjaren is een en al Netsky’

Zo ben ik drum-‘n-bass beginnen te luisteren. Ik heb Netsky opgezocht op iTunes en ben YouTubekanaal UKF beginnen te volgen. De soundtrack van mijn tienerjaren is een en al Netsky. Laat mij een seconde van een van zijn nummers van voor 2012 horen, en ik kan je zeggen welk nummer, welk album, welk jaar.’

‘In die periode had ik nog niet de ambitie om zelf muziek te produceren, ik was gewoon een grote fan van het genre. Op het middelbaar studeerde ik muziek. Een klasgenoot had toen al Fruityloops (FL Studio), een populair programma om muziek te produceren, op zijn laptop staan. Tot dan wist ik niet hoe elektronische muziek gemaakt werd. Toen ik zag en hoorde wat hij gemaakt had, besefte ik dat ik ook een laptop kon kopen. Dat ik dat programma ook kon downloaden en dat ik ook muziek kon produceren. Dat is het keerpunt geweest.’

‘Na 2 jaar PXL Hogeschool besloot ik een drop-out te doen’

‘Eerst maakte ik muziek als hobby. Ik begon met dj’en in een lokaal jeugdhuis, De Wollewei in Turnhout en speelde op enkele kleine drum-‘n-bassfeestjes, maar ik durfde mijn eigen producties nog niet te draaien.

‘Ik ben mijn muziek pas vier jaar geleden serieus beginnen te nemen. Toen ik afstudeerde van het middelbaar, wist ik totaal niet wat ik wilde gaan doen. Vervolgens heb ik muzikant-elektronica gestudeerd op de PXL Hogeschool in Hasselt. Na twee jaar besloot ik een drop-out te doen. Ik had alles geleerd wat ik wilde leren over produceren. Daarna heb ik vier jaar lang verschillende tijdelijke jobs gedaan, om mij zo snel mogelijk fulltime op de muziek te kunnen storten.’

Vroeger produceerde je jump up, een harder subgenre binnen de drum-‘n-bass. Waarom ben je daarmee gestopt?

‘Ik wilde altijd al melodische muziek uitbrengen. Jump up was toen heel populair en ik probeerde gewoon na te maken wat andere artiesten produceten. Met mijn track Mistakes heb ik de eerste keer volledig mijn goesting gedaan, en die plaat sloeg ineens aan. Dat was een eyeopener. Ik moet helemaal niet maken wat de rest maakt, want als ik mijn eigen ding doe wordt het tien keer beter ontvangen. Mistakes is voor mij het bewijs dat je alles kan bereiken als je het wilt. Je hebt niet noodzakelijk een gigantische studio, duur materiaal en een groot label nodig om iets te creëren.’



‘Toen besefte ik: dit is de way to go. Ik leerde dat de kopie nooit beter is dan het origineel en realiseerde me dat ik mijn eigen stempel moet drukken. Alleen dan ga ik tevreden zijn en gaan mensen het leuk vinden. Mijn eerste twee officiële platen, Mistakes en Come Back Home, zijn een overgang, een kruising tussen verschillende subgenres van drum-‘n-bass.’

‘Als de tekst mensen aanspreekt en de melodie en de vibe goed zitten, heb je een hit te pakken. Het feit dat iets knap geproducet is, maakt het nog niet per se een goede song.’

Je zingt je nummers ook zelf in. Vanwaar die keuze?

‘Ik ben nogal een controlefreak. Nu is het beter, maar vroeger kon ik met niemand samenwerken. Dat was moeilijk, want ik wilde wel nummers beginnen te releasen. Ik kan niet supergoed zingen, maar ik kan het wel. Bovendien kan ik met muzieksoftware overweg, dus ik dacht: waarom probeer ik niet zelf mijn vocals te doen?’

‘Ik heb de vocal van mijn bekendste plaat opgenomen in het waskot van mijn ouders’

‘Het grappige is dat ik de vocal van mijn bekendste plaat, Mistakes, heb opgenomen met een usb-microfoon met een skisok erover. Die plaat heeft meer dan zes miljoen streams op Spotify en is ingezongen in het waskot van het huis van mijn ouders om drie uur ’s nachts (lacht). Na drie pogingen had ik het gevoel dat het goed was. Ik heb mijn stem onder de muziek gezet en zo was de full vocal van Mistakes geboren.’

Welke verschillen merk je met vroeger, toen je nog niet zo bekend was?

‘Ik ben meer met sociale media bezig. Soms heb ik meer schermtijd op mijn gsm dan ik zelf zou willen. Ik zou dat door iemand anders kunnen laten doen, maar het is moeilijk om dat uit handen te geven. Alles wat ik zelf kan doen, doe ik zelf. Dat is een van mijn sterkste punten: ik sta niet ver van mijn fans af. Veel mensen zullen zich kunnen identificeren met wat ik doe. Ik ben geen crazy rich dude vol met tattoos; ik ben gewoon een jongen die op straat rondloopt.’

‘De boekskes-bekendheid: daar heb ik schrik voor’

‘Verder blijf ik het gek vinden dat mensen fan zijn van mij, al maak ik er nooit een probleem van als ze mij aanspreken of berichten sturen. Het is door hen dat ik kan doen wat ik doe. En het is bij mij nog niet bijna zo erg als bij Acid of Stromae. Zij kunnen nog geen smoske kaas gaan halen in de broodjeszaak, want er zullen 5 mensen staan die hen herkennen. Daar heb ik wel schrik voor; het level dat je boekskes-bekend bent, let’s pray the lord dat dat nooit gebeurt. Op een show mag alles losgaan, maar ik wil nog wel gewoon naar de winkel kunnen gaan.’

Je groei beperkt zich niet tot de drum-‘n-bass -scene. Laatst bracht je een samenwerking uit met youtuber Acid, en ook hardstyleduo Da Tweekaz draait en remixt jouw platen. Mogen we een genre-overschrijdende collab verwachten?

‘Binnen drum-‘n-bass is bijna alles al gedaan. Daarom is het leuk om buiten de grenzen te kijken. Ik wil een groter publiek aanspreken dan enkel fans binnen het genre; ik wil dat iedereen een nummer van mij nice vindt.’

‘Zolang ik leuke muziek kan maken met leuke mensen, ben ik blij. Of die nu 10.000, 100.000 of een miljoen volgers hebben, interesseert mij niet. Die samenwerking komt er 100% aan, de vraag is gewoon wanneer.’

Wat zijn je plannen en dromen in de nabije en de verre toekomst?

‘Ik laat alles op mij afkomen. Ik hoop dat nog meer mensen naar mijn muziek gaan luisteren en dat ik op alle festivals kan spelen in plaats van op bijna allemaal. Ik wil ook graag een album releasen, dat is misschien iets voor 2023. Samengevat komt het neer op meer en grotere shows spelen, meer muziek releasen en mijn luisterpubliek uitbreiden. En ik hoop dat ik mezelf kan blijven en niet een of andere stressed out gast wordt.’

Hoe ziet je zomerschema eruit?

Pretty good. Ik speel en host mijn eigen stage op Sunrise Festival. Sunrise is zowat mijn hometown festival: vroeger kon ik de muziek horen vanuit de tuin, want mijn ouders woonden vlakbij. De week erna speel ik op Rampage Open Air, en 2 weken later op Tomorrowland. In augustus komt Pukkelpop er dan aan. Het is van alles door elkaar, maar de focus ligt sowieso op Sunrise en Pukkelpop.’

De enige twee items op mijn bucketlist die ik voor mezelf had opgesteld toen ik begon met muziek, waren Rampage en de Boilerroom op Pukkelpop. We zijn nu vier jaar later en ik bereik beide doelen in hetzelfde jaar. Als ik mijn huidige groeicurve bekijk, ben ik echt scared voor waar ik binnen vier jaar ga staan (lacht).

 

Used z’n nieuwste plaat, Take Me, is nu uit op NCS.

 

Tekst: Stijn De Belder, eindredactie: Renee Henderickx & Stien Leys
Foto: © Tom Moment