Israeli conscripts in Yad Vashem
25/05/2022

‘Moeten wij straks ook gaan vechten?’

Al ruim drie maanden woedt een oorlog in Oekraïne. Het Oekraïense leger bevecht samen met vrijwillige burgers het Russische leger dat over ongeveer vijf keer zoveel manschappen beschikt. Het zware conflict speelt zich af aan de grenzen van Europa, veel dichter bij dan andere conflicten in de afgelopen jaren. De media spreken regelmatig over het mogelijke vooruitzicht van een derde wereldoorlog. Wat zijn de risico’s en hoe groot is de kans dat wij straks in een camouflagepak aan het front staan?

Voorlopig lijkt de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO) te willen vermijden in de oorlog te stappen, om verschillende redenen. Ten eerste NAVO werd opgericht als een defensiepact, dus voor de verdediging van haar lidstaten. Dit is heel concreet verwoord in artikel vijf van het verdrag: ‘De partijen komen overeen dat een gewapende aanval tegen een of meer van hen in Europa of Noord-Amerika als een aanval tegen hen allen zal worden beschouwd’, of geparafraseerd: ‘een aanval tegen één is een aanval tegen allen.’ Oekraïne probeert sinds 2008 NATO lid te worden, maar is op dit moment nog geen lid. Daarom geld de invasie van Russische troepen niet als een aanval op de NAVO. Rusland bevechten op Oekraïens grondgebied zou dus een aanval zijn op een andere soevereine staat, en dat is in strijd met het doel van NAVO.

‘Rusland wil geen conflict met de NAVO, alleen kunnen ze daar makkelijk in verzeild raken’

Ten tweede bezitten zowel Rusland als de Verenigde Staten (VS) kernwapens, en bestaat dus het risico dat er een kernoorlog uitbreekt, die tientallen miljoenen levens kan kosten. Hoe groot dat risico is, is moeilijk in te schatten. Zo schrijft Nina Tannenwald, hoofddocent internationale betrekkingen aan de Brown University,  in Wetenschapsmagazine Eos: ‘In het slechtste scenario, als de oorlog slecht verloopt, zou Putin uit wanhoop naar een tactisch kernwapen kunnen grijpen. Hoewel dit nog steeds onwaarschijnlijk is, is het risico niet nul.’ Over het risico dat een nucleaire provocatie tot een kernoorlog leidt schrijft Alex Tieleman, Hoofdredacteur RTL, in een opiniestuk het volgende: ‘Als Rusland een tactisch kernwapen (een klein kernwapen dat een stadsdeel of militair doelwit kan vernietigen, red.) op het grondgebied van niet-NAVO-lid Oekraïne inzet, dan zal het Westen niet terugslaan met een kernwapen, is mijn verwachting.’

NAVO stuurt wel soldaten en materieel naar de buitengrenzen van haar grondgebied. Denk aan waar Baltische staten grenzen aan Rusland en haar bondgenoot Wit-Rusland. Zo zijn er al Franse en Belgische soldaten in Roemenië gestationeerd sinds begin maart met als doel de Russische legertop af te schrikken en weerstand te bieden als het toch tot een invasie komt.




Ook over de kans dat een invasie van NAVO grondgebied er komt zijn kenners het niet eens. ‘Putin zal niet stoppen in Oekraïne, hij zal niet stoppen’, liet President Nauseda van Litouwen vallen tijdens een bezoek van Amerikaanse minister van buitenlandse zaken Anthony Blinken op 7 maart.

Rob de Wijk, oprichter van het Den Haag Centrum voor Strategische Studies, vertelt de Nederlandse nieuwswebsite NU.nl: ‘Rusland wil geen conflict met de NAVO, alleen kunnen ze daar (door hun retoriek, red.) makkelijk in verzeild raken’, waaraan hij toevoegt: ‘Hoe meer Putin de kaart gaat spelen dat hij ook met de NAVO in oorlog raakt, hoe groter de kans dat de NAVO zich er ook echt mee gaat bemoeien. En dat is in Putin nadeel. Dan worden de krachtsverhoudingen heel anders.’

Dienstplicht

Maar zelfs als België, als deel van NAVO óf als deel van een VN-coalitie, in de oorlog stapt, betekent dat nog niet dat iedereen naar het front moet. België schortte in 1992 de dienstplicht op, waardoor jonge mannen niet meer verplicht worden  in het leger te dienen. In principe kan de dienstplicht opnieuw ingevoerd worden, maar daar is vanuit de politiek vooralsnog geen animo voor. Het Kabinet van minister van Defensie Ludivine Dedonder (PS) zegt dat er op dit moment in België geen middelen en personeel zijn om dat op korte termijn te realiseren. Daarnaast zei haar voorganger Steven Vandeput (N-VA) in 2018 dat de bijdrage die dienstplichtigen kunnen bieden op het moderne, hoogtechnologische strijdtoneel beperkt is. ‘We hebben vandaag een professioneel leger dat gericht is op bijdragen in het buitenland. We hebben dus hooggespecialiseerde mensen nodig die lange trainingen volgen.’ Mr. M.J.E.A. Smit, auteur bij Militair Rechtelijk Tijdschrift van het Nederlandse Ministerie van Defensie, beaamt dit standpunt: ‘Dienstplichtigen hebben immers een significant lager trainingsniveau dan beroepsmilitairen. Dit speelt een grotere rol dan voorheen, gelet op de huidige moderne oorlogsvoering met geavanceerde wapensystemen.’

‘hoe langer de oorlog voortduurt, hoe groter het risico dat hij zich uitbreidt’

In Nederland bestaat de dienstplicht nog, maar de opkomstplicht is opgeschort. Dat wil zeggen dat alle mannen én vrouwen tussen 17 en 45 jaar oud worden geregistreerd en een brief ontvangen van de overheid. Ze hoeven zich dan onder gewone omstandigheden niet op de basis te melden, maar de overheid kan, als de veiligheidssituatie dat vereist, de opkomstplicht terug invoeren. Die procedure kan met voldoende wil binnen de politiek in minder dan vier weken doorgevoerd worden, volgens Theo van den Doel, Nederlands veiligheids- en defensiedeskundige. Als Nederland in het conflict stapt, is de kans dus reëel dat de opkomstplicht opnieuw wordt ingevoerd.

Zowel in België als in Nederland gaan er stemmen op om de actieve legerdienst terug in te voeren, en in Zweden heeft men die stap al genomen in 2018. In datzelfde jaar bleek uit een enquête van VTM Nieuws en Het Laatste Nieuws dat 65 procent van de Belgen voorstander was van herinvoering van de dienstplicht en ook nu laait het publieke debat op. Zo pleit Theo van den Doel in een opiniestuk op de Nederlandse nieuwswebsite NRC.nl dat het Nederlandse leger niet in staat is haar grondwettelijke taken en NAVO verplichtingen na te komen en dus meer geld en meer manschappen nodig heeft. Een herinvoering van de opkomstplicht kan volgens van den Doel een uitkomst bieden.

Vrijwillig vechten in het Oekraïense leger

Voor wie niet wil wachten tot NAVO of de VN in actie schiet om het Oekraïense leger gewapend bij te staan, richtte de Oekraïense leger op verzoek van President Volodymyr Zelensky een vrijwilligersbataljon op voor burgers van andere landen, het International Legion of Territorial Defense of Ukraine. Het Oekraïense Ministerie van Defensie meldde zondag 6 maart dat al 20.000 mensen uit 52 verschillende landen zich al hebben aangemeld. De website van het bataljon instrueert vrijwilligers om zich te melden bij hun lokale Oekraïense ambassade. Onder meer de Britse publieke omroep BBC meldde echter dat vrijwilligers ook op eigen houtje naar Oekraïne vertrekken in de hoop militair of op een andere manier van dienst te kunnen zijn.

Ook in de Baltische staat Litouwen geven vrijwilligers gehoor aan de oproep van de Oekraïense overheid om zich bij het bataljon te voegen. Litouwen was tot 1991 effectief onder Sovjet-Russisch bewind. Voor de Letten is de oorlog dus niet alleen fysiek maar ook emotioneel dichtbij. De nare herinneringen aan de Sovjet tijd liggen nog vers in het geheugen en inspireren nu jong en oud om de wapens op te nemen voor de verdediging van Oekraïne, zo blijkt uit een fotoreportage van het Amerikaanse weekblad Time Magazine.

De kans dat wij allemaal een brief op de mat krijgen dat we ons moeten melden op de kazerne is dus klein, maar niet uitgesloten. En, in de woorden van Rajan Menon, onderzoeker aan Columbia University, in The Guardian: ‘hoe langer de oorlog voortduurt, hoe groter het risico dat hij zich tot buiten Oekraïne uitbreidt en tot een botsing tussen de NAVO en Rusland leidt.’

Tekst: IJsbrand van Lambalgen, eindredactie: Marlies Geyskens, Stijn de Belder
Foto: Dennis Jarvis (CC BY-SA 2.0) Illustratiebeeld: jonge dienstplichtigen van het Israëlische leger in Yad Vashem