G-sport blijft onder de radar: ‘Drempel voor jongeren met beperking om te sporten is vaak groter’
Slechts 14 procent van ongeveer 25.000 sportclubs in Vlaanderen voorziet een G-Sportaanbod voor sporters met een beperking. Dat blijkt uit een onderzoek van de KULeuven, gevoerd in 2018, in opdracht van G-sport Vlaanderen. 21bis-reporters Amelie Van Oosterwyck en Noah Frooninckx Buelens spraken hierover met tweedejaarsstudent Journalistiek Stef Geeraerts.
Het onderzoek van G-sport Vlaanderen en KULeuven vertelt ons dat sportclubs hun aanbod wel groter en toegankelijker willen maken. Toch verloopt dat vaak moeizaam om verschillende redenen zoals een onaangepaste infrastructuur en een hoog prijskaartje voor aangepaste sportmiddelen.
In Vlaanderen heeft 23 procent van de Vlamingen een fysieke of mentale beperking. Volgens het onderzoek van G-sport Vlaanderen zijn ruim 40 procent van de mensen met een fysieke beperking frequente sporters. Maar meer dan de helft doet niet aan sport omdat ze afhankelijk zijn van anderen om bij hun sportclub te geraken. Deze verenigingen zijn dus onvoldoende toegankelijk voor mensen met een beperking.
‘Mensen met een beperking zijn ondervertegenwoordigd (in sportclubs, redactie)’, vertelt Professor Scheerder, onderzoeker en hoogleraar aan de KULeuven binnen het Departement Bewegingswetenschappen aan Het Laatste Nieuws. ‘Zeker als je ziet hoeveel Vlamingen met een beperking door het leven gaan.’
Streven naar toegankelijkheid
Stef Geeraerts heeft zelf een fysieke beperking en ‘kiest’ er omwille van zijn beperking voor om niet aan sport te doen. ‘Volgens mij is er wel genoeg sportaanbod voor mensen met een beperking’, aldus Stef. ‘Zelf ondervind ik eerder dat het niet altijd even toegankelijk is omwille van verplaatsingen. Daardoor wordt de drempel om te sporten vaak groter. Zo ben ik bijvoorbeeld nooit begonnen aan ijshockey, omdat de enige G-ploeg in Antwerpen was en ik zelf in Geel woon. Tweewekelijks naar Antwerpen pendelen zou onmogelijk worden.’
‘Ik botste voornamelijk op twee drempels’, zegt de student Journalistiek. ‘Enerzijds zijn de infrastructuur en mobiliteit niet altijd voldoende aangepast, wat vooral vervelend is voor rolstoelgebruikers. Anderzijds wordt G-sport soms onvoldoende gekaderd en geduid. Hiermee bedoel ik dat ik met praktische vragen zoals: “Waar kan ik terecht?” en “Hoe pak ik dit aan?” vind ik zelden antwoord.’
Volgens Stef moeten sportclubs daarom minder focussen op een groter aanbod bieden, want de vraag van G-atleten zelf is minder groot. ‘Ze moeten vooral zorgen voor meer zichtbaarheid en naamsbekendheid op verschillende media’, aldus Stef. ‘Zo komen er meer geïnteresseerden in contact met G-sport.’ Ten slotte raadt Stef ook aan om voor betere mobiliteit en infrastructuur te zorgen.
Tekst: Noah Frooninckx Buelens en Amelie Van Oosterwyck
Foto bovenaan: © Amelie Van Oosterwyck
Foto tekst: © Stef Geeraerts