School en profvoetbal, een moeilijke combinatie: ‘Na een tijd wordt het een soort van routine’
Topvoetballer worden, voor velen is het een jongensdroom. Maar slechts weinigen is het gegeven om aan de top te spelen. Daarom geven heel veel jonge, ambitieuze spelers zowat alles op om hun droom waar te maken. En dat gaat soms ook ten koste van studeren. Toch zijn er heel wat spelers die hun studies combineren met topvoetbal. Lars Coveliers (23) en Evert Swerts (21) combineerden beide topvoetbal met school.
Vaak horen we bijna sprookjesachtige verhalen over profvoetballers die met school gestopt zijn in het vijfde middelbaar en nu een hoger weekloon hebben dan Jan Modaal zijn jaarinkomen. Maar dat is lang niet zo bij elke profvoetballer. De meeste jonge spelers combineren hun passie met school, en dat begint al van jongs af aan. ‘Vanaf mijn negen jaar speel ik al bij KV Mechelen’, begint Lars. ‘Ik heb ook een tussenperiode van drie jaar gehad waarbij ik bij Anderlecht speelde. Daar trainden we zowel in de ochtend als in de avond. Daarom ben ik vanaf het tweede middelbaar naar een school in Anderlecht gegaan. Het grote verschil met een andere school was dat de spelers van Anderlecht uit de les werden gehaald om te gaan trainen.’
‘Vanaf mijn negen jaar speel ik al bij KV Mechelen’
Lars Coveliers
Evert speelde al van jonge leeftijd bij KVC Westerlo, waar hij speelde tot het einde van zijn middelbare schoolcarrière. Hierdoor had hij ook nauwelijks vrije tijd. ‘Vaak kwam ik thuis van school rond vijf uur, had ik twintig minuten om mij klaar te maken en vertrok ik naar de training. Als je dit vier dagen per week moet doen en dan nog een wedstrijd speelt in het weekend, is er al bijna geen tijd meer over’, zegt Evert. ‘Ik kwam thuis van de training rond half elf, maar dan moest ik meteen gaan slapen. In mijn weinige vrije tijd die ik nog had, sliep ik dan ook veel. Want als je tegen dat tempo leeft en dan maar amper acht uur per nacht slaapt, ben je gewoon kapot.’
Begeleiding op school
Profvoetballers die studeren, kunnen op school extra begeleid worden. Een mooi voorbeeld hiervan is het zogenaamde topsportstatuut. Een student met een topsportstatuut kan allerlei voordelen krijgen, zoals het uitstellen van examens in functie van belangrijke wedstrijden of andere gebeurtenissen. Lars maakte vier jaar lang gebruik van dit topsportstatuut. ‘In de eerste jaren dat ik Communicatie volgde, speelde ik bij KV Mechelen. De trainingen waren hier overdag, wat natuurlijk moeilijk te combineren valt met school’, zegt Lars. ‘Daardoor kon ik sommige vakken volgen met andere klassen. Dan zat ik bijvoorbeeld voor de ene les in de A-klas, en voor een andere les in de C-klas. Op die manier kon ik in de voormiddag gaan trainen en in de namiddag lessen volgen. Dat heeft me echt geholpen om erdoor te komen, op modeltraject had me dit nooit gelukt.’ Toch ondervond hij, ondanks zijn profcarrière, geen echte moeilijkheden met studeren. ‘Ik combineer al heel mijn leven school met voetbal, dan wordt het na een tijd een soort van routine’, aldus Lars.
Evert maakte nooit gebruik van een topsportstatuut of andere voordelen. Hij combineerde het gewone schoolleven met profvoetbal. Dat was soms wel eens lastig voor hem. ‘Ik heb altijd het geluk gehad dat ik het kon blijven combineren en niet al te veel moest studeren om goede punten te halen’, zegt Evert. ‘Dat werd wel elk jaar moeilijker. Heel mijn middelbare school heb ik bij Westerlo gespeeld, in eerste klasse. Ik leefde voor voetbal en school, niks anders.’ Vanaf het eerste jaar hogeschool maakte Evert de overstap van KVC Westerlo naar Dessel Sport (eerste amateurklasse). Daar kreeg hij te maken met een langdurige blessure waardoor hij nooit een topsportstatuut aanvroeg. ‘Bij Dessel Sport lag de focus voor mij vooral op revalideren van een aanslepende blessure’, vertelt Evert. ‘In het begin van de hogeschool had ik nog wel slechte punten, omdat mijn studiehouding niet goed was. Daarna heb ik me wel herpakt en werden mijn punten beter. Omdat ik toch met die langdurige blessure zat, kon ik eigenlijk niks doen voor het voetbal. Daardoor is mijn studiehouding ook wel verbeterd.’
School als plan B?
In voetbal valt veel geld te verdienen, veel meer dan op de reguliere arbeidsmarkt. Daarom dat veel jonge profvoetballers gaan studeren om een Plan B te hebben. Evert is het ideale voorbeeld waarom een diploma op zak hebben toch niet slecht is. Er moet maar één blessure komen die je hele carrière om zeep kan helpen. Ook al was Evert zijn hoofddoel nooit echt om te leven van het voetbal. ‘Vanaf het derde middelbaar kwam het besef wel dat de eerste ploeg van Westerlo te hoog gegrepen was’, zegt hij. ‘Daarvoor was ik er ook niet echt mee bezig. Ik wou gewoon genoeg uitdaging hebben en goede wedstrijden spelen op hoog niveau. Als je dan eens kan winnen van een topploeg zoals Standard, dat is waar je het voor doet. Daar was ik meer mee bezig dan in de eerste ploeg van Westerlo te komen.’
Voor Lars was het behalen van een diploma wel eerder een Plan B, ook al werd hij van thuis uit gemotiveerd om toch te studeren. ‘Toen ik afstudeerde aan de topsportschool in Wilrijk, kwam ik voor de keuze te staan om nog verder te studeren of me volop te focussen op voetbal’, zegt Lars. ‘Uiteindelijk koos ik, als een van de weinigen in mijn ploeg, om verder te studeren. Dit omdat ik toch iets achter de hand wou hebben als mijn voetbalcarrière om de een of andere reden zou mislukken.’
Ambities als alumnus
Lars studeerde vorige zomer af in Communicatie met afstudeerrichting PR & Woordvoerder. Nu is hij aan het werk, maar speelt ook nog steeds voetbal bij FC Rupel Boom (tweede amateurklasse). Hij hoopt op termijn terug door te groeien naar het profvoetbal. ‘Ik heb al eens mogen proeven van het profvoetballeven bij KV Mechelen en Anderlecht’, vertelt Lars. ‘Het is iets wat ik al van jongs af aan super graag doe. Mijn bedoeling is nog steeds om vanuit Rupel Boom terug te groeien en een stapje hogerop te komen. Veel spelen, weinig kwetsuren en dan hopen om te groeien met de ploeg en mezelf om terug profvoetballer te worden.’
‘Mijn bedoeling is nog steeds om vanuit Rupel Boom terug te groeien en een stapje hogerop te komen.’
Lars Coveliers
Evert studeert momenteel nog voor leerkracht Lichamelijke opvoeding aan Thomas More Turnhout, en speelt bij Arendonk Sport (tweede provinciale). Na zijn langdurige kwetsuur wil hij vooral eerst terug op zijn oude niveau komen. ‘Als ik niet geblesseerd was geweest, was mijn doel wel geweest om in de eerste ploeg van Dessel terecht te komen’, begint Evert. ‘Ik heb nog wel ambities om bij een ploeg te gaan spelen die een paar divisies hoger zit. Maar dan is nog de vraag of ik dat wil, want ik heb heel wat vrienden bij Arendonk. Het is gewoon goed dat ik nu terug kan voetballen, wat ik het liefste doe. Als ik weer op mijn niveau ben, ga ik de afweging maken of ik weer op hoger niveau wil spelen.’
Tekst: Renzo Vangenechten
Foto’s artikel: © Eloïse Vandecasteele, © Evert Swerts
Collage bovenaan: © Renzo Vangenechten
Beelden collage: © Eloïse Vandecasteele, © Evert Swerts, Victor via Unsplash